Tekst Patrick Regan
Europees kampioen in zijn vrije tijd
900 pk, van 0 tot 100 in minder dan een seconde en één stand: vol gas. In de tijd dat u deze eerste zin leest, is Martijn de Haas al met 350 kilometer per uur de finish gepasseerd. De monteur bij de Defensie Pijpleiding Organisatie is in zijn vrije tijd coureur voor Haasbrothers Racing. Hun 2-cilinder Harley Davidson legt de quarter mile (402 meter) in minder dan 7 seconden af. Afgelopen seizoen won het team het EK dragracen.
Wanneer Martijn aan de start van een race verschijnt, moet alles perfect zijn. De baan is glad als een biljartlaken; ingesmeerd met lijm en rubber voor extra grip. De motor loopt op nitromethaan, meer vloeibaar dynamiet dan brandstof. Het moment dat de coureur het gas opent, schiet zijn racemonster er al met 100 kilometer per uur vandoor. Het voorwiel trekt van de grond. Zou er achterop geen wheelie bar zitten, slaat de motor achterover. Sturen kan Martijn alleen nog door met zijn lichaam als zeil de wind op de juiste manier te vangen.
Nitro
25 jaar geleden verscheen de jonge racer voor het eerst aan de start, toen nog gewoon op een normale motor. “Telkens wil je toch een stukje sneller, dus ga je hem aanpassen”, vertelt Martijn. Door de tank te vullen met nitromethaan in plaats van benzine bijvoorbeeld. Zo verdubbelt het vermogen. Die explosieve kracht sloopt echter onderdelen, dus worden telkens sterkere componenten gebruikt. Inmiddels is van de originele Harley niets meer over.
Begon Martijn ooit samen met zijn broer Joeri, inmiddels versterken ook vriendin Colinda en Ronald van de Werken (opzichter bij DPO) het team. De meeste tijd zijn ze kwijt aan onderhoud. Lees: kapotte onderdelen vervangen. De koppeling, alle bougies en de olie verwisselt het team na iedere run. Allemaal zijn ze verbrand. Elke 2 races worden ook de grotere onderdelen gecontroleerd. Martijn: “Iedere 800 meter reviseren we eigenlijk de hele motor. Daar gaat het meeste geld in zitten.”
“De motor loopt op nitromethaan, meer vloeibaar dynamiet dan brandstof.”
En laat geld nu juist hetgene zijn waar het team een gebrek aan heeft. Sinds een jaar geleden hun sponsor de dragsport verliet, komt het viertal moeilijk rond. Martijn: “Maar daar zeuren we niet over, we accepteren dat we een klein budget hebben en we gaan ervoor. Met die mentaliteit zijn we dit seizoen toch Europees kampioen geworden.”
Tunnelvisie
Martijn gaat van start. De teller loopt op: 100, 200, 300 kilometer per uur. De adrenaline is gigantisch, zijn hersenen werken sneller en er treedt een tunnelvisie op. Die 6 en een beetje seconden lijken een eeuwigheid. “Mij vallen de raarste dingen op tijdens een run. Dat een bepaald persoon langs de baan staat bijvoorbeeld.”
Bij de finish aangekomen, inmiddels met 350 kilometer per uur, komt het meest heikele gedeelte. Het gevaarte tot stilstand brengen. “Ik heb 800 meter nodig om tot stilstand te komen. Het voorwiel gaat slippen en de motor wordt instabiel.” Als Haasbrothers Racing een nieuwe sponsor heeft, wil Martijn als eerste een parachute installeren.
Wat moet de toekomst nog brengen? Een nieuwe constructie om de achterband vast te houden, zelf een motorblok ontwerpen, de wensen zijn eindeloos. “Dan ben ik echt aan het fantaseren. We rijden nu een kwart mijl in 6,6 seconden. 6,5 is nog wel haalbaar, maar voor 6,4 is een nieuw frame nodig. Of dat nou lukt of niet, ik ga door tot het geld, of mijn lichaam, helemaal op is.”