Tekst Korporaal 1 Thijs Imandt
Zijn achterklep verraadt de aandacht voor details op het gebied van veiligheid. In een soort braille geeft een kleine plaquette aan hoe de achterdeur open moet als een noodsituatie zich voordoet. De Boxer zit vol dergelijke snufjes om inzittenden maximaal te beschermen.
Rijinstructeur sergeant1 Ruud Horijon neemt met zichtbaar genoegen plaats op ‘zijn’ plek in de lesvariant van het imposante voertuig. Hij snoert zich minutieus in de vijfpuntsgordel want, zo weet hij, ‘als die niet twee keer klikt, klinkt er een waarschuwend alarm als de chauffeur de motor wil starten’. Zijn stoel staat op een speciaal platform in de les-variant van de Boxer. Dat komt omhoog zodat hij goed zicht heeft vanuit de ‘koepel’; een soort uitkijktorentje. Bij een crash zakt het platform automatisch binnen een fractie van een seconde naar beneden zodat instructeur en bijrijder worden beschermd door de body van het voertuig. Sinds kort is ook een vergrendelhaak toegevoegd, zodat het platform niet onbedoeld weer omhoogkomt.
De Boxer bestaat altijd uit 2 modules. Het onderstel met motor vormt de standaard rijmodule. Daarop wordt een missiemodule geplaatst, in het geval van de les-Boxer dus een instructeurskoepel met een veiligheidsplatform, bedienings- en afleespanelen en een rem- en gaspedaal. DMO bepaalde, in samenspraak met de eindgebruiker, de landmacht, de veiligheidseisen per missiemodule. Voor Nederland worden 5 Boxer-missiemodules voorzien: commando, ambulance, vracht, vracht/commando en genie. De aanschaf van de Boxer is een samenwerkingsverband tussen Nederland (DMO) en Duitsland. Nederland schaft 200 Boxers aan. Deze vervangen samen met Fenneks en CV90’s de huidige YPR765/M577 pantserrupsvoertuigen.