Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto Keesnan Dogger

Creatievelingen en gesjeesde ondernemers, binnenkort staan ze massaal in de rij voor afgedankte Defensiekleding. Want gerecyclede spullen zijn hip, zeker als ze een ‘verhaal’ hebben. De mogelijkheden om gebruikte textielvezels nieuw leven in te blazen, zijn eindeloos. Dat bewezen de jonge starters en universiteitsstudenten in april tijdens de Circular Innovation Games. Commerciële partijen keken reikhalzend uit naar de nieuwe ideeën van de next generation. En Defensie? Die houdt er een aardig centje aan over.

Mensen met een arbeidsbeperking sorteren bij de Biga Groep alle afgeschreven Defensiekleding en al een groot deel van de geretourneerde bedrijfskleding van het Rijk. Foto: Robert Koelewijn.

Het lijkt te mooi om waar te zijn: goed verdienen aan je troep. Nog mooier is het als je daarbij ook nog een positief steentje bijdraagt aan het milieu, de economie een zwieper geeft en de markt bedient met gewilde producten. Defensieprojectleider luitenant-kolonel Rob van Arnhem gaat waarschijnlijk met pretoogjes naar bed en staat ermee op. Hij vindt het meervoudige succes van de afgeschreven Defensiekleding fantastisch. “Je zou denken dat ik in een geitenwollensokken-branche werk, maar in plaats daarvan ben ik te gast op exclusieve modeshows en ontwerpwedstrijden van aanstormend talenten.”

Afgeschreven Defensiekleding meervoudige succes

Miljoen binnenslepen

Van Arnhem werkt vanuit de DMO als categoriemanager bedrijfskleding Rijk. Sinds twee jaar koopt hij alle bedrijfskleding van de Rijksoverheid in, behalve de tenues en uitrustingen voor operationeel optreden van de krijgsmacht. Na verloop van tijd stoot hij hetgeen versleten en verouderd is weer af. Dat doet hij steeds milieubewuster en financieel stukken voordeliger. Meer dan een miljoen euro weet de overste inmiddels binnen te slepen met het textielafval van Defensie. En dat terwijl de krijgsmacht vier jaar geleden nog een half miljoen moest betalen voor het verbranden van zo’n duizend ton retourkleding. “Alle opbrengsten vloeien direct terug naar Defensie en gebruiken we voor onze core business.”

De zuiverheid van Defensiekleding is uniek ten opzichte van kleding op de consumentenmarkt: wat op het label staat, zit er echt in. De afwijking is maximaal 1%. De betrouwbaarheid en goede kwaliteit vezel zorgen voor hoogwaardig textiel‘afval’. Foto: Louis Meulstee.

Creatieve businessmodellen

Op de talentenwedstrijd in Nijmegen is Van Arnhem met zijn middelbare leeftijd en in zijn groene DT-uniform een vreemde eend in de bijt. Samen met nog twee ‘grijze koppen’, een Gelderse afvalbeheerder openbare ruimte, een recyclingexpert en een jonge dame van een textielbedrijf daagt hij twintigers uit creatieve businessmodellen te maken door het hergebruiken van textiel- en huisafval. Veertig jongelui in negen multidisciplinaire teams binden met elkaar de strijd aan. De bewuste mix van creatievelingen, industrieel ontwerpers en bedrijfskundigen laat de deelnemers boven zichzelf uitstijgen. “Innovatieve ideeën kunnen we nu direct toetsen op haalbaarheid”, roept één van hen uitgelaten. “Zo’n co-creation is doorgaans het meest succesvol als de hele productieketen erbij betrokken is”, beaamt de vierkoppige jury. “Denk in partnerships.”

12 studenten en jong professionals bedachten duurzame producten gemaakt van afgeschreven Defensiekleding. Het bedrijvenconsortium Dar, ARN, Dutch Awearness, DenimX en I-Did sponsorde en steunde hen bij voorbaat.

