Tekst kapitein Arthur van Beveren
Foto Mediacentrum Defensie
Eerste nieuwe Kustwachtvliegtuig aangekomen
Het eerste van twee nieuwe vliegtuigen van Kustwacht Nederland is vandaag aangekomen. De Dash-8 volgt op korte termijn de Dornier-288 op. Het nieuwe toestel is in alle opzichten een upgrade. Het bevat moderne apparatuur om de taken nog beter uit te voeren.
De komende periode wordt de Dash-8 getest en het personeel opgeleid. Het maritieme patrouillevliegtuig is in die periode al regelmatig langs de Nederlandse kust en boven zee te zien. Zodra alles is afgerond, vervangt het toestel de huidige Dornier-228-vliegtuigen. De tweede Dash-8 is naar verwachting in oktober operationeel inzetbaar. Tot die tijd fungeert een Beechkraft King Air-vliegtuig als reservetoestel.
Ten opzichte van de voorganger kan de Dash-8 langer vliegen. Ook beschikt het toestel over een surface radar, waarmee dag en nacht een snel overzicht valt te verkrijgen van bijvoorbeeld scheepvaart. Verder is het vliegtuig voorzien van een luik aan de onderzijde van de romp. Vanuit de zogeheten ‘drop hatch’ kan de bemanning een reddingsvlot, rookmarkeerders en datumboeien werpen. Een datumboei drijft in zee en rapporteert positie, water- en luchttemperatuur. Die informatie geeft meer inzicht in de mogelijke locatie van een drenkeling.
Aerial officers
De Kustwacht leaset de Dash-8’s van ISR Support Europe. Dat consortium levert de vliegers en het onderhoudspersoneel. De luchtwaarnemers, zogeheten aerial officers, zijn afkomstig van Rijkswaterstaat, Douane, NVWA en de marechaussee. Daarvan zijn er altijd twee aan boord en zij voeren de kustwachttaken uit. Via een werkstation bedienen ze de sensoren en communicatieapparatuur.
De Kustwacht coördineert de inzet. De toestellen krijgen net als nu Schiphol-Oost als thuisbasis. Vanaf daar houden zij toezicht op de Nederlandse kust en de Noordzee. Het eerste toestel is ongeveer een half jaar later aangekomen dan verwacht. Dat komt mede door de COVID-crisis. Zo was er een tekort aan personeel bij leveranciers en toeleveranciers en een gebrek aan materiaal.
Nieuwe wissellaadsystemen, trekker-opleggers en bergingsvoertuigen nodig
Defensie gaat 600 wissellaadsystemen, 100 trekker-opleggercombinaties in 3 hoofdvarianten en 85 wielbergingsvoertuigen kopen. Dat is de conclusie na een onderzoeksfase van het programma ‘Defensiebrede Vervanging Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en Wielbergingsvoertuigen’.
De voertuigen worden gebruikt bij bevoorrading, graafwerkzaamheden, het slaan van bruggen, zwaar transport en het bergen van wielvoertuigen. Nieuwe transportmiddelen zijn nodig om te voldoen aan de huidige operationele eisen. De oude zijn bovendien aan het einde van hun technische levensduur.
Volledig geweldsspectrum
Naast de voertuigen wordt materieel voor onder meer opslag-, overslag- en fysieke distributie vervangen. Ook omvat de aankoop gepantserde cabines en remote controlled weapon stations. Ze zijn nodig om met de voertuigen te kunnen opereren in het volledige geweldspectrum. Ook krijgen de voertuigen banden waarmee in geval van nood, ondanks lekkage, kan worden doorgereden.
De voertuigen moeten optreden onder zware terrein- en klimatologische omstandigheden. Een deel moet zelfs inzetbaar zijn bij amfibische opdrachten en operaties waarbij geen brugslagmaterieel beschikbaar is. Dit stelt hoge eisen aan het materieel op het gebied van terreinvaardigheid, temperatuurbestendigheid, waadvermogen, bestuurbaarheid, bedieningsgemak en klimaatbeheersing.
