Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 07

Nederlands camouflagepatroon verovert straatbeeld

Tekst kapitein Arthur van Beveren
Foto sergeant Aaron Zwaal, Maaike van Middendorp

NFP vervangt Woodland

Met de uitgifte van de eerste interim-uniformen met NFP door het KPU-bedrijf komt een einde aan het tijdperk ‘Woodland’. Het Netherlands Fractal Pattern vervangt het bijna dertig jaar oude vlekkenpak. Maar NFP is meer dan alleen een nieuw camouflagepatroon.

Veranderingen gaan gepaard met emoties. Met de invoering van een nieuw uniform is dat niet anders. Tenslotte is het de kleding waarin de militair elke dag zijn werk moet doen. Het is een belangrijk deel van zijn of haar identiteit. Dat de introductie van een nieuw pak lang heeft geduurd heeft zeker bijgedragen aan de verhitte discussie over het onderwerp. Maar wat is het verhaal achter de ontwikkeling van dit camouflagepatroon van eigen bodem, en waarom kiest Defensie niet gewoon voor een bestaand patroon? Materieelgezien vroeg het aan Maaike van Middendorp, werkzaam bij het KPU-bedrijf als systeemspecialist binnen de cluster uitrusting en zowel expert als liefhebber als het om camouflage gaat.

NFP vervangt Woodland.

‘NFP Green werkt zowel in de jungle als onze bossen’

Struiken in Nederland zijn toch nog steeds groen? Waarom is er eigenlijk een nieuw patroon nodig?

“De bosjes in Nederland zijn zeker niet veranderd maar het Woodland-patroon past zich minder goed aan in de rest van de wereld. NFP Green werkt zowel in de jungle als onze bossen. Na al die tijd moest er gewoon een nieuw uniform met uitrusting komen en daarmee ook een nieuw camouflagepatroon. Het was een bewuste keuze om een eigen patroon te ontwikkelen. Green is een van de zeven variaties. Verder hebben we Tan, de vervanger van het oude Desert, Blue voor vlootpersoneel, White voor arctische omgevingen, Mono Average Blue voor vloot, marechaussee en DBBO en Mono Average Green voor alle niet-operationele kleding. Voor bepakking en uitrusting bij Green en Tan is NFP Multitone ontwikkeld, die van beide patronen kleuren gebruikt en daardoor multi-inzetbaar is.”

Het uniform in NFP Green, de uitrusting in NFP Multitone.

‘In woestijnachtige uitzendgebieden werkt NFP Tan beter dan Multicam’

Hadden we niet gewoon multicam kunnen invoeren? Of het Duitse Flecktarn-patroon?

“Als Nederlandse krijgsmacht willen we ons in het buitenland als zodanig kenbaar maken. Daarom is samen met TNO NFP ontwikkeld, een uniek patroon. Multicam (het patroon dat op de huidige interim pakken voor uitzending te vinden is, red.) is commercieel, in principe kan iedereen het kopen. Wij tekenen een convenant met de leveranciers waarin zij beloven alleen te verkopen aan de Nederlandse krijgsmacht. In woestijnachtige uitzendgebieden werkt NFP Tan bovendien beter dan Multicam, blijkt uit onderzoek van TNO.

Leg je NFP naast het Duitse Flecktarn dan zie je snel grote verschillen. In ons patroon zitten acht kleuren tegen vijf in het Duitse. Daarom past NFP op meerdere plekken in de wereld.”

Door middel van zogenaamde rotatiedruk wordt het patroon op de stof gedrukt. Links NFP Green, rechts stof met NFP Blue voor de vloot.

Goed, we hebben ons eigen camouflagepatroon. Biedt NFP nog meer voordelen?

"NFP is het patroon, maar de stof van de kleding wordt op zo’n manier bedrukt dat het niet oplicht met infraroodstraling. Dat doet de leverancier door een bepaalde hoeveelheid koolstof toe te voegen aan de kleuren. Doe je dat niet op de juiste wijze, dan licht een uniformstuk ’s nachts juist op als een schietschijf. Voor de veiligheid van de militair is het dus erg belangrijk dat dit op een goede manier gebeurt. Voordat leveranciers mogen beginnen met de productie controleren wij altijd de proefstalen om de kwaliteit te waarborgen. We raden militairen daarom af om zelf in te kopen. Je weet gewoon niet wat voor kwaliteit je krijgt."

Dat zijn dus de uniformen. Hoe zit het met de uitrusting?

"We maken bij de uitrusting onderscheid tussen veldlegering en bepakkingssystemen. Bij die eerste moet je denken aan slaapzakken, tenten en regenhoezen. Dat is van een andere kwaliteit stof dan de grote en kleine tassen die we laten maken en de webbing, dus alle straps die aan de rugzak of het vest zitten. Afhankelijk van welke leverancier zijn die producten gedrukt of digitaal geprint. Het is altijd een uitdaging om de juiste kwaliteit te krijgen, maar ik hou wel van een uitdaging! Uiteindelijk heeft de militair als eindgebruiker recht op het beste materiaal. Onze leveranciers voor de reguliere polyesters voor de kleding en de polyamides voor de uitrusting worden voornamelijk in Europa geproduceerd. Dat scheelt veel in de productietijd en ontwikkelkosten omdat ik ter plekke de producten kan beoordelen en de producent daarna meteen door kan."

Meerdere verflagen vormen samen het uiteindelijke patroon.

‘Het KPU-bedrijf controleert de proefstalen om kwaliteit te waarborgen’

Tot slot, ga jij het Woodland missen als camouflageliefhebber?

"Nee, niet echt. Er zit heel veel zwart in het patroon wat je eigenlijk niet terugvindt in onze bossen. Ik snap wel dat mensen het gaan missen. Wij gebruiken het hier voorlopig nog tot de oude voorraad op is. We willen natuurlijk zo min mogelijk goed spul weggooien. Het voldoet nog steeds, dat is het probleem niet, en sommige eenheden vinden het niet erg om nog batches in Woodland te krijgen."

Wanneer is een camouflagepatroon effectief? Het KPU-bedrijf houdt intern vast aan een minimale zichtafstand van 30 meter. In hoeverre gaat de stof op die afstand op in de omgeving of niet. Op dat vlak presteert NFP proefondervindelijk beter dan het oude Woodland en ook in uitzendgebied als Irak of Mali werkt het beter dan Desert of Multicam.