06

Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 05

In 't kort

Tekst kapitein Arthur van Beveren
Foto Mediacentrum Defensie

Nieuw all-terrain patrouillevoertuig voor mariniers

Defensie schaft 179 kleine all-terrain patrouillevoertuigen aan voor het Korps Mariniers. De nieuwe voertuigen vervangen een deel van de huidige BV206D Viking en Landrover-voertuigen. Die zitten aan het einde van hun levensduur. Het huidige aantal voertuigen wordt bovendien uitgebreid.

Het zogenoemde project Littoral All-Terrain Mobility Patrouillevoertuigen (FLATM PV) moet zorgen voor toekomstbestendige, all-terrain en mobiliteit in de sneeuw voor de lichte amfibische eenheden. Hun optreden kan plaatsvinden in kustgebieden, in arctische omstandigheden en op zeer moeilijk begaanbaar terrein. 

Meer mobiliteit 
Naast het einde van de levensduur van de huidige voertuigen speelt ook de behoefte aan meer zelfstandigheid een rol. De behoefte aan mobiliteit en de toegang tot (voertuiggebonden) informatiesystemen is gegroeid. Daarvoor komt 1 type voertuig in 4 varianten: de basisvariant, een versie voor commandovoering en 1 voor verkenning. Een 4e type is bedoeld om reparaties te velde uit te voeren. Het is de bedoeling dat de varianten zoveel mogelijk gelijk zijn aan de basisversie. 

Het voertuig moet voldoende transportmogelijkheden bieden aan 4 militairen en hun uitrusting. De wagens moeten eenvoudig en betrouwbaar zijn en inzetbaar onder extreme weersomstandigheden. Daarnaast moeten nieuwe informatie- en communicatiemiddelen aan het voertuig zijn te koppelen. Vanwege de amfibische transportgeschiktheid wordt het project nauw afgestemd met de toekomstige vervanging van de zware en middelzware landingsvaartuigen. 

Uitdagende eisen 
Er worden uitdagende eisen gesteld aan het voertuig. Dat geldt met name voor de zogenoemde over-snow eis, zodat ook is te opereren in gebieden met diepe sneeuw. Uit onderzoek blijkt dat geen bestaand voertuig hieraan voldoet. Een uitgebreid ontwikkelingstraject is vanwege de duur en de kosten echter niet wenselijk. Daarom wordt gezocht naar een civiel of militair voertuig ‘van de plank’ dat al zoveel mogelijk voldoet en is aan te passen. Onderzoeksinstituut TNO wordt bij dit proces betrokken. 

Het project begint dit jaar en duurt tot en met 2028. Naar verwachting stromen in 2025 de 1e voertuigen binnen.

Streepje

Staatssecretaris Visser: ‘‘Investeren in munitie hoognodig’’

Defensie heeft de afgelopen periode flink geïnvesteerd in het op orde brengen van de munitievoorraden voor de zogenoemde 2de hoofdtaak, het bevorderen van de (internationale) rechtsorde en stabiliteit. Momenteel zijn er echter nog onvoldoende voorraden voor de verdediging van het koninkrijk en dat van zijn bondgenoten, de 1ste hoofdtaak van de krijgsmacht.

Ook is er een structureel exploitatietekort voor munitie voor opleiding en training. Aanvullende investeringen zijn nodig. Een besluit hierover is aan het volgende kabinet laat staatssecretaris Barbara Visser de Kamer 21 mei weten.

Doorgroeien naar grotere voorraden voor de 1e hoofdtaak vereist een langetermijnplanning, stelt Visser. Dat komt onder meer doordat de industrie voor hoogtechnologische kapitale munitie niet eenvoudig kan opschalen. Ook moet opslagcapaciteit vrijkomen. Defensie werkt hard om geëxpireerde munitievoorraden te demilitariseren. Bij een aanzienlijk deel van de oudste munitie is dat inmiddels gebeurd. Begin dit jaar heeft Defensie het tempo van de demilitarisering opgevoerd. Om dit proces de komende jaren te versimpelen, wil Defensie raamovereenkomsten afsluiten met dienstverleners in de munitieverwerkende industrie.    

