Tekst Evert Brouwer
Foto sergeant-majoor Maartje Roos
Yang en Ramon, ambassadeurs van Wet Banenafspraak
Plaatsvervangend directeur DMO generaal-majoor Ivo de Jong stond erop dat hij een kans kreeg bij de DMO (zie kader). En directeur B&B Harmen Alkema is nu een koning te rijk met diezelfde Yang Praagman. Net als Ramon van der Vlist werkt hij bij de Defensie Materieel Organisatie via de Wet Banenafspraak (WBA), een initiatief dat naadloos past in het streven om de DMO kansen te bieden aan iedereen. Diversiteit en inclusiviteit staan hoog in het vaandel en daaraan wordt hard gewerkt. Maar hoe gaat dat in coronatijd?
Ook in deze moeilijke periode van vrijwel louter thuiswerken, voelen Yang (30) en Ramon (27) zich helemaal op hun plek bij de DMO. “Deze baan geeft enorme positieve energie”, zeggen ze. Om het even in perspectief te zetten: Yang heeft een aangeboren handicap, waardoor hij zich moeilijk voortbeweegt. Ramon heeft de weinig bekende (progressieve) spierziekte Friedreich Ataxi (FA), die hem zeker in deze coronatijd aan zijn (ouderlijk) huis gekluisterd houdt.
Ondanks dat beide mannen geen enkel probleem kenden met leren op school of universiteit – Ramon heeft bijvoorbeeld een bachelor psychologie – is het vinden van een baan lastig. Een afstand tot de arbeidsmarkt heet dat. “Ik snap best dat ik lastig ben voor een werkgever”, realiseert Ramon zich. “Mijn energie is zo’n 40% van een gezond iemand. Tijdens mijn studie moest ik me ook beperken tot 1 vak per blok. En er is nu eenmaal moeilijk werk te vinden voor iemand die maximaal 10 uur in de week kan werken. Dat doe ik over 2 dagen van 5 tot 6 uur. Dan ben ik ook goed moe. Maar wel voldaan moe.”
Slechts 3 weken ging de in De Meern woonachtige DMO’er per taxi van en naar de Kromhoutkazerne toen het coronavirus vorig jaar maart toesloeg. “En ik behoor door mijn ziekte nu eenmaal tot de risicogroep.”
Ramon werkt sinds september deels onder meer voor de coördinator WBA bij de Defensie Materieel Organisatie, Amber Voorburg. “We hebben nu een tiental collega’s die via de Wet Banenafspraak inmiddels een vast contract hebben gekregen. Het gaat om medewerkers die om diverse redenen anders niet aan een volledige baan zouden komen. Het betreft niet alleen lichamelijke problemen, maar ook geestelijke als bijvoorbeeld autisme. Als ik de leidinggevenden zo hoor, is het bij de DMO in ieder geval een succesverhaal. Dat generaal De Jong en Harmen Alkema zich persoonlijk inzetten zegt al heel veel. We willen deze medewerkers via de WBA ook graag perspectief bieden in plaats van een tijdelijk contract zoals Yang en Ramon nu nog hebben.”
Ramon denkt mee met zaken die spelen binnen het project WBA. “Dat gaat via MS Teams. Dat werkt wel, maar ik kan op die manier minder goed gebruik maken van de kennis die ik met mijn studie psychologie heb opgedaan. Dat wil ik graag in praktijk brengen. Ik behoor tot de risicogroep en kan dus helaas niet naar de Kromhoutkazerne.”
'Kritiek van mij wordt ook goed geaccepteerd, moet ik zeggen'
Dat is dus anders voor Yang Praagman (30) die zich minimaal eenmaal per week met zijn elektrische loopfiets naar de KHK begeeft. “Ik werk bij B&B voor het team Militaire Commissie Gevaarlijke Stoffen (MCGS), onder leiding van Jeffrey Kollmann. Echt een héél leuke ploeg, waar veel werk is te doen.”
Hij heeft een diploma interactieve vormgeving in de broekzak, vlogt er soms voor de DMO over zijn werk en timmert ook aan de weg als muziekproducer. DMO is zijn tweede werkgever na de Inspectie Leefomgeving en Transport. Hoewel boventallig – zoals alle WBA’ers – heeft hij zich al min of meer onmisbaar gemaakt bij de directie Bestuur & Bedrijfsvoering. “Ze weten me bij B&B en MCGS nu wel te vinden”, zegt hij breeduit lachend. “Laat ik voorzichtig zeggen dat er nogal wat administratief werk is blijven liggen. Die kritiek van mij wordt ook goed geaccepteerd, moet ik zeggen.”
Een deel van dat werk is vanuit huis te doen en ook Yang houdt zich zoveel mogelijk aan de regel om vanuit huis te werken. “Ik vind dat soms best lastig omdat privé en werk door elkaar lopen. Er is namelijk echt nog zoveel te doen, eigenlijk zou er iemand bij moeten komen om de achterstanden weg te werken”, vindt hij.
‘Ieder wil zinvol werk’
“Ieder mens heeft kwaliteiten en iedereen heeft behoefte aan zinvol werk. Daarvan ben ik overtuigd’, zegt plaatsvervangend directeur DMO, generaal-majoor Ivo de Jong. “Tegelijk zie ik met enige zorg dat de maatschappij steeds sneller gaat. Daardoor wordt het voor veel mensen moeilijker om fysiek of intellectueel aan te haken. Als alles dan ook nog zakelijk moet en er scherp wordt gestuurd op financiën, dan dreigen grote groepen mensen langs de kant te komen staan en niet meer aan het arbeidsproces te kunnen deelnemen. Met alle persoonlijke en maatschappelijke problemen van dien. Dat vind ik zeer ongewenst. Hoewel ik over het algemeen niet zo van opgedrongen quota ben, vond ik de wet arbeidsparticipatie een goed initiatief van de regering. En uiteraard kan Defensie een bijdrage leveren. Wellicht niet bij alle eenheden, maar zeker de DMO kan gemotiveerde mensen een plek bieden en daarmee bijdragen aan dit maatschappelijke vraagstuk. Ik had hierover al eerder met Amber Voorburg, die voor de DMO de wet arbeidsparticipatie begeleidt, gesproken en haar mijn steun toegezegd in mogelijke discussies in de DMO-raad.
Nu is het altijd mooi om iets te vinden en steun toe te zeggen, maar wat doe je als het dichtbij komt?
Mijn echtgenote werkt ook bij de overheid en zij vertelde regelmatig dat op haar de afdeling iemand werkte via de wet arbeidsparticipatie en dat de hele afdeling daarmee superblij was. Op een gegeven dag gaf zij aan dat tot teleurstelling en verbazing van haar afdeling het contract met de arbeidsparticipant niet kon worden verlengd door rechtspositionele redenen. Ze zat daar echt mee. Ik zag een kans voor de DMO: goede en gemotiveerde werknemers zijn altijd welkom, en heb via mijn echtgenote het CV van Yang opgevraagd en ingeleverd bij Amber. Bewust heb ik me niet bemoeid met het verdere proces, maar ik was heel blij om te horen dat Yang al snel zijn plek had gevonden bij MCGS. Blij voor Yang, blij voor de DMO en blij voor mezelf, want ik had mijn echtgenote (en haar afdeling) ook een plezier gedaan.”