“De missie van Defensie met Materiële Zeewaardigheid is: het bieden van een veiligheidsniveau aan de opvarenden dat ten minste gelijk is aan het veiligheidsniveau van de opvarenden in de civiele scheepvaart.”
Het lijkt een open deur in de folder Materiële Zeewaardigheid. Niets is echter minder waar. De ervaring van de afgelopen jaren leert dat ook Defensie het varend materieel goed in de gaten moet houden. Veilig varen is geen zekerheid als er geen gedegen controle is.
Zeewaardigheid van schepen kent 3 componenten: de materiële zeewaardigheid, de bedrijfsvoering en – de geoefendheid van – het personeel. Met de publicatie van de Instructie Materiële Zeewaardigheid Management Systeem 3.0 wil Defensie de zekerstelling van de materiële zeewaardigheid continu verbeteren. Kapitein-luitenant-ter-zee Rick Fransbergen, Hoofd Sectie Materiele Zeewaardigheid, overhandigde het boekwerk onlangs aan de Militaire Zeewaardigheid Autoriteit kapitein-ter-zee Eugène Pel.
Dynamisch
De cijfers 3.0 geven aan dat er al eerder een boekwerk over materiële zeewaardigheid is verschenen. “Er was een handboek 2.0. Uit de vragen vanaf de werkvloer konden we opmaken dat men moeite had met de juiste informatie te vinden. Bovendien beschreef het handboek ook de interne bedrijfsvoering. Wijziging van de interne bedrijfsvoering waren hierdoor sterk van invloed op de tekst in het handboek, waardoor het onbeheersbaar bleek.” “We hebben nu gekozen voor minder tekst en duidelijke uitleg waar de verantwoordelijkheden liggen”, stelt Janna Out, met Fransbergen verantwoordelijk voor het boekwerk. “Deze nieuwe instructie moet een dynamisch handvat vormen dat zichzelf steeds blijft verbeteren. Het boekwerk bestaat uit een algemeen deel en korte procedures waarin de verantwoordelijkheden van iedereen in het proces worden benadrukt”.