‘Van de plank’
Defensie wil bestaande technologie en systemen kopen. Waar nodig worden die zogenoemde commercial/military off the shelf-voertuigen aangepast aan de militaire eisen. Ook moet de milieu- en klimaatbelasting van het nieuwe materieel zo laag mogelijk zijn. Tijdens de aanbesteding is daarom specifieke aandacht voor brandstof-besparende technieken. Ook kijkt Defensie naar rijsimulatoren en elektronische leeromgevingen voor het opleiden en trainen.
Defensie bekijkt doorlopend of er, als gevolg van de plannen in de Defensienota 2022, eventueel meer voertuigen nodig zijn.
Met het huidige project is € 250 miljoen tot € 1 miljard gemoeid. Deze investering wordt vóór 2028 gedaan.
Defensie en Noord-Europese landen bundelen krachten
Nederland en Noord-Europese landen bundelen de krachten om de toelevering en beschikbaarheid van marine-materieel te waarborgen in het partnership Northern Naval Shipbuilding Cooperation (NNSC). Op die manier verstevigen zij de defensiesamenwerking. De National Armaments Directors (NADs) legden dat vandaag in een Nordic Letter of intent vast.
Tijdens een digitale bijeenkomst waarbij Denemarken, Duitsland, Finland, Nederland, Noorwegen en Zweden waren vertegenwoordigd werd de samenwerking onderstreept. Dit partnership heeft als doel de industrieën de juiste incentive te geven om te komen tot een succesvolle samenwerking. Dit is nodig omdat de overheden van Noord-Europese landen erkennen dat hun nationale scheepsbouwindustrieën van strategisch belang zijn en bedreigd worden met overname door buitenlandse (niet-Europese) partijen. Een nauwere, onderlinge samenwerking tussen industrieën van de verschillende landen vermindert de afhankelijkheid van grote Zuid-Europese staatswerven.
“Het waarborgen van een strategisch van belang zijnde zelfscheppende marinebouw in het Noorden van Europa is het doel van NNSC. Belangrijk is dat het daarnaast leidt het tot effectievere inzet van onze maritieme wapensystemen, door betere standaardisatie en harmonisatie”, aldus kapitein terzee Paul Flos, Hoofd Afdeling Maritieme Systemen.
Samenwerking JIVC/KIXS en Hogeschool Utrecht in project Man Overboord
Overleven in koud water wanneer je overboord slaat is slechts een kwestie van minuten. Een goede reden om een systeem te ontwikkelingen om snel drenkelingen op te sporen dus. Samen met studenten van de Hogeschool Utrecht heeft JIVC/KIXS daarom een zender ontwikkeld die medewerkers van de Koninklijke Marine bij zich kunnen dragen en in directe verbinding met de brug staat in het project Man Overboord.
De zender activeert direct wanneer iemand te water raakt en meet continu de afstand tot het schip. De drenkeling wordt vanaf de brug op een scherm gevolgd en is hiermee razendsnel te redden, ook in het donker en tijdens slechte weersomstandigheden. Martin Lennaerts, Senior Technisch Specialist Innovatie bij JIVC/KIXS en projectleider van Man Overboord legt uit: 'Wanneer je van een schip valt, raak je snel onderkoeld. Het is daarom nodig dat je binnen vijf minuten weer aan boord bent. Met dit systeem lukt het veiliger en sneller.'
Studenten van de Hogeschool Utrecht hebben de software van het systeem volledig zelf ontwikkeld. Momenteel bevindt het systeem zich nog in de prototypefase maar testen met het systeem zijn wel succesvol afgerond. HBO-ICT docent Peter van Rooijen begeleidde de studenten en legt uit dat momenteel gewerkt wordt om het systeem robuuster te maken. 'Zodra het uitontwikkeld is, kan het ook op andere typen schepen gebruikt worden. Denk aan internationale vrachtschepen, cruiseschepen of de visserij', aldus Van Rooijen.
Tien DMO’ers krijgen medaille
Op 8 september hebben negen decorandi van DMO een medaille ontvangen voor de internationale missie Baltic Air policing. Een missie uit 2017 die sindskort erkend is als officiële missie. Daarnaast heeft DMO’er lkol Wensveen als verrassing de Air Force Achievement Medal (een Amerikaanse onderscheiding) in ontvangst mogen nemen voor zijn uitstekende prestaties tijdens de missie Air task force Middle East.