Gat in de markt

Een succesvol partnerschap; niet alleen de wedstrijddeelnemers dromen ervan, ook gevestigde commerciële bedrijven. De aanwezige afvalbeheerders en textiel(recycle)bedrijven hangen dan ook aan de lippen van de jonge uitvinders wanneer zij hun concepten pitchen. Allen hopend op het nieuwe gat in de markt. Twee van de teams focussen met hun ontwerp op een uitbreiding van de productenreeks van textielbedrijf Dutch Awearness. De onderneming maakt onder meer recyclebare bedrijfskleding, picknicktafels en pallets in Polen, maar wil het assortiment graag uitbreiden. Zeker nu de firma dit jaar een fabriek in Nederland opent. De jonge talenten bedenken een regenpijp met een levenscyclus van 400 jaar in plaats van de reguliere tien jaar van de bekende PVC-buizen. Het andere idee is een bouwsteen à la Lego, maar dan voor echte huizen en bijvoorbeeld festivalbarren. Operationeel manager Iris van Wanrooij is in haar nopjes met de ideeën: “We gaan zeker in gesprek met de twee teams om te onderzoeken of we de concepten kunnen verwezenlijken tot winstgevende businessmodellen.”

De teams pitchen in een paar minuten hun concepten aan vier Nederlandse succesvolle pioniers binnen de duurzame economie. Het zijn de resultaten van zes dagen en nachten brainstormen, ontwerpen en toetsen op haalbaarheid.

Zeven-cijferige winst zal alleen nog maar stijgen

Duurzame gedachte

Ook de commercieel manager en industrieel ontwerper van DenimX, dat oude jeansvezels verwerkt tot hoogwaardige lifestyle producten zoals laptopkoffers en designklokken, zijn blij verrast. In hun straatje werden een ‘office in a backpack’ en een groene textielmuur met hangplanten ontworpen. Het ‘rugtaskantoor’ bestaat uit modulaire puzzelstukken waarmee je bijvoorbeeld een bureau en stoel kunt maken. Elke (lege) ruimte tover je daarmee in een handomdraai om tot werkplek. De textielmuur zou ten opzichte van een gewone kantoormuur bijdragen aan een productieve, creatieve en gezonde werkplek. Bovendien inspireert het de duurzame gedachte van circulair ondernemerschap. De twee ondernemers willen in een vervolgafspraak de mogelijkheden graag verder onderzoeken. 

“Blow my mind!”, riep de vierkoppige jury verwachtingsvol voorafgaande aan de pitch. De 4 deskundigen waren (vlnr): Veerle Luiting (expert duurzame mode), Antoine Heideveld (directeur Het Groene Brein), Ruud Koornstra (duurzaam ondernemer en Energiecommissaris van Nederland) en Piet van der Wielen (Eindhoven’s start-up goeroe).

Legerbrancards

Overigens zocht DenimX Defensie vorig jaar al op, vanwege hun interesse voor hoogwaardige textielvezels van Defensiekleding. “We testen momenteel de eigenschappen van de vezels en hoe die zich in het composietproces verhouden. We denken er bijvoorbeeld al over om er legerbrancards van te maken. Oersterk, maar tegelijkertijd heel licht. Ideaal voor op missie en nog in legergroen ook.”

Op de Radboud Universiteit in Nijmegen luisteren deelnemers, commerciële bedrijven en andere geïnteresseerden aandachtig naar de innovatieve ideeën in het kader van de circulaire economie.

Met pretoogjes sluit overste Van Arnhem de dag af: “Momenteel worden veelal laagwaardige producten gemaakt van onze afgeschreven kleding, zoals muurisolatie en autodeurbekleding. Maar de kwaliteit van onze vezels is zo goed dat je er veel meer mee kunt. Die zeven-cijferige winst die we nu al behalen, zal dus alleen nog maar stijgen.”