Tekst Evert Brouwer
Foto Herman Zonderland/Archeif MCD
Directeur Dick Kreiter zoekt samenwerking
Er staat de komende jaren veel moois te gebeuren bij Defensie. Om maar wat te noemen: de F-35 komt eraan, een Joint Support Ship, nieuwe mijnenjagers, een compleet nieuw wagenpark voor de landmacht en nieuwe uitrusting voor de militair. De Directie Projecten van de Defensie Materieel Organisatie is daarvoor verantwoordelijk. “We zijn de eerste component van de vernieuwing. Elke keer als we iets afleveren, maken we iemand blij”, zegt de directeur, commandeur Dick Kreiter.
Ruim anderhalf jaar geleden viel Kreiter met zijn neus in de boter bij de DMO. De nieuwe Defensienota was net uit, met daarin voor het eerst sinds 1992 een verhoging van het budget. “Eerlijk is eerlijk, het is een gunstig tijdvlak om in deze baan te stappen. Anderzijds moet je daar niet te licht over denken: sinds die Defensienota begin 2018 is verschenen, zijn we met zo’n 70 projecten gegroeid tot een totaal van 250. Dat gaat niet vanzelf. Het vraagt grote inzet en flexibiliteit van onze medewerkers. We waren immers gewend om op de rem te trappen, waar we nu móéten investeren.”
In de lucht
Nu klaagt de commandeur bepaald niet en al helemaal niet over het verloop van zijn carrière. “Ik heb thuis en hier fijne mensen om me heen en dat maakt het werk prettig en gemakkelijk.” De marine bracht hem vanzelfsprekend naar zee, maar ook in de lucht (de Marine Luchtvaartdienst op Marinevliegkamp Valkenburg) en bij de DMO. “Alleen het groot materieel van de landmacht was tot voor kort een beetje een blinde vlek voor me. Het is mooi dat het Commando Landstrijdkrachten naast ons zit op de Kromhoutkazerne. Ik kan zo binnenlopen als ik vragen heb.”
Eerder werkte Kreiter bij het Joint IV Commando. Ervaring die hem goed van pas komt in zijn huidige functie. “Elk nieuw wapenplatform brengt tegenwoordig zeker 10 IT-systemen met zich mee en dan is het wel handig als je daar wat van weet.”
Het Joint IV Commando speelt dus een belangrijke rol bij de projecten, maar dat geldt volgens Kreiter “voor de volle breedte van DMO”.
Ervaring
De Directie Projecten in het bijzonder, maar DMO in het algemeen kan de kar niet alleen trekken. “Laat voorop staan dat hier zeer kundige en gemotiveerde medewerkers, burgers en militairen, aan de slag zijn. Er is veel ervaring en ik zie ook jonge collega’s van nog geen 30 die beslissingen durven te nemen. Die jongeren komen hier niet werken vanwege het salaris, maar omdat het uitdagend werk is.
‘Elke keer als we iets afleveren, maken we iemand blij’
De directie maakt veel gebruik van de expertise bij de Operationele Commando’s. “Technische afdelingen zoals de Directie Materiële Instandhouding (DMI, marine) en Materieellogistiek Commando (landmacht) zijn van grote waarde met hun specifieke kennis. Het is voor iedereen managen met schaarste. De groei in projecten is niet in gelijke tred met de toename van het personeel. Het betekent dat je soms voor een oplossing moet kiezen voor een 80%-oplossing. Dat je niet alles zelf doet, maar een deel van het project buiten Defensie neerlegt. Dat gebeurt nu bijvoorbeeld bij het nieuwe Joint Support Ship.”
Succes
Maar partnerlanden en internationale organisaties als de DMO van de NAVO (NSPA), kijkt de Directie Projecten steeds verder over hun grens. “Wat dat betreft vind ik het project rond de nieuwe tankvliegtuigen (de Airbus 330 MRTT) een geweldig voorbeeld. Er zijn 5 landen bij betrokken (Noorwegen, Duitsland, Luxemburg, België en Nederland). Wij hebben daarin de leiding, er is 1 configuratie die bij 1 industriële partner is belegd. Dat is duidelijk een recept voor succes, want de toestellen worden op tijd geleverd en binnen het budget. De NAVO is straks trouwens de eigenaar en het onderhoud is via NSPA bij Airbus belegd. Ik denk dat er meer van dit soort projecten komen via NSPA of OCCAR.”
‘90% van de projecten gaat goed, 10% geeft gedoe’
Kraanwagens
Betrekkelijk nieuw is dat landen aanhaken bij een bestaand project van een van de partners. “In het contract voor onze 9 Multi Mission Radars is opgenomen dat partners onder dezelfde voorwaarden kunnen meedoen. Wij hebben dat zelf gedaan bij de aanschaf van gepantserde kraanwagens. Duitsland heeft een serie besteld bij Liebherr en dat worden er nu 4 meer. Zo gemakkelijk kan dat. Alleen kun je dan geen eisen meer stellen; je neemt precies dezelfde af.”
Gedoe
In 90% van de projecten gaat het allemaal goed, 10% “geeft gedoe omdat het te laat of duurder is geworden”, zegt Kreiter, “en dat is zeker niet altijd de schuld van DMO. Neem kleding, waar de industrie enorm competitief is. Elke beslissing van ons kan tot een kort geding leiden en dus vertraging. Ook al is er geld en een jubelstemming, het achterstallig onderhoud in alle facetten is nog lang niet ingehaald.”