Tekst KAP Kirsten de Vries
Foto SM Hille Hillinga

Cultuurverschillen in Tsjaad groot, maar eenheid overheerst

Sinds april zijn 8 militairen van 13 Lichte Brigade uit Oirschot in Tsjaad voor een train-the-trainer-missie. Dit initiatief maakt deel uit van het Global Peace Operations Initiative. Het doel: een bijdrage van Tsjadische militairen aan missies van de Verenigde Naties of de Afrikaanse Unie.

Het regent in N’Djamena en niet zo’n beetje ook. Grote, donkere wolken pakken zich samen boven de hoofdstad van Tsjaad. Voor de Tsjadische militairen volgt een zware nacht, zo is ook de volgende ochtend te zien op het oefenterrein. De bosjes hangen vol met natte kleding en dekens liggen uitgespreid in het gras. Ook de toegangsweg is getroffen door fikse buien. Grote plassen zorgen ervoor dat chauffeurs al zigzaggend het terrein op komen. Tussen de lesgebouwen vormen zich kleine slootjes. De Tsjadische militairen laten zich er niet door uit het veld slaan. Als het ochtendappel is afgelopen, splitsen ze zich op in kleine groepjes om elk naar een hoek van het oefenterrein te lopen waar de lessen plaatsvinden.

Spullen van de Tsjadische militairen liggen te drogen.
De Tsjadische militairen hebben hun spullen te drogen gelegd na een regenachtige nacht.
Spullen van de Tsjadische militairen liggen te drogen.

Het eerste gebouw op het terrein is het staflokaal. De Tsjadiërs bekijken die ochtend een propagandavideo van Islamitische Staat. Er wordt een gruwelijke slachtpartij getoond. ‘Dit kan gebeuren als één iemand zijn taak niet goed uitvoert’, is de militaire boodschap. De gezichten van de Tsjadische militairen staan strak en verraden hun gedachtes niet.

Op het grasveld voor het tweede lokaal worden medische handelingen geoefend. Tourniquets aanbrengen, woundpacking en draag- en tiltechnieken staan op het programma. Bij het laatste lokaal draait het om patrouille lopen en contact drills. Het grote middenterrein is het decor voor wapenleer. Onder toeziend oog van de Nederlandse militairen geven hun Tsjadische collega’s elkaar les in het laden en ontladen van een mitrailleur.

Militairen in het klaslokaal en militairen tijdens contact drills.
Tsjadiërs tijdens een les over patrouille lopen en contact drills.
Militairen in het klaslokaal en militairen tijdens contact drills.

Niet vanzelfsprekend

Kapitein Lowieke verzorgt lessen in het staflokaal. Hij is er vanaf het begin van de missie bij en ging er naar eigen zeggen redelijk blanco in. “Wat we vooraf te horen kregen was dat het fysieke en mentale deel goed is, en de gevechtsbereidheid hoog. Maar dat de conceptuele component minder ontwikkeld is. Daar focussen wij hier dan ook op.” Voordat de officier met zijn Tsjadische collega’s kon werken, aan bijvoorbeeld het schrijven van een order of de uitvoering van een operatie, lag er een andere uitdaging. Wat wij in Nederland als normaal beschouwen, is in een van de armste landen ter wereld namelijk niet vanzelfsprekend. “In het Nederlandse onderwijs leer je veters strikken, matrixen lezen, omgaan met tijd; dat is hier echter niet standaard. Hier kan dus bijvoorbeeld niet iedere militair zwemmen. Dat betekent dat je een ander startpunt hebt voor je training en dat je moet afwegen hoe je het meest effectief je opdracht behaalt.”

‘Niet iedere militair hier kan zwemmen’

Kapitein Lowieke in gesprek met 2 Tsjadiërs
Kapitein Lowieke.

Bataljonsstaf

Een ander uitgangspunt dus, maar toch je doel willen bereiken. En dat is: een bataljonsstaf neerzetten waarmee de Tsjadiërs verder kunnen. “Mijn collega’s en ik zijn aan de slag gegaan met Operatiën, Inlichtingen, Logistiek en Civiel-Militaire samenwerking (CIMIC). Mijn specialisme is Operatiën. Ik ben begonnen bij de ontvangst van de order: wat is nou eigenlijk je opdracht? Want het gevaar is dat je die verkeerd interpreteert en dat je je energie niet in de juiste onderdelen steekt.

Daarnaast is de wilsoverdracht belangrijk: snapt jouw ondercommandant wat jij probeert te bereiken? We hebben daarbij gebruik gemaakt van een scenario voor peacekeeping operations in Congo. Ik heb ook lessen gegeven in communicatie, waarin we bijvoorbeeld keken naar het bataljonscommunicatieplan. Alles gaat via een tolk, sommige militairen spreken wel Engels. Het voordeel is wel dat we allemaal de militaire taal kennen en je dus vaak aan een half woord al genoeg hebt.”

Kapitein Lowieke in het staflokaal. Achter hem geeft een Tsjadische instructeur zijn collega’s les.
Kapitein Lowieke in het staflokaal. Achter hem geeft een Tsjadische instructeur zijn collega’s les.

