Tekst Evert Brouwer
Foto Defensie
Hoe vervang je in korte tijd noodzakelijke apparatuur zonder dat de communicatie bij de politie in het geding komt? Laat dat maar over aan DMO/OPS. Door een hardwareprobleem in de eindapparatuur dreigde onlangs een volledige zone van het communicatiesysteem voor hulpdiensten, C2000, uit te vallen. Om dat op te lossen installeerde OPS ’s nachts in het hele land een vervangend platform, met een minimale impact.
DMO/OPS levert als ketenpartner voor de Openbare Orde en Veiligheid alle vaste verbindingen aan het Meldkamer Diensten Centrum (MDC) van het C2000-netwerk. Het gaat dan om de connectie tussen zendmasten, zoneswitches, meldkamers en het Netwerk Management Centrum (NMC). De dienst verzorgt het onderliggende datatransport-netwerk voor spraak (volgens TETRA-standaard), paging (alarmering door ‘oppiepen’) en de beveiliging van informatie voor de politie, brandweer en ambulance. Op het netwerk voor openbare veiligheid zijn bijna 600 geografisch verspreide opstelpunten (mastlocaties) aangesloten, waarbij ieder opstelpunt uitkomt op 1 van de 15 operationele zones.
Cruciaal
Een van de geleverde diensten is het C2000 Opstelpunt Verbindingen (COV). “Bij toeval kwam er een probleem in een cruciaal kastje – dat 60 opstelpunten bedient – aan het licht. Daardoor moest overal in het land de hardware met spoed worden vervangen”, legt projectleider John Ridderhof uit.
Transport
De complexiteit van de materie wordt zichtbaar op twee grote posters in de werkruimte van Ridderhof en zijn collega’s in Soesterberg. “Defensie is niet verantwoordelijk voor de dekking of de werking van het systeem. Het gaat om het transport van data, onder meer via het staande Defensienetwerk NAFIN. Voor de goede orde: we kunnen de gesprekken op geen enkele wijze volgen; het gaat er louter om dat berichten zo snel mogelijk op de juiste plek komen."
Achtervolging
DMO/OPS voerde de migraties uit met militaire precisie. Dat gebeurde in periodes dat het netwerk van C2000 volop in bedrijf was voor grote evenementen als de start van de Tour de France. “We deden het werk dus meestal in de rustige nachtelijke uren. “De tijdspanne daarvoor was 5 tot 10 minuten om alle risico op calamiteiten te vermijden. In de praktijk kwam het er op neer dat we in gemiddeld 3 minuten klaar waren. Het is wel voorgekomen dat we langer bezig waren, maar dat lag niet aan ons. We hebben daadwerkelijk het werk een keer moeten stilleggen omdat er in het gebied een achtervolging plaats had.”