Tekst Evert Brouwer
Foto Valerie Kuypers
MIND houdt vierde editie Space Café in Noordwijk
"Het netwerk dat hier is opgebouwd vormt het fundament voor een gouden ecosysteem: samenwerking, kruisbestuiving en synergie tussen civiele en militaire ruimtevaart."
Dat compliment deelde minister Kajsa Ollongren uit bij de opening van het vierde Space Café dat COMMIT’s innovatieplatform MIND (Military Innovation by Doing) onlangs hield. Dat gebeurde met en bij de NL Space Campus en samen met het nieuwe Defence Space Security Center (DSSC). Nederland heeft bijzondere kennis en capaciteiten in het Space-domein in huis, betoogde Ollongren.
De Erasmuszaal op het terrein van ESA ESTEC was gevuld met ruim 200 belangstellenden vanuit Defensie, bedrijfsleven, kennisinstituten en onderwijsinstellingen. Dat is nu precies waarom het 3 jaar lang heeft gedraaid bij het Space Café van MIND: het delen van kennis en het bevorderen van samenwerking met civiele partners. Met andere woorden: het opbouwen van een ecosysteem, waarin Defensie, andere overheden, industrie, kennisinstituten en onderwijsinstellingen intensief met elkaar samenwerken.
‘We hebben geld en plannen’
De aanwezigheid van de minister was ook niet zonder reden. Space staat met vetgedrukte letters in de laatste Defensienota en heeft inmiddels een eigen Defensie Ruimte Agenda. Daarmee wil Defensie de komende 15 jaar Nederlandse ruimtecapaciteit opbouwen en een geloofwaardige internationale partner worden. “De komende jaren versterken we de banden binnen de EU en de bestaande NAVO- en strategische partners. We hebben geld en plannen”, zei zij.
‘Er moet net als op aarde een verwachting van het ruimteweer komen’
Budget
Sinds januari geldt Space officieel als het vijfde militaire domein, naast land, zee, lucht en cyber. Defensie investeert daarom extra in personeel voor het DSSC, onderzoek en technologieprojecten. Ook is er budget voor het ontwikkelen van satellieten en voor deelterreinen binnen het ruimtedomein. Voorbeelden hiervan zijn navigatie, maar ook ruimteweer en lasersatellietcommunicatie.
Wapensystemen
Dat er nog heel wat werk aan de winkel is, maakten de sprekers van de aanwezige krijgsmachtdelen wel duidelijk. Dat Defensie de handen ineen moet slaan met de industrie, kennisinstituten en onderwijsinstellingen, ligt voor de hand. Maar er zijn veel meer gebieden waarop in het Spacedomein samenwerking moet worden gezocht. Om te beginnen bij die krijgsmachtdelen, was het panel zich bewust.
‘Rekening houden met diverse dreigingen in space’
“Vrijwel alle wapensystemen zijn verbonden met space”, stelde majoor Petra Wijnja (Bestuursstaf, afdeling luchtoptreden). “Er zijn diverse dreigingen waarmee we rekening moet houden: space domain awareness. Wat gebeurt er immers als een andere mogendheid een satelliet naast de onze hangt (zoals de Kosmos 2558)? Of dat er uit een satelliet weer kleinere satellieten (zogenoemde inspector satellites) komen? Met lasers kun je satellieten ‘blind’ maken en er zijn al draagbare raketten die satellieten kunnen uitschakelen”, waarschuwde zij.
Luitenant-kolonel Bernard Buijs, Space Lead sinds 2016, meldde dat het weinig had gescheeld of ‘zijn’ Nederlandse nano-satelliet, de Brik-II, was verloren gegaan. “Bij een Russische test om satellieten uit te schakelen, vloog de Brik daar doorheen.”
Gevaren
KMA-professor en expert kolonel Bart Hoeben deed daarom een beroep op het bedrijfsleven in Nederland. “Er is een stormachtige ontwikkeling in de ruimte, waarbij de Verenigde Staten zich eerder richt op China. Nederland, en met name ook Europa moeten dus zelfstandig aan de slag. We zoeken naar robuuste satellieten, waarvan ook nog eens de communicatie niet te onderscheppen of te verstoren is. Ze zijn nu nog veel te kwetsbaar. Investeren in de industrie is investeren in de veiligheid.”
Het zijn echter niet de enige gevaren in de ruimte. Puin, resten van de enorme hoeveelheid satellieten en het ‘weer’ spelen eveneens een grote rol. Uitbarstingen van de zon – een zogeheten geomagnetische storm – kunnen de communicatie en navigatie immers danig beïnvloeden en dan is het wel prettig om te weten wanneer je die kunt verwachten. “We zouden net als op aarde iedere dag een weersverwachting moeten hebben voor space”, vindt majoor Wijnja.
‘Op de NLDA is nog te weinig oog voor de oorlog van de toekomst’
Meer data
Dat is dan weer van groot belang voor een mogelijke strijd op de grond, betoogde luitenant-kolonel Gijs Tuinman RMWO. “Op de NLDA is nog te weinig oog voor de oorlog van de toekomst waarin space een steeds grotere rol speelt.” Hij riep op om niet over de hoofden van de (toekomstige) gebruikers beslissingen te nemen. “De mensen in het veld weten het best wat er nodig is. Er is bovendien in mijn ogen nog te weinig joint in het Space-domein. We moeten niet proberen onze eigen broek op te houden.”
Verstoppen
Kapitein-luitenant ter zee Eric van den Nieuwendijk was dat helemaal eens met zijn landmachtcollega. “De zee was bij uitstek een gebied om je te kunnen verstoppen. Dat is voorbij, vanuit de ruimte ben je altijd zichtbaar. Dat vraagt om een andere tactiek. Ook moeten de schepen meer data en satellietcommunicatie kunnen verwerken. De vliegende en varende onbemande toestellen die instromen, moeten over steeds grotere afstanden worden aangestuurd.”
‘We weten elkaar als Defensie en bedrijfsleven steeds beter te vinden’
Trots
Luitenant-kolonel Buijs is niettemin redelijk optimistisch. “We weten elkaar als Defensie en bedrijfsleven steeds beter te vinden." En ook dat is een compliment aan het initiatief van MIND en de Space Campus. Directeur MIND Hans Kuijper kijkt met trots terug op de vier edities van het Space Café. “We zijn begonnen met 40 deelnemers, nu zitten we al op 200. Er is een groot netwerk opgebouwd binnen én buiten Defensie. Dan is het misschien tijd om het Space Café over te dragen en ons bezig te houden met nieuwe dingen. Daar zijn we immers voor.”