06

Dit artikel hoort bij: Landmacht 03

De andere kant van de medaille

Tekst KAP Jaap Wolting
Foto Herman Zonderland, privéarchief

MAJ Bas Engelhard ׀ United Nations Medal ׀ Israël

Medailles zijn onlosmakelijk verbonden met de landmacht. Ze vertegenwoordigen trots en zijn een officiële erkenning van de onvoorwaardelijke inzet van militairen, soms met gevaar voor eigen leven. Elke onderscheiding heeft een verhaal. In deze rubriek vertelt een collega over diens meest waardevolle stukje eremetaal. Deze keer: majoor Bas Engelhard, commandant 411 Pantsergeniecompagnie.

“Of ik collega’s een jaar Israël zou aanraden? Absoluut. Kijk, heb jij de drive om snel carrière te maken, is deze plaatsing niet handig. Als jij echter je werk wilt combineren met een fantastische omgeving dan moet je het zeker doen. Of je de oude boeken nou wel of niet gelooft, een hele hoop cultuurgeschiedenis ligt gewoon fysiek in het terrein. Je hebt veel vrijheid en kunt bijna letterlijk alle kanten op.”

Volle zeecontainer

Engelhard windt er geen doekjes om: zijn plaatsing in Israël heeft hem – en zijn familie – veel opgeleverd. In 2016, zijn kinderen zijn dan 2, 4 en 5, begint hij met het hele gezin een enorm avontuur. “Ik ging in juni al die kant op als kwartiermaker, terwijl mijn vrouw het schooljaar van de kinderen afmaakte. Pas weken later kwamen ze achter me aan. Samen met een zeecontainer met duizend kilo aan huisraad. We gingen daar natuurlijk een jaar wonen dus alles moest mee, van fietsendrager tot kinderstoelen.”

Staakt-het-vuren

De officier heeft voor zijn vertrek naar het Heilige Land al veel missie-ervaring. Als commandant van een pantsergeniepeloton draait hij in 2007 een uitzending in Deh Rawod en twee jaar later bekleedt hij tijdens Task Force Uruzgan 6 de rol van counter-IED-analist. Zijn rol in Israël is echter totaal anders dan voorheen.
“Wij observeerden en inspecteerden”, vertelt Engelhard. “Op de Golanhoogte zagen wij toe op de regels die zijn voortgekomen uit het staakt-het-vuren na de laatste oorlog tussen Israël en zijn buurlanden. We hadden observatieposten en voerden bereden patrouilles uit. Ook deden we inspecties van de locaties van het Israëlische leger.”

‘Ik zag kinderen mijnen uitgraven’

Overgebleven mijnen

“Wat me het meest opviel? Het ervaren van twee to-taal verschillende werelden. Doordeweeks zat ik op een observatiepost van waaruit ik kleine kinderen anti-personeelsmijnen uit de grond zag trekken. Puur zodat hun moeders die explosieven konden gebruiken om te koken. Zelf was ik drie kwartier verwijderd van huis, waar ik bij terugkomst heerlijk met mijn gezin ging barbecueën. Dat contrast was enorm.
En als ik het dan toch over contrast heb; op een avond vierden de gezinnen op ons hoofdkwartier een afscheidsfeestje, maar moest ik halsoverkop onze observatiepost verlaten. Wat er loos was? Een grote grasbrand in de nabijheid liet in de oorlogen achtergelaten explosieven ontploffen waardoor wij zo snel mogelijk met scherfwerende kleding in pantserbakken stapten om een veilig heenkomen te zoeken.”

“Het contrast was enorm.”

‘Je staat letterlijk tussen de partijen’

Daadkracht

De samenwerking tussen de internationale collega’s was volgens Engelhard gemoedelijk, de sfeer prima. Wat de pantsergenist wel verbaasde, irriteerde misschien zelfs, was het gebrek aan VN-daadkracht: “Al heeft de organisatie veel aanzien, soms is het een tandeloze tijger. Enerzijds naar de beide partijen op de Golanhoogte, waar je letterlijk tussen staat. Maar ook naar de landen die troepen leveren. Soms worden mensen door hun staatshoofd aangewezen om die missie te gaan draaien, maar geven ze er eenmaal in Israël blijk van dat ze de vaardigheden op niveau 1 niet beheersen, de Engelse taal onvoldoende machtig zijn. Maar als ik op een observatiepost een slagaderlijke bloeding krijg, kan het maar zo zijn dat het net die vent is die me dan behandelt...”

Verschillen

En het thuisfront, wat vonden die van een jaar Israël? “Mijn vrouw is jarenlang militair geweest en avontuurlijk ingesteld. Waar de dames van de Zuid-Amerikaanse collega’s als prinsesjes wachtten tot manlief thuiskwam, laadde mijn echtgenote de auto vol en reisde ze met onze kroost dwars door Israël. Als ik op tijd thuis was kon ik er nog net schoon ondergoed en een tandenborstel bijgooien om mee te gaan. Van de 75 mooiste bezienswaardigheden heeft mijn vrouw er 72 afgevinkt. Zij heeft meer van het land gezien dan ik.”