Tekst KAP Arjen de Boer
Foto SM Hilbert Buter

Nieuwe wapensystemen, meer collega’s en een extra afdeling

Sinds de oorlog in Oekraïne staat de artillerie weer volop in de schijnwerpers. Ook Nederland investeert fors in dit wapen, maar het is zaak die groei in goede banen te leiden. “Alles draait om balans.”

Wat kenmerkt een artillerist? Over die vraag hoeft kolonel Rob ten Horn niet lang na te denken. “We kunnen schaken op meerdere borden tegelijk. Van het gevecht op de vierkante meter tot het brigadeniveau”, vertelt de commandant van het Vuursteun Commando (VustCo). Het is een soort familie, los in de omgang, maar 100 procent professioneel. “We zijn van nature gericht op samenwerking en denken in oplossingen.”
Die mentaliteit komt goed van pas nu het VustCo flink in de steigers staat. Er komen nieuwe wapensystemen, er stromen meer collega’s binnen en er moet een tweede, nieuwe eenheid worden gevuld; de onlangs (her)opgerichte 11 Afdeling Rijdende Artillerie. Het zusje van de bestaande 41 Afdeling Veldartillerie.

Links een foto van een raketlanceerinstallatie. Rechts de Multi Missie Radar gemonteerd op een Scania vrachtwagen.
Dankzij de invoering van raketartillerie en nieuwe radars beschikt de landmacht straks over zeer geavanceerde en geïntegreerde vuursteun.
Links een foto van een raketlanceerinstallatie. Rechts de Multi Missie Radar gemonteerd op een Scania vrachtwagen.
Portretfoto van kolonel Ten Horn in gevechtspak.
Kolonel Rob ten Horn, commandant Vuursteun Commando (VustCo).

Goede richting

“We groeien enorm. Niet alleen in materieel, maar ook in personeel en benodigde infrastructuur”, vat Ten Horn de ontwikkelingen samen. “De werving gaat hard, maar we moeten die nieuwe collega’s wel huisvesten. Dat geldt ook voor de opslag van materiaal en voorraden. Die puzzel is niet zo makkelijk, maar daarmee zijn we volop bezig.”

Binnen enkele jaren moeten er dus 2 volledig gevulde en uitgeruste afdelingen bestaan. Zowel 41 als 11 hebben straks 2 batterijen Pantserhouwitzers 2000NL met elk in totaal 16 vuurmonden en ondersteunende eenheden. Daarnaast krijgt elke afdeling een batterij raketartillerie met 8 wapensystemen. Ook beschikt elke afdeling over een sensorpeloton. Hier vallen bijvoorbeeld de gloednieuwe, geavanceerde Multi Missie Radars (MMR) onder, inclusief drones om doelen op te sporen. Lees meer over de raketartillerie en MMR in de onderstaande verhalen van wachtmeester Yannick en opperwachtmeester Bart.

Check ook deze clip!

Stevig fundament leggen

Om de groei bij het VustCo in goede banen te leiden, zonder al te veel groeipijn, is ervoor gekozen om een deel van de mensen en het materieel van de 41e te plaatsen bij de 11e. Zo worden spullen, kennis en ervaring verdeeld om bij beide eenheden een goed fundament te leggen en zo de afdeling uiteindelijk inzetgereed krijgen.

Dat zal echter niet 1-2-3 gebeuren, nuanceert kolonel Ten Horn. Wapensystemen en voertuigen stromen verspreid over meer jaren in, net als personeel. “Zo hebben we een uitdaging in het middenkader, bij de zeer ervaren onderofficieren”, zegt ten Horn. “Een ervaren opperwachtmeester tover je niet even uit een hoge hoed. Natuurlijk kijken we naar talenten en laten die doorstromen. Maar tegelijkertijd moeten we mensen niet over de kop jagen. Alles draait om balans.”

Een raketlanceerinstallatie opgesteld in de natuur.
Het nieuwe materieel wordt de komende jaren gefaseerd ingevoerd. Elke afdeling heeft straks een batterij raketartillerie met 8 wapensystemen.

Nieuwe mindset

Tegelijkertijd moet het VustCo ook omschakelen naar een andere mindset, een ander soort gevecht. Tijdens de missie in Afghanistan leverden artilleristen bijvoorbeeld veelvuldig vuursteun met de pantserhouwitzer. “Dan ging het om bescherming van eigen troepen buiten de poort. Er was altijd dominantie en relatief weinig gevaar voor onze gunners”, legt de commandant uit. Hoe anders is dat in een zogeheten Hoofdtaak 1-scenario; een groot gewapend conflict tegen een gelijkwaardige tegenstander. Kijk naar de oorlog in Oekraïne. “Onze mensen moeten beseffen dat er tijdens zo’n conflict ook veel slachtoffers gaan vallen onder eigen troepen”, zegt Ten Horn. “Hoe gaan we daarmee om, hoe trainen we daarvoor, hoe kunnen we mensen goed helpen en ondertussen doorvechten?” Dat is oefenen en trainen geblazen. Op brigadeniveau én op pelotonsniveau. “Want ook de basisvaardigheden zoals klein-kaliber en ZHKH (zelfhulp, kameradenhulp) moeten er gewoonweg goed in zitten.”

Een militair bekijkt radarbeelden.
De beelden van de geavanceerde Multi Missie Radar worden in een aparte werkcontainer bekeken. Het systeem kan honderden doelen tegelijk volgen.