Meer skills

Kapitein Dogo kijkt met een goed gevoel terug op de samenwerking. “De Nederlanders zijn goede instructeurs. Ik heb veel van ze geleerd, vooral op stafniveau. Mijn specialisme is Inlichtingen. Door hen begrijp ik bijvoorbeeld het Military Decision-Making Process beter. Militaire training is een proces. Er zijn zoveel verschillende manieren om één ding te doen en ik heb nu zeker meer skills dan ik voorheen had.” Niet alleen op militair gebied heeft de kapitein veel van zijn Nederlandse collega’s opgestoken. Tijdens een middagje oud-Hollandse spelletjes maakte hij ook kennis met onze cultuur. “Dat was echt fantastisch. Ons contact en de samenwerking zijn heel positief. Er is sprake van een groot wederzijds respect.”

Portret van kapitein Dogo
Kapitein Dogo.

Structuur

Sergeant-1 Bob leerde de Tsjadische militairen basic soldier skills en als Algemeen Militair Verpleegkundige gaf hij ook ZHKH. “Het is natuurlijk niet zo dat zij niks wisten, en wij alles. Ik heb vooral gekeken naar hoe we ze nog beter kunnen maken in de taak die ze mogelijk ooit krijgen. Je wilt wegblijven bij: ‘wij komen vertellen hoe het werkt’. Wij zijn hier niet om te oordelen, wij zijn hier om dingen beter en gestructureerder te maken.”

Ook Bob merkte dat het uitgangspunt anders was dan dat hij vooraf dacht: “Sommige Tsjadiërs hadden nog nooit geschoten. Of ze wisten niet hoe een wapen werkt. We merkten ook dat ze zichzelf niet open durfden te stellen. Dat zit in de cultuur en verander je niet binnen een paar dagen.”

‘Sommige Tsjadiërs hadden nog nooit geschoten’

Op het gebied van militaire basisvaardigheden gaf de onderofficier les in patrouille lopen, contact drills en wapenleer. Qua ZHKH ging het onder meer om tourniquets aanbrengen en woundpacking, maar vooral om structuur aanbrengen. Treat first what kills first, het hele MARCH-protocol. Het probleem zien, onderkennen en behandelen. Zoals bijvoorbeeld hoe je wonden in lichaamsholtes met een drukverband verbindt.”

Een Tsjadische militair krijgt een drukverband aangelegd in zijn oksel.
“Technieken om wonden in lichaamsholtes met een drukverband te verbinden waren voor hen soms nieuw.”

Convulsie

Bob moest zijn eigen lessen onverwacht zelf in de praktijk brengen toen een van de Tsjadische militairen onwel werd. “Tijdens de pauze was er ineens commotie. Een tolk zei nog: ‘het zal wel een slang zijn’. Het was echter iemand die een convulsie (stuipen, red.) meemaakte op het toilet. Ik pakte mijn tas uit de auto en rende er naartoe. Vervolgens stabiliseerde ik hem en gaf hem medicatie. Hij is er gelukkig heel goed vanaf gekomen, want hij had ook maar zo hersenschade kunnen oplopen.”

Sergeant-1 Bob controleert een aangebrachte tourniquet bij een Tsjadische militair.
Sergeant-1 Bob redde het leven van een militair en beleefde nog een bijzonder moment: hij kreeg zijn instructeurskroontje in Tsjaad.

‘Je ziet dat ze onze tips en tools meteen implementeren’

De missie in Tsjaad loopt af. Lowieke en Bob kijken met een tevreden gevoel terug. “Ze implementeren onze tips en tools meteen”, aldus Bob. “Ik reed elke dag met een positief gevoel terug, echt met het idee dat ze beter zijn dan de dag ervoor.” Lowieke: “De Europese Unie – en Nederland in het verlengde daarvan – zijn gebaat bij een stabiele Sahel-regio. Enerzijds door de problemen met migratie, anderzijds vanwege het humanitaire perspectief. Ik ga naar huis met het gevoel dat we daar toch een stukje aan hebben bijgedragen.”

Tsjadische militairen met een wapen en in een auto.
“Ik reed elke dag met een positief gevoel terug, echt met het idee dat ze beter zijn dan de dag ervoor”, aldus sergeant-1 Bob.
Tsjadische militairen met een wapen en in een auto.

‘Nederlanders nemen echt de tijd om te luisteren naar wat wij nodig hebben’

Waardering voor manier van lesgeven

Generaal Lamine Ali is verantwoordelijk voor de Tsjadische troepen die in het buitenland optreden. Regelmatig neemt hij een kijkje op het oefenterrein. “Wat ik erg waardeer aan de Nederlanders is hun manier van lesgeven. Andere landen menen soms beter te weten wat goed voor ons is. Nederlanders nemen echt de tijd om te luisteren naar wat wij nodig hebben.” Een van de dingen die de Tsjadiërs geleerd hebben, is het zelf verzorgen van gewonden. “Als iemand een schotwond heeft, behandelen wij die persoon niet gelijk, maar zoeken we eerst medisch personeel. Maar nu weten we: als er 2 militairen zijn, kan de 1 de ander helpen. Dat kan levens redden.” Daarnaast hebben de Tsjadische militairen veel gehad aan het Optreden Verstedelijkt Gebied (OVG). Zeker als er een inzet komt voor de Verenigde Naties, zo benadrukt de generaal. “In Tsjaad is heel veel woestijn. Wij zijn niet gewend aan OVG. We moeten het echter wel leren, want we weten niet waar de VN ons mogelijk heen stuurt en dan is het belangrijk dat we alle kennis in huis hebben.”

Generaal Lamine Ali brengt een bezoekje aan het oefenterrein.
Generaal Lamine Ali brengt een bezoekje aan het oefenterrein.