Munitieprijzen omhoog 
Door een exploitatietekort lukt het niet om de huidige vraag naar conventionele munitie voor opleiding en training volledig te betalen. Het tekort van structureel € 60 miljoen wordt onder meer veroorzaakt doordat de munitieprijzen harder stijgen dan voorzien. Dit komt vanwege groeiende Defensie-investeringen van landen wereldwijd en daarmee een groeiende vraag naar munitie. Ook moet er meer munitie worden vervangen dan in voorgaande jaren. Dat heeft te maken met strikte toepassing van de veiligheidsnormen.

Visser heeft het munitiebudget voor opleiding en training in 2020 en 2021 incidenteel met € 40 miljoen verhoogd en is dat ook voor volgend jaar van plan. De staatssecretaris zoekt naar een structurele oplossing voor het tekort. Zo wordt bekeken of het verbruik van duurdere munitiesoorten kan verminderen. Daarbij onderzoekt Defensie mogelijkheden van minder dure trainingsmunitie en simulatie. Het uitgangspunt is en blijft dat de geoefendheid van de individuele militair gegarandeerd blijft.

Hand die patronen in een patroonhouder stopt.
Streepje

Halve gulden dwingt geluk af voor nieuw marineschip

Commandant Zeestrijdkrachten vice-admiraal Rob Kramer en zijn ranggenoot directeur Defensie Materieel Organisatie Arie Jan de Waard lasten op de werf van Damen Shipyards in Galati in Roemenië een metalen dop vast, met daaronder een halve gulden uit 1822. Iets meer dan 10 jaar geleden vond de eeuwenoude ceremonie voor het laatst plaats: het plaatsen van een munt bij de kiel van een te bouwen marineschip. Hiermee wordt geluk en voorspoed voor het vaartuig en de bemanning afgedwongen.

De gelegde kiel is van het nieuwe Combat Support Ship (CSS) Den Helder, dat in 2025 in de vaart komt. De bouw startte officieel in december vorig jaar, toen in Roemenië het eerste staal voor het nieuwe schip werd gesneden. Daaraan werd door de coronacrisis weinig ruchtbaarheid gegeven.

Waardevolle bijdrage 
De Waard noemde niet alleen de ceremonie bijzonder. Hij stelde dat het nieuwe platform bijzonder wordt voor de marinecollega’s. Zij krijgen een schip dat een waardevolle bijdrage levert aan de capaciteit van de marine. 

Het is volgens hem niet het laatste schip dat de marine de komende jaren met Damen bouwt. Er staan 4 nieuwe fregatten op de planning voor de Belgisch/Nederlandse vloot.

Combat Support Ship 
De Den Helder krijgt als taak marineschepen op zee te voorzien van brandstof en munitie. Daarmee beschikt de zeemacht in 2025, sinds de uitdienststelling van de Amsterdam in 2014, weer over een eenvoudige, robuuste bevoorrader.

Laatste beproevingen 
Het nieuwe schip wordt in Roemenië gebouwd en maakt de proefvaart op de Zwarte Zee. Daarna komt het op eigen kracht naar Nederland. Dan krijgt het alleen nog specifieke Defensieapparatuur zoals een combat managementsysteem en volgen de laatste beproevingen.

De Den Helder wordt 180 meter lang, ruim 26 meter breed en heeft een waterverplaatsing van 22.500 ton. De vaste bemanning bestaat uit 75 personen. Dat kleine aantal is haalbaar dankzij de automatisering aan boord. Het schip krijgt echter accommodatie voor 160 personen, voor het geval er missiemodules meegaan en er opstappers zijn.

Na overleg met het Nederlands Instituut voor Militaire Historie is ervoor gekozen een munt uit 1822 in de kiel van de Den Helder te plaatsen. Reden is de officiële overdracht van het marine etablissement (onder andere een droogdok) in Den Helder aan de zeemacht. Dat gebeurde in september 1822.

Kiellegging CSS Den Helder in Roemenië.
Streepje

Budget voor investeringen materieel Kustwacht Carib vastgesteld

Met het Lange Termijn Plan (LTP) 2019-2028 is de inzet van de Kustwacht Caribisch gebied voor de komende jaren financieel gegarandeerd. De Kustwacht Carib beschikt tot en met 2028 in totaal over € 168 miljoen, bedoeld voor materieelvervangingen. De 4 landen in het Koninkrijk zorgen gezamenlijk voor de financiële dekking van het budget. Dat staat in de bestuursakkoorden, die samen met het LTP vandaag in de Rijksministerraad zijn behandeld. Minister Ank Bijleveld-Schouten heeft de stukken op 28 mei aan de Kamer aangeboden.

