‘Defensie is een organisatie die vanuit zijn professie gewend is om te gaan met bedreigingen en risico's. Daarom heeft die complexe defensieorganisatie soms moeite met het verankeren van veiligheid (‘safety') in de bedrijfsvoering.’

Dat zei veiligheidsmanager luitenant-kolonel Peter Butz enige tijd geleden. ‘Veiligheid kan niet genoeg onder de aandacht worden gebracht. Daarom ben ik ook heel blij met dit initiatief van DMO om het belang van safety blijvend onder de aandacht te brengen.'

Butz wijst onder meer op het belang van de Arbowet,  de (militaire) luchtvaarteisen, de milieuwetgeving, de brandveiligheidseisen, verkeerswetgeving, voedselveiligheid, de eisen aan vervoer en opslag van gevaarlijke stoffen en munitie. In mei 2007 heeft het Departementaal Beraad, het hoogste ambtelijke overleg bij het Ministerie van Defensie, besloten tot het invoeren van het Veiligheidsmanagementsysteem.

x
Coördinator VKAM bij DMO, Pim Leltz.

Levensfase

DMO heeft haar veiligheid en milieu-expertise gebundeld binnen Cluster VKAM, wat staat voor Veiligheid, Kwaliteitsmanagement, Arbeidsomstandigheden en Milieu. Pim Leltz is hiervan de coördinator. ‘Enerzijds richt DMO de zorg voor de eigen medewerkers in. Dat er veilig kan worden gewerkt in onze eigen werkplaatsen en complexen’, legt hij uit. ‘Anderzijds ziet de Bestuurstaf van Defensie de DMO als het bedrijf dat het veiligheidsproces in beeld brengt, voor het materieel in de gehele levensfase. Dus van het ontwikkelen en aankopen van nieuw materieel tot afstoting hiervan.’

DMO is niet voor de hele gebruiksfase verantwoordelijk, stelt Leltz. ‘De gebruiker en de onderhouder moeten op een veilige manier omgaan met het materieel, en dit ook borgen met procedures en werkinstructies. DMO moet er voor zorgen dat er veilig materieel komt. En dat dit veilig blijft bij, en na, aanpassingen en groot onderhoud. Aan het einde van de gebruiksduur zorgen we voor een veilige sloop of overdracht aan de nieuwe eigenaar.’ 

Partners

Dat vergt veel kennis, betrokkenheid en adviesvaardigheden van de DMO-medewerkers. ‘Die hebben we niet alleen binnen ons kenniscluster, maar DMO-breed. Bovendien is een goede samenwerking met de gebruiker en onderhouder van groot belang. Ook dat loopt uitstekend. Onze dagelijkse betrokkenheid met veiligheid van het materieel zie ik bij systeemmanagers, assortimentsmanagers, verwervers en projectleiders.’

Om onze verantwoordelijkheden in goede banen te leiden, is het wenselijk om de processen die wij afspreken ook goed vast te leggen in ons centrale veiligheidsmanagementsysteem. Daar helpt mijn cluster weer mee. En wij maken een arbo- en milieu risico analyse bij elk relevant nieuw project of verwervingstraject. Er is er nog wel veel te doen, omdat we onze veiligheidsinspanningen willen kunnen beoordelen. Onze bedrijfsvoering, de manier waarop wij met veiligheid omgaan, moet dus transparant zijn. Dat hoort bij deze tijd en het is ook goed. Gelukkig kunnen we hier moderne middelen voor gebruiken zoals intranet. Zo beheren wij bijvoorbeeld een site met veiligheidsinformatie van gevaarlijke stoffen die maandelijks circa 5.000 keer door Defensiemedewerkers wordt geraadpleegd.’