Strakke deadline

Dan is er nog een deadline die snel dichterbij komt; 1 januari 2027. Dat is het moment dat de 2 afdelingen weer teruggaan naar de gevechtsbrigades. 41 Afdeling Veldartillerie wordt dan onderdeel van 13 Lichte Brigade en 11 Afdeling Rijdende Artillerie gaat naar 43 Gemechaniseerde Brigade. Althans, organisatie-technisch dan. Beide eenheden blijven gestationeerd op ‘t Harde. Maar de brigades krijgen zeggenschap over de inzet.

Tot die tijd, en daarna, is er nog genoeg werk aan de winkel. De kolonel realiseert zich dat de ‘verbouwing’ niet helemaal foutloos en zonder spanning zal verlopen. Daarvoor is de opdracht simpelweg te groot en ingewikkeld. “De komende jaren zullen er links en rechts nog de nodige manco's zijn. Maar gelijktijdig kunnen we best wel wat op de mat leggen als het nodig is”, benadrukt Ten Horn. “Daar komen dan weer onze kwaliteiten als artillerist om de hoek kijken: samenwerken en denken in oplossingen. Zo komen we er wel. Daar heb ik alle vertrouwen in.”

Een militair zit in een vrachtwagencabine en geeft een collega aanwijzingen.
Onderling overleg om samen een goede oplossing te bedenken.
Portretfoto van Bart in gevechtspak.
Opperwachtmeester Bart.

Naam: Bart (54)

Rang: opperwachtmeester C-batterij 41 Afdeling Veldartillerie

Functie: SMO, verantwoordelijk voor opleiding en training bij raketartillerie

“Donders wat een machtig wapensysteem. Begin juli hebben we de raketlanceersystemen getest bij de Afsluitdijk. In totaal hebben we 18 trainingsraketten verschoten. Bij de eerste lancering zat ik met collega’s in de cabine van de lanceerinrichting. Dan valt het geluid een beetje tegen, die cabine is goed geïsoleerd. De collega’s buiten waren echter wild enthousiast. Ik begreep hun reactie pas toen ik zelf buiten kon staan en de lancering meemaakte. Wat een geweld! En dan waren dit de trainingsraketten. Echte munitie is nog indrukwekkender.

Ik wilde graag bij de raketartillerie werken omdat het nieuw is. We bouwen de eenheid vanaf nul op. We leren de systemen kennen, gaan de collega’s opleiden en natuurlijk wordt er nagedacht over hoe we gaan optreden. Ook over zaken als camoufleren, stellingen betrekken, noem maar op. Er is nog wel wat kennis van vroeger, maar we moeten ook rekening houden met het gevecht van vandaag de dag. Zo leren we ook van hoe zulke systemen in Oekraïne worden ingezet. En door natuurlijk zelf veel te doen.

Belangrijk zijn bijvoorbeeld snelheid en mobiliteit. We rijden ergens naartoe, stellen op, verschieten de raketten om de vijandelijke doelen in de diepte te treffen en kunnen snel verder rijden om detectie te voorkomen. Bij elke lanceerinrichting met lanceerpods komt straks ook nog een munitievoertuig. Beide hebben een ALK (kraan) om de pods te vervangen. De truc is om dat zo snel mogelijk te doen en druk te houden op de vijand.”

Een militair beklimt de Multi Missie Radar en maakt het apparaat gereed voor inzet.
Wachtmeester Yannick: “De MMR is een fantastisch apparaat, heel gevoelig. Het kan in principe vliegende bijen en vogels waarnemen.”

Naam: Yannick (27)

Rang: wachtmeester 41 Afdeling Veldartillerie

Functie: commandant-operator Multi Missie Radar (MMR)

“Met de MMR zijn wij de ogen van de gevechtsbrigades. We kunnen het hele luchtruim tot diep in vijandelijk gebied bekijken en waarnemen wat daar vliegt en wordt gelanceerd. Denk dan aan drones, raketten, helikopters. De radar kan nauwkeurig bepalen waar vandaan er bijvoorbeeld een raket wordt gelanceerd en berekent met behulp van AI waar het projectiel neerkomt. Zo beschermen we eigen troepen, maar kunnen ook meteen coördinaten doorgeven voor een tegenaanval.

De MMR is een fantastisch apparaat, heel gevoelig. Het kan in principe vliegende bijen en vogels waarnemen. Maar daar het gaat ons niet om natuurlijk. Dat soort ruis filtert de radar eruit, zodat we alleen zien wat echt essentieel is.

Ik ben opgeleid tot instructeur en leer nieuwe collega’s straks om met het systeem te werken. Ik leer ze het technische gedeelte van de radar. Het opstarten, in bedrijf brengen en bekijken van de beelden.

Ik houd van de moderne techniek. Het is continu in ontwikkeling en dat maakt het interessant. Het apparaat wordt steeds beter. Nu kan het al vele honderden doelen tegelijk volgen. Een peloton moet straks uit 6 radars bestaan die in duo’s optreden. Als de radar aanstaat, zenden we signalen uit. Door dat zendvermogen zijn we net een grote kerstboom. Dat kan een risico zijn. Omdat ze op vrachtwagens zijn geplaatst kunnen we snel ergens opstellen en waarnemen. Na een tijdje kunnen we er weer vandoor als er gevaar dreigt.”