De Kustwacht Carib bestaat sinds 1996. Het is een samenwerkingsverband tussen alle landen binnen het Koninkrijk. Nederland (69%), Aruba (11%), Curaçao (16%) en Sint Maarten (4%) dragen naar rato bij aan de kosten. De bijdrage van Nederland komt uit de Defensiebegroting. 

De kustwacht richt zich niet alleen op de bewaking van de maritieme buitengrenzen. De organisatie speelt ook een belangrijke rol in de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit en heeft taken op het terrein van toezicht, search and rescue en rampenbestrijding. 

Materieel vervangen 
Om deze taken ook de komende jaren goed uit te kunnen voeren, moet periodiek materieel worden vervangen. Met het LTP geeft Defensie hierin inzicht. Van de 168 miljoen gaat 159,9 miljoen naar investeringen met het oog op materieel vervangingen. Het overige bedrag is bedoeld voor exploitatiekosten.

Een verkenningsvliegtuig van de Kustwacht Carib.
Streepje

Container-aankoop maakt inzet F-35 voor missies mogelijk

Om F-35 vliegers tijdens uitzendingen en oefeningen van de juiste info te voorzien, zijn er specifieke containers nodig. Ze komen eraan. Vliegbasis Leeuwarden krijgt deze zomer de eerste exemplaren. De Nederlandse firma Contour maakt de containers. Vandaag bezegelden de Defensie Materieel Organisatie en Contour de aankoop met een handtekening.

De F-35’s kunnen straks ver buiten de eigen vliegbasis opereren dankzij de speciaal ontworpen containers. Ze worden voorzien van de noodzakelijke werkplekken. Ook is ruimte voor de ICT-systemen. De containers moeten voldoen aan de specifieke beveiligingseisen van het F-35-programma.

Leeuwarden krijgt er in totaal 10, waarvan de eerste in september arriveert. Daarna volgt elke maand een nieuwe. Ook op Volkel komen op korte termijn containers. Elk F-35 squadron krijgt een eigen set. Een set bestaat uit 5 tot 10 containers

F-35 container van Contour.
Streepje

Defensie haalt banden aan binnen marinebouwcluster

Defensie gaat nog nauwer samenwerken met partners op het gebied van marinebouw en alle (technologische) ontwikkelingen die daarbij komen kijken. Met de Dutch Naval Design gaan de partijen onder meer gezamenlijk onderzoek doen.

Aan het samenwerkingsverband doen het Maritime Research Institute (MARIN) en kennisinstituut TNO mee. Ook het Netherlands Aerospace Centre (NLR), de TU Delft en verschillende partijen uit de industrie sluiten zich aan. Gezamenlijk vormen zij het zogeheten Gouden Ecosysteem van de Nederlandse Marinebouw.

Duidelijk was dat de ontwikkeling en toepassing van innovaties op militair maritiem 'platformgebied' achter dreigden te blijven. Ook zijn nieuwe mogelijkheden voor financiering ontstaan binnen en buiten Defensie. Deze vragen om een gezamenlijke aanpak en regie.

De Dutch Naval Design moet dit proces nu verbeteren en versnellen. Dat gebeurt door de krachten en kennis te bundelen en een duidelijkere richting en focus te bepalen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.

Volgens de plaatsvervangend directeur van de Defensie Materieel Organisatie is er een steeds breder palet aan technologieontwikkeling en nieuwe kennisgebieden. “De partijen in het marinebouwcluster hebben elkaar daarbij nodig. Niemand kan het alleen. We kijken uit naar een mooie samenwerking met onze partners om onze kennis en capaciteiten te bundelen”, aldus generaal-majoor Ivo de Jong

Ondertekening samenwerking Dutch Naval Design.
Streepje

Defensie schaft mobiele containers aan voor betere veldhospitalen

Defensie gaat de veldhospitalen vernieuwen en uitbreiden. Hiervoor moeten nieuwe geneeskundige containers en bijbehorende modules worden aangeschaft, zoals energievoorziening en sterilisatietenten. Daarmee verbetert de mobiele geneeskundige zorg niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief.

