Tekst Jack Oosthoek
Foto sergeant-majoors Hille Hillinga en Jan Dijkstra | Video: 306 Squadron
Zeecontainers op Leeuwarden als ‘cockpit op afstand’
Een MQ-9 Reaper van 306 Squadron maakte afgelopen weekend boven Roemenië de eerste vlucht ter voorbereiding op de NAVO-missie Guardian Reaper. Dat gebeurde tegen de achtergrond van de oorlog in Oekraïne. De operatie gaat zich afspelen in een zone boven het oosten van het land en de Zwarte Zee. De onbemande Nederlandse vliegtuigen in Roemenië worden vanuit zeecontainers op Vliegbasis Leeuwarden, 2200 kilometer verderop, bestuurd.
‘Als het nodig is, stuurt 306 Squadron de opnamen naar de NAVO’
Epicentrum voor de operatie is de basis Câmpia Turzii nabij de stad Cluj Napoca. Vliegend in toegewezen corridors verzamelen de Reapers informatie over manoeuvres van Russische en Oekraïense troepen en schepen. De situatie rond civiele en militaire infrastructuur en bij mogelijke doelwitten in het operatiegebied wordt ook in de gaten gehouden. Denk aan radarstations, raketlanceerinrichtingen en vliegvelden. De Reapers dienen als oren en ogen van de NAVO.
De opnamen gaan voor een analyse naar de inlichtingensectie van 306 Squadron op Leeuwarden. Als dat nodig is, stuurt die ze onder het motto ‘dit moet u weten’ in samenwerking met de Directie Operaties (DOPS) van Defensie en het National Air and Space Operations Center van het Commando Luchtstrijdkrachten naar de NAVO.
Team Satcom van JIVC realiseert satellietverbindingen
De dataverbinding tussen de eenheid in Leeuwarden en de MQ-9 in Roemenië verloopt via satellietcommunicatie. Het Team Satcom van de Sectie Connectiviteit van JIVC is verantwoordelijk voor de realisatie van die verbinding. “Voor een missie als deze kopen wij bandbreedte in bij internationale satcom providers”, vertelt teamhoofd luitenant ter zee der 2e klasse oudste categorie Jesper van der Waart. “Die hebben een groot aantal satellieten die op 36.000 kilometer hoogte in een geostationaire baan om de aarde draaien. Zij leveren daarbij de frequenties waarop de eenheid verbinding kan maken en wij leveren al deze informatie aan het Reaper-squadron.”
Is de verbinding eenmaal geregeld dan ligt het opzetten en beveiligen van de verbinding bij de eenheid zelf. Wel denkt het team mee bij problemen zoals storingen in het frequentiebereik. “In principe zijn de frequenties gereserveerd voor de gebruiker, maar andere landen of systemen kunnen daarop storen. Wij analyseren dit soort problemen en zoeken naar oplossingen. In plaats van het gebruik van de mobiele schotels op Leeuwarden kunnen we bijvoorbeeld kiezen om de verbinding via ons grondstation in Zoutlamp te laten verlopen. Daar staan veel grotere schotels met andere eigenschappen. Er zijn talloze manieren om alsnog een stabiele verbinding te houden.”
‘Vliegen met de Reaper is een bijzonder avontuur’
Moeilijk te omschrijven
Zodra een Reaper in Câmpia Turzii is ‘gelanceerd’ door het launch and recovery-personeel, nemen een vlieger en een sensor-operator de besturing via een satelliet in een mum van tijd over. Gezeten in een als cockpit ingerichte zeecontainer op Leeuwarden… Een vliegtuig ‘op afstand’ besturen veroorzaakt een apart gevoel, weet luitenant-kolonel Jan ‘Muezli’ Ruedisueli, Commandant 306 Squadron. “Waarom weet ik niet precies. Het is moeilijk te omschrijven. Terwijl je stuurt, voelt het niet alsof je in een vliegtuig zit, omdat je immers op de grond bent. De rest is wel hetzelfde als vliegen in een gevechtsvliegtuig. Nee, ik krijg niet het gevoel dat ik in Roemenië móet zijn. Zittend in die zeecontainer bén je er als het ware bij. Vliegen met de Reaper is een bijzonder avontuur. Dat dit allemaal kan!” Ruedisueli kan oordelen, want tussen 1990 en 2017 vliegt hij F-16 om daarna via een opleiding in Amerika de conversie naar de MQ-9 Reaper te maken. Ook is hij een tijd hoofd van de afdeling Onbemande Vliegtuigen.
‘Aan mij als commandant de taak een balans te vinden tussen uitzending en thuis zijn’
Zo klein mogelijk
Naast Leeuwarden werken er ook luchtmachters op Câmpia Turzii; veertig in totaal. Onder hen naast ‘lanceerders’, ict’ers, bewakers met honden en vertegenwoordigers van het Materieel Logistiek Commando (MATLOGCO) van het Commando Landstrijdkrachten. Genisten van de landmacht hebben hangartenten neergezet. “We houden het aantal mensen dat nodig is om de vliegtuigen in Roemenië te lanceren, te onderhouden en wat daarbij komt kijken, zo klein mogelijk”, geeft Ruedisueli aan. “Ons personeel is namelijk al zo vaak van huis. Oké, militairen weten dat ze kunnen worden uitgezonden, maar bijvoorbeeld ‘Generatie D’ staat anders in de wedstrijd. Velen willen liever regelmatig thuis zijn, wat bij ons squadron kan. Als je mensen vaak op oefening of missie stuurt, loop je de kans dat er op den duur weinig overblijven. Dat neemt niet weg dat sommige jongeren van de D-generatie juist wél uitgezonden willen worden. Aan mij als commandant de taak om een balans te vinden tussen dit en thuis zijn. Zoals het er nu uitziet, verblijft het detachement ongeveer zes maanden op Câmpia Turzii met een optie tot een verlenging met evenzoveel maanden. Alles hangt af van de ontwikkelingen in de oorlog.”
‘We hebben op Curaçao een goed inzicht gekregen in de werking van de Reaper’
Miljard euro
In elk geval is 306 Squadron goed voorbereid op Guardian Reaper. Vooruitlopend op de levering van de toestellen enkele jaren terug, volgt iedereen opleidingen bij de Air National Guard en op Holloman Air Force Base in de Verenigde Staten. Aansluitend beproeft 306 Squadron op Curaçao samen met de marine, de landmacht en de Kustwacht uiteenlopende concepten. Zo draagt het squadron met de Reapers bij aan anti-drugsoperaties. Daarbij wordt meer dan 16.000 kilo aan verdovende middelen in beslag genomen, met een waarde van zo’n miljard euro. Ook brengen ze boten met vluchtelingen in beeld. De in totaal dertien detachementen maken vierhonderd ‘sorties’, goed voor 2800 vlieguren. Ruedisueli: “We hebben op Curaçao een goed inzicht gekregen in de werking van de Reaper. We ontdekten onder meer dat een ‘op afstand’ te sturen operatie een andere manier van denken vergt. Dat komt ons in Roemenië goed van pas.”