Tekst Evert Brouwer
Foto Erik Bijker/EAB Foto's en NIMH

Na 150 jaar einde aan Commissie van Proefneming

De spoorlijn Groningen-Leeuwarden was dat jaar zo’n groot succes dat derdeklas passagiers in veewagens moesten plaats nemen. Het was het jaar van de uitvinding van het dynamiet door Alfred Nobel en 21.000 Nederlanders verloren het leven tijdens een cholera-epidemie. Het is allemaal zo terug te vinden in de encyclopedie, maar vrijwel nergens staat een ander feit uit 1866 vermeld: de oprichting van de Commissie van Proefneming. De opheffing van de CvP na 150 jaar, vorige maand met een knal uit een 25-ponderkanon, zal evenmin de geschiedenisboeken in gaan. Toch mag het voor Defensie niet ongemerkt voorbij gaan.

Voorzitter CvP luitenant-kolonel Alex Visser (rechts) en P-DMO generaal-majoor Ivo de Jong.

Een voorloper van de Defensie Materieel Organisatie vindt de één, een paarse organisatie avant la lettre zegt de ander. Het is dan ook weer niet zo dat DMO een allesbepalende afdeling verliest. Voorzitter luitenant-kolonel Alex Visser moest bekennen dat hij tot een paar jaar geleden nooit van de CvP had gehoord. Het voorzitterschap van de commissie zat immers vast aan zijn functie van hoofd Kenniscentrum Wapensystemen en Munitie (KCWM). “Nu weet ik dat de CvP een hoeder van de theorethische- en praktijkkennis is geweest op het gebied van (ballistische) munitie. Niet alleen voor Defensie, maar ook voor de industrie.”

De 25-ponder arriveert.

Murphy

Vroeger waren wapens en munitie gevaarlijk, betoogde kolonel buiten dienst Marcel Mulder, destijds projectmanager voor de aanschaf van de Pantserhouwitser. “Je raakte in die beginjaren ook weinig met de eerste vuurmonden (voorladers). Daarvoor hebben we de CvP opgericht op 15 december 1866. Je wilt immers dat munitie het goed doet als jij het wilt en niet als je het niet wilt. De CvP was er om de Wet van Murphy, een aaneenschakeling van rampen, te voorkomen.”

Prettig

Uniek aan de CvP was de samenwerking tussen de krijgsmachtdelen. “Voor ons was die CvP van groot belang”, onderschreef kapitein-luitenant-ter-zee bd Jef Pijls. “De ontwikkelingen gingen eind 19e eeuw heel snel. De scheepskanons schoten in 1890 nog maximaal 500 meter, in 1914 was dat al 6000 meter. Dan is het wel prettig als je ook weet waar een projectiel terecht komt en hoe 't zich gedraagt.”

De laatste voorzitter van de CvP krijgt een oorkonde voor het laatste schot.

Vrees

De Koninklijke Luchtmacht bestond toen nog niet als zelfstandig krijgsmachtdeel, maar maakte tot 1945 als luchtmachtafdeling van de KL ook deel uit van de CvP. “Er zijn bommenafwerptabellen gemaakt en de boordvuurwapens van de Fokker G-1 en D-21 zijn door de CvP getest”, weet luitenant-kolonel bd Jan Wijdemans.

Mede-organisator van de viering in het NMM, Jan van den Berg, overziet het geheel.

Gewaarborgd

Hij vreest dat na het vertrek van de grote munitiefabrieken uit ons land, weer een deel van de kennis verloren gaat nu de CvP is opgeheven. Generaal-majoor Ivo de Jong, plaatsvervangend directeur DMO, deelt die angst niet. “We hebben besloten de CvP op te heffen, omdat binnen het Defensie Munitiebedrijf kwaliteit en veiligheid van munitie voldoende is gewaarborgd.”

De CvP ging eruit met een knal van een 25-ponder.