Defensie beschikt sinds 2015 over 2 veldhospitalen in tenten met beperkte capaciteit. Het Mobiel Geneeskundig Operatiekamer Systeem werd destijds buiten gebruik gesteld. Het systeem had het einde van de levensduur bereikt en er was geen geld voor vervanging.

Met de aanschaf van ruim 70 containers beschikt Defensie in de toekomst over 3 identieke, moderne veldhospitalen. Die voorzien in spoedeisende hulp en eerste- en tweedelijnszorg inclusief basischirurgie. De capaciteit en kwaliteit gaan hierdoor omhoog. De bedoeling is dat de 1e containers in 2025 in gebruik worden genomen. 

Vaste inrichting 
Er is gekozen voor containers, omdat deze vanwege de vaste inrichting snel operationeel inzetbaar zijn. Ook zijn de installaties naar behoefte flexibel in te zetten. Een extra voordeel is dat het geneeskundig personeel de juiste middelen krijgt. Het schaarse personeel is daardoor beter te behouden.

De containers bieden bescherming bij chemische, biologische, radiologische en nucleaire omstandigheden. De installaties zijn nog uit te breiden met extra operatie-, IC-, en verpleegcapaciteit.

Ook is over duurzaamheid nagedacht. Zo verbruiken de nieuwe aggregaten minder fossiele brandstoffen en hebben ze een geringere uitstoot. Bovendien is een groot deel van de huidige middelen geschikt voor hergebruik.
Defensie onderzoekt of de aanbesteding via het zogeheten NATO Support and Procurement Agency plaats kan vinden. Op die manier voldoen de installaties automatisch aan alle geldende NAVO-normen en standaarden. Zo wordt interoperabiliteit verbeterd en zijn de mogelijkheden voor internationale samenwerkingen groter.

Met het project is 25 miljoen tot 100 miljoen euro gemoeid. Dit bedrag komt ten laste van het investeringsbudget van Defensie.

Veldhospitaal.
Streepje

Brandstof voor Historische Vlucht

Het Defensie Brand- en Bedrijfsstoffen Bedrijf (DBBB) heeft vandaag een contract met Shell getekend voor de levering van brandstof voor de militaire historische vliegtuigen van de Koninklijke Luchtmacht. De commandant van het DBBB, kolonel Erik Ensing, en de voorzitter van de Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht luitenant-generaal bd Bart Hoitink, waren aanwezig bij de ondertekening. 

De op vliegbasis Gilze-Rijen gevestigde stichting Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht (KLuHV) heeft tot doel de vliegende historie van de Nederlandse militaire luchtvaart, en in het bijzonder van de Koninklijke Luchtmacht, uit te dragen. Deze historische vliegtuigen hebben specifieke brandstof nodig van het type F18.

Het DBBB is verantwoordelijk voor het leveren van de juiste kwaliteit brand- en bedrijfsstoffen voor het materieel van Defensie, zowel voor het meest moderne materieel als ook historisch materieel. Door goede samenwerking tussen de KLuHV, de KLu en de projectleiders van het DBBB, is de KLuHV de komende jaren weer in staat de Nederlandse luchtvaarthistorie uit te dragen door onder andere op open dagen aanwezig te zijn.

Ondertekening brandstofleveranties Historische Vlucht.
Streepje

Militaire Post Organisatie naar Bunnik

De Militaire Post Organisatie (MPO) is verhuisd naar een andere locatie. Omdat het huidige pand in Utrecht niet meer voldeed, is er gezocht naar andere huisvesting. Vanaf maandag 7 juni is de Groeneweg 21 te Bunnik het nieuwe onderkomen van de MPO. 

De MPO verzorgt wereldwijd de post van en naar in het buitenland uitgezonden, oefenende en gestationeerde militairen en hun gezinnen.

Ook de sortering, overslag en frankering van de dienstpost is de taak van de MPO. Daarnaast regelt de MPO de aansluiting op de distributie buiten Defensie, waarbij dagelijks op vaste tijden de post wordt aangeleverd en ontvangen via PostNL. Dit gebeurt met een team van 35 collega’s, 10 actieve militairen en 25 burgers.

Ingang Defensie Post Organisatie.