Tekst Evert Brouwer
Foto Media Centrum Defensie

Militairen van 101 en 414 CBRN Verdedigingscompagnie (Chemisch, Biologisch, Radiologisch en Nucleair) kunnen vanaf nu bij een besmetting monsters nemen om te bepalen om welke stof het gaat. Daarvoor ontvingen ze in Wezep nieuwe monsternamesystemen. De Defensie Materieel Organisatie (DMO) heeft ze ontwikkeld in samenwerking met TNO, het RIVM en het expertisecentrum CBRN van Defensie. Fokker bouwde ze.

Het monsternamesysteem bestaat uit een speciale shelter met randapparatuur, een ontsmettingssysteem en een monsternameset. De komende jaren worden nog meer CBRN-systemen opgeleverd. “De overdracht betekent zeker niet het einde van dit verbond. Dit project heeft geleid tot een verdieping van de samenwerking tussen Defensie en ketenpartners op het gebied van de veiligheid”, zei programmaleider kolonel Menno Kersbergen (MATLOG).

x

De CBRN-eenheden nemen monsters van vaste stoffen, vloeistoffen en lucht met het nieuwe monsternamesysteem waardoor nu snel maatregelen zijn te nemen tegen een mogelijke besmetting. Het systeem is ook bruikbaar bij bijvoorbeeld terroristische aanslagen met ‘vuile bommen’, industriële branden waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen of ongevallen met een gevaarlijke stoffentransport.