Tekst Evert Brouwer
Foto Hans Roggen
‘Forse uitdaging voor de DMO en KPU-bedrijf’
“Behalve in nieuw materieel zoals nieuwe voertuigen, schepen en vliegtuigen, investeren we ook in de persoonlijke uitrusting van onze mensen. Daar is deze kleding een mooi voorbeeld van.” Met deze woorden verstrekte Commandant der Strijdkrachten (CDS) luitenant-admiraal Rob Bauer op maandag 4 juni de eerste set interimkleding voor uitzendingen. De kleding is bedoeld voor personeel dat in 2018 en 2019 wordt ingezet in artikel-100 missies en de missie in de Baltische Staten (Enhanced Forward Presence).
Er zijn in totaal 7.200 sets aangeschaft. Iedere set bestaat uit 8 verschillende artikelen: gevechtsshirts en -broeken met geïntegreerde kniebeschermers, veldshirts en -broeken, een gevechtsparka, een hoed en een cap. Alle artikelen zijn uitgevoerd in het multicam camouflagepatroon. “De set vervangt hoofdzakelijk de huidige desertkleding”, licht Kristian van Drimmelen toe. Hij is de projectleider namens het Kleding- en Persoonsgeboden Uitrustingbedrijf (KPU-bedrijf) van de Defensie Materieel Organisatie (DMO).
Overbrugging
De huidige tenues zijn in de jaren ‘90 ingevoerd en zijn aan vervanging toe. “Dat heeft ook te maken met het optreden van de krijgsmacht, dat is veranderd. En daarmee de eisen die militairen stellen aan het gevechtstenue. Bovendien zijn de technologie en de materialen in de tussentijd sterk verbeterd” zegt luitenant-kolonel Nico Pot, projectleider Defensie Operationeel Kleding Systeem (DOKS) bij DMO.
In 2020 wordt de gehele krijgsmacht voorzien van het nieuwe kledingsysteem. Aangezien de invoering van DOKS niet is te versnellen, heeft de CDS vorig jaar aan DMO de opdracht gegeven interimkleding voor uitzendingen aan te schaffen ter overbrugging. “Behalve dat DOKS voor de gehele krijgsmacht wordt ingevoerd, vervangt dit kledingsysteem meer artikelen dan het huidige gevechtstenue” vult overste Pot aan.
Raamcontract
De snelste route naar de interimkleding voor uitzendingen was via een bestaand raamcontract van het NATO Support and Procurement Agency (NSPA). Hierover is intensief contact geweest met NSPA en dat heeft geleid tot instemming met deze oplossing. “Door gebruik te maken van dit contract is de wens van de CDS binnen een jaar ingewilligd en konden we al begin deze maand de eerste sets verstrekken”, voert Van Drimmelen aan.
Eerste sets
Aanvankelijk leek de behoefte van Defensie 'van de plank’ te worden vervuld. Pas in een later stadium van de verwerving zijn aanvullende eisen gesteld. De kleding moest met permetrine – een insectenwerend middel - worden behandeld en zijn voorzien van een bevestiging (een zogenoemde lummel) voor een onderscheidingsteken. Daardoor is de eerste levering vertraagd. Om deze niet verder te vertragen, is er voor gekozen de eerste batch niet te voorzien van de lummel. Ook is gekozen voor een beperkter aantal maten. “Hierdoor zijn de eerste 500 sets al medio mei geleverd”, legt Van Drimmelen uit.
Naleveringen
Inmiddels zijn ruim 300 militairen die deelnemen aan de missies LRRPTG (Mali), NSE, ATFME (Midden-Oosten) en RSM (Afghanistan) voorzien van de interim kleding voor uitzendingen. Vooral het aantal verstrekkingen aan personeel van Air Taskforce Middle-East is flink toegenomen ten opzichte van de initiële planning. Dit – in combinatie met de beperkte omvang en maatboog van de eerste batch – leidt tot een aantal naleveringen.
Om dit zo snel als mogelijk te laten verlopen, heeft het KPU-bedrijf direct maatregelen genomen. De volgende levering van 1.500 sets arriveert per vliegtuig in plaats van over zee. De maatboog van de nog te bestellen kleding is aangepast en komt na de zomer. Tenslotte wordt vanaf nu de maat genomen van de militairen in plaats van de kleding direct te verstrekken. De verstrekking is dan afgestemd op het vertrek van de militairen.
‘Andere mindset nodig’
De wens om voor de invoering van het DOKS met tijdelijke kleding voor uitzendingen te komen is mede ingegeven door de Defensieonderdeeladjudanten. “Het is mooi om te zien dat er 10 maanden na het besluit van de Commandant der Strijdkrachten al kleding wordt verstrekt”, reageert Krijgsmachtadjudant Nico Spierenburg.
“Dat DOKS in 2020 of 2021 pas op de plank zou komen, duurde te lang naar onze zin. Met mijn collega’s van de krijgsmachtdelen hebben we onder andere bij het Beraad Operationele Commandanten (BOC) aangedrongen op snel handelen. Nog langer in de huidige kleding opereren is geen optie. Dat vraagt van ons en van de DMO wel om een ander kijk op onze manier van verwerven. De CDS heeft het initiatief overgenomen, daarmee zijn steeds meer mensen in het idee van interim kleding gaan geloven. Onze adviezen voor de toekomst: stop met zelf verzinnen, koop meer COTS/MOTS kleding en uitrusting wat door ander landen gebruikt en beproefd is. Laat de markt bij elke nieuwe batch verbeteringen aanbrengen, dan hebben we altijd het ‘laatste model’. Op deze manier hebben onze mensen op missie de juiste kleding en uitrusting. Op naar 2020, het jaar waarin de definitieve nieuwe kleding en uitrusting geleverd gaat worden.”