De BAP-missie is in het leven geroepen nadat Estland, Letland en Litouwen lid werden van de NAVO. De NAVO’s Assurance Measure heeft tot doel het luchtruim van de drie Baltische staten te verdedigen, omdat zij niet over eigen middelen beschikken om dit te doen. Op rotatiebasis vervullen NAVO-lidstaten deze taak. Nederland is vanaf 4 januari 2017 gedurende 4 maanden de lead nation en levert 4 F16’s die 24/7 paraat staan. Om dit mogelijk te maken worden door Nederland 125 militairen en een aantal liaisonofficieren ter beschikking gesteld. En negen daarvan werken bij DMO en hebben nu dus met terugwerkende kracht een medaille in ontvangst genomen.
Luitenant-kolonel Dietrik Wensveen onderscheidde zich door uitstekende prestaties in de periode van 1 december 2020 tot en met 17 maart 2021. In deze jaren vervulde hij een rol als ‘Coalition Strategic Guidance Planner’, op het 609th Air Operations Center in Al Udeid Air Base, Qatar.
Directeur DMO vice-admiraal Arie Jan de Waard overhandigde op Camp New Amsterdam in Soesterberg de medailles aan de decorandi. Hij sprak zijn grote waardering uit naar de aanwezigen. ‘’ Ook al is het al wat langer geleden, dat doet niets af aan de inzet en respect waarmee deze mannen hun missie hebben volbracht’’, aldus de directeur.
Luchtmacht maakt in Eindhoven kennis met beoogde opvolger C-130
Het duurt nog even voor de luchtmacht er gebruik van gaat maken, maar de beoogde opvolger van de C-130H Hercules is vanaf vandaag even in Nederland. De C-390M van de Braziliaanse fabrikant Embraer staat tot en met woensdag op Vliegbasis Eindhoven.
Defensie maakte eerder dit jaar de keuze voor de Embraer C-390M. De bedoeling is dat het eerste toestel in 2026 instroomt. Het plan is om in totaal vijf toestellen af te nemen.
De C-390M is een relatief nieuw toestel en daardoor voor velen relatief onbekend. De stop in Eindhoven biedt betrokkenen daarom de kans om vast fysiek kennis te maken. Dat gebeurt dus nog tot en met woensdag.
Eerste militairen krijgen nieuwe interim-gevechtskleding
Militairen van 43 Gemechaniseerde Brigade in Havelte zijn op 26 augustus in de nieuwe (tijdelijke) gevechtskleding met Netherlands Fractal Pattern (NFP) gestoken. Het komende jaar krijgt de hele krijgsmacht de nieuwe outfit. Met de uitgifte van zo’n 480.000 broeken en jassen betekent dat een grote logistieke operatie voor het KPU-bedrijf.
Het pakket bevat daarnaast ook een regenjas, combat-shirt en baseball cap. Militairen ontvangen de gevechtskleding binnen 4 tot 7 maanden na aanmeten. De volgorde van verstrekking is gelijk aan die van het passen.
Tussenoplossing
Het gaat overigens om een tussenoplossing. Het wachten is namelijk op de spullen uit het project Defensie Operationeel Kleding Systeem (DOKS). De levering hiervan is vertraagd. De DOKS-kleding, die komende jaren binnenkomt, kenmerkt zich door een grote mate van flexibiliteit. Militairen bepalen per situatie of opdracht de juiste samenstelling. Die flexibiliteit geeft ook ruimte voor innovaties en doorontwikkeling.
De dit jaar uitgegeven kleding wordt niet weggedaan, maar gaat hierna naar militairen in opleiding.
Camouflagepatroon
Zowel de tijdelijke als definitieve gevechtskleding is uitgevoerd in het nieuwe NFP. Dit speciaal voor Nederland ontwikkelde camouflagepatroon is beschikbaar in een groene versie voor de landmacht, luchtmacht, marechaussee en mariniers. De marine krijgt een blauwe variant. Het unieke patroon camoufleert beter in verschillende gebieden en sluit beter aan op andere patronen.
Tot aan de definitieve invoering van DOKS dragen de militairen op uitzending het zogenoemde Multicam. Plaatsvervangend directeur van de Defensie Materieel Organisatie schout-bij-nacht Jan Willem Hartman reikte de eerste gevechtspakken uit.