Tekst KAP Jaap Wolting
Foto SM Gerben van Es, SM Cynthia Nijssen, Paul tolenaar, Valerie Kuypers, KPL Hilbert Buter ׀ video: AOO Richard Frigge, SM Henry Westendorp

Vlammen en rammen

Nederlandse militairen van de eFP in Litouwen hebben alles gegeven tijdens de multinational certification exercise Iron Wolf. De tweeweekse oefening die in mei plaatsvond in het Jonava-district werd georganiseerd door de Litouwse brigade Iron Wolf.

De deelnemers van de battlegroup werden tijdens deze exercitie geëvalueerd op NAVO-standaarden, maar ook op interoperabiliteit en integratie binnen de Litouwse landmachtbrigade. Ongeveer 3.500 militairen en 600 militaire voertuigen waaronder tanks, infanteriegevechtsvoertuigen en artilleriegeschut uit Litouwen, Duitsland, Nederland, Kroatië, Noorwegen, Tsjechië en Luxemburg werden ingezet. De aanwezigheid van militairen op de oostflank van het NAVO-grondgebied is crucialer dan ooit. Mede door oefeningen als Iron Wolf wordt een sterk signaal afgegeven dat de bondgenoten bereid zijn om elke vierkante meter van hun territorium te verdedigen.

Defensie koopt bommen voor Reaper

De krijgsmacht schaft munitie aan om de MQ-9 Reaper te kunnen bewapenen. Toen Defensie in 2011 begon met het project voor het onbemande verkenningsvliegtuig, was er nog geen behoefte aan bewapening. Het dreigingsbeeld is sindsdien echter sterk veranderd. Het toestel moet nu in staat zijn om de veiligheid van de eigen troepen te beschermen.

Bewapening zorgt dat de snelheid en flexibiliteit van een inzet worden vergroot. Doel is om de eerste munitie in 2025 initieel inzetgereed te hebben. De nieuwe toestellen die in 2026 binnenkomen, hoeven niet aangepast te worden voor de bewapening. De huidige 4 MQ-9’s moeten wél worden aangepast. Verder is de munitie niet nieuw qua gebruik. Het gaat om lasergeleide bommen die nu al op de F-35 zitten en Hellfire-raketten voor de Apache.

Technisch gezien is wapeninzet vanaf een MQ-9 niet anders dan die van een bemand aanvalsplatform. Het is namelijk geen volledig autonoom wapen. In alle gevallen beslist gekwalificeerd personeel over inzet.

Welcome to the jungle

Defensie is sinds vorige maand 18 jungle-instructeurs rijker. In het Surinaamse tropisch regenwoud hebben zowel Rode Baretten als mariniers afgezien om het felbegeerde certificaat te bemachtigen. Een belangrijk papiertje vanwege het tekort aan jungle-instructeurs.

De mannen leerden eerst de basis van het optreden in de jungle: overleven en bewegen. Daarna volgde de Jungle Warfare Instructor Course (JWIC). Hierin kregen zij meer verdieping over het vechten in een tropisch regenwoud. Een uitdagende omgeving die meteen afstraft als iemand zijn zaakjes niet op orde heeft. Ook leerden zij een groep cursisten veilig door de jungle te loodsen en lessen te verzorgen.

Meer munitie voor Oekraïne

Militaire steun aan Oekraïne, opschaling van productiecapaciteit en nieuwe defensieprojecten. Allemaal onderwerpen van gesprek van de EU-ministers van Defensie eind mei in Brussel. Nederland draagt met €260 miljoen bij aan een gezamenlijke munitie-aanschaf voor Oekraïne, liet minister Kajsa Ollongren weten.

Het gaat om 155mm granaten. Voor dit doel was in maart al besloten de krachten te bundelen. Via de EU Military Assistance Mission worden grote aantallen Oekraïense militairen opgeleid. Tot eind mei waren dat er al meer dan 15.000, waarvan Defensie een deel voor haar rekening nam. Sinds vorige week draagt Nederland, op verzoek van Duitsland, met 10 militairen bij aan een bataljonstraining. Later dit jaar staat nog een grote bataljonstraining op stapel. Die verzorgen 200 Nederlandse militairen in augustus in Duitsland.

Rode Baretten vechten in Griekenland

128 parachutisten van 11 Luchtmobiele Brigade landden op 12 mei in Anthofito in Griekenland. De luchtmobiele infanteristen deden mee aan Swift Response. Een belangrijk onderdeel was de inzet van een geneeskundige eenheid. De volledige operationele medische keten werd onder realistische omstandigheden getraind.

De parachutisten waren met Amerikaanse transportvliegtuigen vertrokken vanaf vliegbasis Aviano in Italië. Na de sprong veroverden ze, met behulp van internationale partners, belangrijke ‘vijandelijke’ doelen. Voor het eerst trainde de brigade de volledige keten van het geneeskundige vervoer van gewonde militairen. 11 Geneeskundige Compagnie oefende dit met de Amerikaanse 173rd Airborne Brigade. Deze eenheid kan een volledige Role 2 door de lucht transporteren en bij het gevecht opbouwen. Die capaciteit ontbreekt in Nederland nog. De gestabiliseerde ‘patiënten’ werden, samen met een medisch team, teruggevlogen naar een goed uitgerust ziekenhuis in Italië.

Te hoge verwachtingen van Resolute Support

Bij de keuze om deel te nemen aan Resolute Support in Afghanistan was het kabinet te optimistisch over de gestelde doelstellingen. Dat concludeert de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB). De NAVO-missie liep van 2015 tot 2021 en was gericht op het trainen, adviseren en assisteren van het Afghaanse leger en de politie.

Het kabinet beaamt de te rooskleurige verwachtingen. Een professioneel en zelfredzaam Afghaans veiligheidsapparaat bleek bij nader inzien niet haalbaar. Dat kwam onder meer door grote (politieke) beperkingen in het land. Daarnaast moet bij toekomstige inzet van trainings- en adviesmissies het doel meer realistisch zijn, vindt IOB. Het kabinet deelt die mening. IOB stelt verder dat Nederland de missie tussentijds beter had moeten monitoren of evalueren. Het kabinet belooft te onderzoeken wat wel een doeltreffende aanpak kan zijn.

Penning voor pioniers

Defensie stelt de ‘Francien de Zeeuw’-penning in. Deze onderscheiding is een erkenning voor iedere pionier die zich met moed, creativiteit en doorzettingsvermogen inzet voor een diverse en inclusieve krijgsmacht. De penning is tevens een blijvend eerbetoon aan Francien de Zeeuw. Zij was een van de eerste vrouwelijke militairen bij de krijgsmacht.

De in 1922 geboren De Zeeuw was óók een bekende verzetsheldin. Ze zocht onderduikadressen voor jongens die waren opgeroepen voor de Arbeidseinsatz en luisterde telefoonverkeer van de Duitse bezetter af waarmee ze belangrijke informatie over aanstaande razzia’s of invallen kon onderscheppen. In 1944, na de bevrijding van het zuiden, benaderde een marineofficier haar vanuit Londen. Of ze wilde helpen een vrouwenafdeling te vormen binnen de marine.

Koningin Wilhelmina was daar aanvankelijk tegen. Zij vond dat vrouwen daarvoor zelf het initiatief moesten nemen. De Zeeuw begon daarom een handtekeningenactie onder jonge vrouwen die bij de marine in dienst wilden. Toen de teller op 12 stond, overtuigde ze ook koningin Wilhelmina. Zij tekende op 31 oktober 1944 het Koninklijk Besluit voor de oprichting van de Marine Vrouwenafdeling.