Tekst KAP Charlotte Verolme
Foto Raymond Poulina, SGT Gregory Fréni

‘Oude’ bekende boekt succes

Defensie start het ene na het andere innovatieproject. Het Commando Landstrijdkrachten heeft er zelfs een speciale sectie voor: de afdeling Innovatie. In deze rubriek belicht Landmacht bijzondere trajecten die deze groep initieert of ondersteunt. Ditmaal een ‘oude’ bekende: VitalsIQ, een innovatie ter ondersteuning van de geneeskundige afvoerketen.

Wellicht een ‘o ja’-moment voor de trouwe Landmacht-lezer. Want inderdaad, we besteedden in oktober 2019 al aandacht aan VitalsIQ. Een kleine opfrisser: de applicatie monitort door middel van sensoren, bijvoorbeeld in een hartslagband op de borst of een sensor op het oor, de vitale lichaamsfuncties van een gewonde militair. Via een digitale gewondenkaart komt deze informatie terecht in de VitalsIQ app. Op de tablet of smartphone ziet de behandelaar in een oogopslag wat de lichaamsfuncties van de patiënt zijn, wat voor verwondingen hij of zij heeft en welke handelingen worden uitgevoerd. Makkelijk, overzichtelijk en snel.

Een op het oor, de ander net onder de borst. De sensoren meten de vitale lichaamsfuncties van de militair.

‘Beide testen waren een groot succes’

Ambitie

Het projectteam van Defensie sprak in de eerdere publicatie de ambitie uit om binnen een aantal jaar op kleine schaal operationeel te zijn met het ontwerp. Hoewel de beperkende maatregelen rondom het coronavirus zorgden voor een flinke vertraging, zijn inmiddels de nodige stappen gezet.

De app is niet alleen verder doorontwikkeld, maar ook een aantal keer in de militaire praktijk getest. De eerste oefening onder begeleiding van de afdeling Innovatie was in april dit jaar tijdens het experimenteerplatform Next Generation Concept Development (NXCD). En recent in de Verenigde Staten, tijdens de grote internationale oefening Bold Quest, waar de app zich in verschillende praktische casussen mocht bewijzen.

Al bij de eerste behandelaar op het point of injury worden de eerste waardes in de app ingevuld. Hierdoor kan op andere Roles al een prioritering plaatsvinden en gereageerd worden op wat er aan patiënten binnen gaat komen.

Pakketjes

“Beide testen waren een groot succes”, vertelt programmamanager Operationele Gezondheidszorg Jan-Kees van Buren met gepaste trots.

De focus lag in eerste instantie met name op het digitaal versturen van pakketjes data van het point of injury naar alle hoger gelegen geneeskundige echelons in de keten, die zich soms tot wel 150 kilometer verderop bevonden. Een kritieke eis, benadrukt Van Buren. “We hebben dit in de VS onder de meest lastige omstandigheden getest. In bergachtig landschap en met een zwaarbelast netwerk. Alle informatie kwam keurig binnen.”

CBRN-straat

Maar ook op praktisch gebied stelde VitalsIQ niet teleur. Eerste-luitenant Jeroen, pelotonscommandant bij 11 Geneeskundige Compagnie, zag tijdens Bold Quest met eigen ogen de concrete winst die op meerdere vlakken behaald werd.

“Een van de scenario’s was een aanval met chemische strijdmiddelen. De gewonde militair werd afgevoerd naar een ontsmettingsstraat en vervolgens naar de Role 1 gebracht. Normaal gesproken schrijft de eerste behandelaar alle gemeten lichaamsfuncties op een papiertje dat de patiënt bij zich draagt. Zo’n papier kan scheuren, nat worden of in de chaos kwijtraken. In dit scenario droegen patiënten een digitaal herkenningsplaatje met hun actuele status en geneeskundige gegevens. Door deze simpelweg te scannen kon de patiënt makkelijk en snel overgenomen worden door een andere behandelaar.”


 

De overdracht van een slachtoffer gebeurde tijdens Bold Quest door middel van het digitale herkenningsplaatje zonder fysiek contact. Wel zo praktisch in een CBRN-setting.

‘Dankzij de sensoren ben je als behandelaar niet meer gebonden aan één patiënt’

Inlezen

Verderop in de Role 1 plukten collega’s tevens de vruchten van de razendsnelle digitale informatieoverdracht. “Doordat de sensoren continu live de vitale functies meten, ben je als behandelaar niet meer gebonden aan één patiënt” legt Jeroen uit. “In je eentje kun je op deze manier veel meer patiënten bedienen. Doordat op het point of injury al de eerste waardes worden ingevuld, kan de arts zich tevens eerder inlezen in de gewonde die zijn kant op komt. Zo is er meer tijd om alvast de nodige spullen klaar te zetten of extra handjes op te roepen. Ideaal.”

Naast het veilig borgen van waardevolle informatie en de tijdwinst, bleek de app tijdens de testen nóg een belangrijk voordeel te bieden: minder radioverkeer. Van Buren: “Zeker bij de overdracht van meerdere patiënten ben je als behandelaar vaak ontzettend veel aan het zenden, waardoor het radionetwerk lange tijd wordt belast. Dat is met de VitalsIQ ook verleden tijd.”

 

Op de app zijn onder meer live de ademhalingsfrequentie en de hartslag af te lezen.

Doorontwikkeling

Goed, de app werkt en de reacties vanuit collega’s zijn positief. Invoeren die hap, toch? “Zo simpel is helaas niet”, aldus Van Buren. “De eerste testen zijn absoluut geslaagd, maar de app moet nog verder worden uitgebreid en doorontwikkeld.”

Hoe dan ook staat de doelstelling, stelt Van Buren. “In december moet er een contract liggen. Na de doorontwikkeling willen we in 2025 aan een aantal operationele eenheden, zowel binnen de landmacht als andere opco’s, een implementeerbaar product aanbieden. Hier zit zoveel potentie in, nu moeten we doorpakken.”

Innovatie in de operationele gezondheidszorg

VitalsIQ is uiteraard niet de enige innovatie op het gebied van operationele gezondheidszorg. Zo zijn Van Buren en andere collega’s van de afdeling Innovatie onder andere bezig met de verkenning van semi-autonoom gewondentransport.

Daarnaast wordt onderzocht of het mogelijk is om door middel van kleine cilinders onder bepaalde druk poeder om te zetten in medische zuurstof. Hiermee zou het sjouwen met een 10 literfles in het veld verleden tijd kunnen zijn.

En vergeet uiteraard de doorontwikkeling van drones niet, die ook op medisch gebied de nodige voordelen bieden. Denk bijvoorbeeld aan het snel afleveren van bloedproducten. To be continued!