Tekst Evert Brouwer
Foto KPL Jackson Rodriguez da Cruz
Landmacht ondersteunt oefening veiligheidsregio
Met een temperatuur van krap 5 graden, wind, regen en rondwaaiende herfstbladeren, lijkt de zomer inmiddels heel ver weg. Maar niet in de omgeving van Weert, waar de veiligheidsregio Limburg-Noord (VRLN) onlangs deed alsof het hartje zomer was. De oefening Wild Fire bracht rond Weert alle denkbare civiele hulpdiensten, landmacht, luchtmacht en marechaussee bij elkaar om een ramp van bijkans Bijbelse proporties te bestrijden.
Want er gebeurde heel wat in de week van Wild Fire, die de ‘Wet van Murphy’ alleszins eer aandeed. Het begon met een brand in een bosrijk gebied, het militair oefenterrein Weerter- en Budelerbergen. Dat idee komt overigens niet zomaar aanwaaien. “Een grote brand aan de Meinweg in juli 2020, hier niet ver vandaan, ligt nog vers in het geheugen”, zegt regisseur crisisbeheersing bij de veiligheidsregio, Rikus van Santen.
Brandgangen
De geleerde lessen van daadwerkelijke inzet door de veiligheidsregio zijn goed verwerkt in het scenario, met dus een grote inzet van militair materieel in het kader van de derde hoofdtaak van Defensie, nationale operaties. Bij de brand van 3 jaar terug is de landmacht ingezet met onder meer de Kodiak genie-doorbraaktank om 'brandgangen', een stoplijn in jargon, te graven. Ook het Defensie Helikoptercommando (DHC) kwam toen in actie met helikopters en de zogenoemde bambibuckets.
Echte crisis
Vandaar dat de scenario's terugkwamen tijdens Wild Fire. “Een oefening als deze vergt een zorgvuldige voorbereiding. We zijn er 6 maanden mee bezig geweest. Je wilt zo volledig mogelijk zijn met de inzet van alle betrokken partners”, legt ritmeester (reserve) Kelvin Hilgeholt uit.
Deze oud-topsporter, in 2014 wereldkampioen Moderne Vijfkamp, houdt zich binnen de veiligheidsregio Limburg Noord (VRLN) bezig met het voorbereiden en coördineren van militaire bijstand tijdens crisisbeheersing en rampenbestrijding. En hij kan daadwerkelijk aan de bak als de verbinding met de centrale meldkamer uitvalt. “Een aantal medewerkers is dus uit de oefening getrokken, maar dat maakt het juist mooi. We hebben even de koppen bij elkaar gestoken en hier een provisorische meldkamer ingericht.”
‘De inzet van zoveel materieel maak je niet veel mee’
Gemotiveerd
Een van die ‘koppen’ is majoor Olav Nieuwenhuis, als Regionaal Militair Operationeel Adviseur (RMOA) bij de veiligheidsregio en de leider der oefening. ‘‘We zijn vanuit 13 Lichte Brigade een vaste partner van VRLN. Die band kun je alleen maar versterken door te oefenen.” Dat gebeurt dan ook regelmatig. Zo stond dit jaar alleen al een oefening rond een aardbeving en een overstroming plaats, toen met zeer beperkte inzet van Defensie. “Zoveel mensen en zwaar materieel van de krijgsmacht, dat maak je maar zelden mee”, constateert Menno Hinssen van de VRLN. Hij is voor de brandweer wat majoor Nieuwenhuis is voor Defensie. “Wat Olav voor elkaar heeft gekregen is ongelooflijk. Die man is echt supergemotiveerd”, zegt Hinssen. En grappend: “We werken inmiddels zo goed samen dat ik bijna al jullie afkortingen ken.”
Check de clip!
‘Waar in de gewone mensenwereld mag je hiermee werken?’
Kodiak
Ook ritmeester Hilgeholt is iedere keer weer onder de indruk van wat Defensie kan leveren. “Waar in de gewone mensenwereld mag je hiermee werken? Moet je kijken wat er allemaal is opgevoerd. Een helikopter, ik heb zelf meegereden in de Kodiak op het oefenterrein. Bij Defensie is alles goed gestructureerd. Zo snel als zaken zijn geregeld. Er zou voor de brandbestrijding eerst maar 1 tank beschikbaar zijn via 41 Pantsergeniecompagnie, waar er toch écht 2 nodig waren in het scenario. Dan wordt er wat aan bomen geschud en is er 1 vanuit (11 Pagncie) Wezep opgevoerd. Dat is toch top.”
Bijstand Defensie
Defensie werkt bij de bestrijding van crises en rampen samen met civiele partners zoals politie, brandweer, gemeenten, geneeskundige diensten en het Openbaar Ministerie. Hiervoor is Nederland ingedeeld in 25 veiligheidsregio’s. De veiligheidsregio’s zijn inzetbaar bij een nationale crisis, maar ook om maatschappelijke organisaties te ondersteunen.
Als er in Nederland een ramp gebeurt kan Defensie in korte tijd ruim 4.000 militairen (beroepsmilitairen en reservisten) op de been brengen om te helpen. Na een verzoek zijn de militairen maximaal binnen 48 uur beschikbaar. Een militaire inzet gebeurt altijd onder gezag van de burgemeester, officier van Justitie of de minister van Binnenlandse Zaken.
‘De verantwoordelijkheden zijn verdeeld’
Details
Voor de oefening is veel interesse van ‘meekijkers’. Zo is er belangstelling vanuit de Duitse landmacht. Militair adviseur majoor Jaap Mulder en majoor (reservist) Raoul Toorop van Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant zijn ook benieuwd wat er in Noord-Limburg plaats heeft. “Er zijn weliswaar marginale verschillen tussen onze regio’s, maar het zit ‘m vaak juist in die details. Daarom is het goed eens te kijken hoe de hulpdiensten en Defensie in deze omgeving samenwerken”, zegt Mulder. Dat gebeurde allemaal in best lastige omstandigheden, met veel regen en wind.
Was het dan niet logischer geweest Wild Fire in de zomer te plannen? “Het is vrijwel onmogelijk om in de vakantietijd iedereen op de plaat te krijgen. Behalve als de nood aan de man komt natuurlijk”, schetst majoor Nieuwenhuis.
‘Het is een vrij extreem scenario’
Verantwoordelijkheid
En van nood was zeker sprake tijdens Wild Fire. Want alsof de bosbrand niet genoeg was, vindt er ook een botsing plaats tussen 2 helikopters, waaronder een Chinook. Een bijkomende uitdaging voor alle instanties, is dat 1 heli op Defensieterrein is neergekomen en de ander in een aardappelveld. “De verantwoordelijkheden zijn dan verdeeld”, schetst ritmeester Hilgeholt. Ook wordt een gasleiding geraakt – dat is voor de netbeheerder - en storten zich nog meer grote en kleine incidenten uit over de in groten getale opgetrommelde hulpdiensten. En dat op een plek niet ver van de grens met zowel Duitsland als België en een vakantiepark op steenworp afstand. “Het is een vrij extreem scenario”, omschrijft de majoor de toestand bescheiden. “Maar dat is wel de beste leerschool voor áls we elkaar nodig hebben.”