Tekst & fotografie: kapitein Arthur van Beveren
Zo duurzaam mogelijke opslag voor defensiedata
Twee jaar geleden ging de eerste schop in het zand voor het twin datacenter van Defensie. Nu staan er op enige afstand van elkaar twee identieke gebouwen die samen de ruggengraat van de nieuwe defensie-IT gaan vormen. In alles zijn de bouwwerken voorbereid op het toekomstige datagebruik van de krijgsmacht. In juni worden ze officieel overgedragen aan het Commando Materieel en IT.
Projectmanager Jaco Verheij gaat de kruip-door-sluip-door-locaties waar Defensie nu zijn servers heeft staan niet missen, vertelt hij wanneer hij de deur opent van een ruime en hoge witte lege hal. “Die plekken zijn nooit ontworpen als serverpark”, zegt Verheij. Bij de bouw van het nieuwe twin datacenter is juist de functie leidend geweest weet hij. “We hebben hier op dit moment zelfs teveel ruimte. Het geheel is schaalbaar gebouwd. Als het nodig is kunnen we veel meer capaciteit en benodigde randapparatuur bijplaatsen.”
Moderniseringsslag
Het twin datacenter is een grote stap in de modernisering van de IT-infrastructuur van Defensie. Het datacentrum maakt deel uit van het programma Grensverleggende IT (GrIT) en voorziet in de behoefte tot Informatiegestuurd Optreden waar de krijgsmacht heen gaat. Meer data van sensoren van verschillende wapensystemen zorgen voor een informatievoorsprong op het slagveld ten opzicht van de vijand. Een modern datacenter als dit is dus essentieel voor onze militairen in het gevecht.
Redundante opzet
Inmiddels zoemen er al talloze ventilatoren van tientallen serverkasten die klaar zijn voor de grote datamigratie vanuit de oude locaties naar het nieuwe twin datacenter. Het moet de gebruikerservaring van defensiemedewerkers ten goede komen en kans op storingen verminderen. “Alles is in twee- of meervoud aangelegd”, vertelt projectleider Pieter Campen. “Van de servers zelf tot de koeling. Valt een koelkanaal uit dan zal het tweede kanaal harder gaan werken. En op grote schaal zijn ook de datacenters zelf ‘redundant’. Als de een om wat voor reden dan ook uitvalt, neemt de ander het direct over. De gebruiker merkt daar tijdens het werk niets van.”
Zo duurzaam mogelijk
Bij de bouw en het toekomstige gebruik van het datacentrum is en wordt gebruik gemaakt van de meest duurzame technieken op het gebied van koeling, energieopwekking en restwarmte. “We koelen de apparatuur met buitenlucht. Als dat niet voldoende blijkt, gebruiken we adiabatische koeling waarbij grondwater uit een eigen, dertig meter diepe, bron wordt verneveld in de buitenlucht. Daarmee onttrekken we warmte”, legt Verheij uit. Bij deze techniek, ook wel verdampingskoeling genoemd, wordt dus geen drinkwater gebruikt. Twee extra bronnen van tweehonderd meter diep zorgen voor extra water en dienen als ‘koelkast’ voor opgewarmd, uitgaand koelwater. De restwarmte zal in de toekomst nieuwe gebouwen op de kazerne kunnen verwarmen. De daken van de datacenters zijn zoveel mogelijk bedekt met zonnepanelen. “Het wekt een tiende van de energiebehoefte op, maar zo besparen we ook op dit vlak”, benadrukt projectmanager Verheij.
Samenwerking
Het ontwerp, de begeleiding van de bouw en het onderhoud zijn in handen van Unica Datacenters, dat uitgebreide ervaring daarmee heeft in het bedrijfsleven. Zowel fysiek als digitaal is gezorgd voor een hoge graad van veiligheid. Ook hier is tweevoud of meer het sleutelwoord. Toegang is beperkt tot die plekken waar dat nodig is. “Vroeger liep het onderhoudspersoneel voor de koelinstallatie door de serverruimte zelf. Hier zijn al die functies gescheiden”, vertelt Verheij terwijl hij de verschillende ruimtes laat zien.
