Tekst Jack Oosthoek
Foto SM Cristian Schrik

Dapperheidsonderscheiding voor landmachters

Vijftien militairen van landmacht, luchtmacht en marine, onder wie militairen buiten dienst, kregen begin april in de Van Ghentkazerne in Rotterdam een onderscheiding opgespeld voor moedig en beleidvol optreden in buitenlandse missies. Onder hen de landmachters korporaal-1 b.d. Edwin, de sergeant-majoors Roel en Danny en sergeant b.d. Sander. Roel en Danny behoren tot het Korps Commandotroepen (KCT), Sander is oud-commando. Op welke manier onderscheidden ze zich in Uruzgan? 

‘Onze zintuigen werden scherper’

De toenmalige soldaat-1 Edwin redde in 2008 in Uruzgan het leven van een gewond geraakte Amerikaanse militair en kreeg daarvoor het Bronzen Kruis. De datum van 22 januari 2008 staat voor eeuwig gebeiteld in het onderbewustzijn van de oud-militair van 44 Pantserinfanteriebataljon. Zijn in Forward Operating Base Volendam gelegerde eenheid, onderdeel van de Battle Group 5 van Task Force Uruzgan, krijgt de opdracht om een bij schermutselingen betrokken Amerikaans detachement van special forces te ondersteunen. Aan de pelotonscommandant en Edwin de taak om contact te maken met de Amerikanen. “Rijdend vanuit kamp Volendam sloten we aan bij de Amerikaanse kolonne. Toen die stopte, liepen we langs de voertuigen om contact te maken met de commandant. We wisten dat er wat aan de hand was. Onze hartslag ging wat omhoog, onze zintuigen werden scherper”, vertelt Edwin.

Edwin neemt tijdens de ceremonie op de Van Ghentkazerne de felicitaties in ontvangst van minister Kajsa Ollongren.

‘De angst greep me bij de keel’

Nog nooit zo bang

Terwijl Edwins pelotonscommandant, hijzelf en de Amerikaan langs een quala (ommuurde woning, red.) lopen, barst vijandelijk vuur los. Een hinderlaag… “Ik was nog nooit betrokken geweest bij een vuurgevecht.” Bij de eerste schoten wordt de Amerikaanse commandant geraakt in de liesstreek en loopt een slagaderlijke bloeding op. Edwin en de pelotonscommandant zoeken dertig meter verderop dekking in een nis tussen de quala’s. De pc opent het vuur om het vijandelijk vuur te onderdrukken. “De angst greep me bij de keel. Nog nooit was ik zó bang. Maar ik moest terug om de Amerikaan uit het vijandelijk vuur weg te trekken. Op zo’n moment neem je eigenlijk geen beslissing, maar reageer je vanuit je overlevingsinstinct. Ik verkeerde in een soort hyperfocus”, vertelt Edwin die de Amerikaan beetpakt en naar de quala sleept. “Hij had veel pijn, maar zei niets. Ik legde zijn wapen op hem, omdat een militair dat immers nooit achterlaat. De man woog ongeveer honderd kilo en droeg ook nog eens zijn volle bepakking. Alles bij elkaar een enorm gewicht. Op zo’n moment kun je echter meer dan je denkt. Later werd er tegen me gezegd: ‘Ongelooflijk dat jij dit allemaal hebt overleefd’.” 

Geen rol meer

Bij de quala neemt een Amerikaans medisch team het over en slaagt erin om de gewonde - onder vijandelijk vuur - naar patrouillebasis Volendam te krijgen. “Hij zei nog tegen me: thank you for saving my ass”, zegt Edwin, in wiens leven de actie vijftien jaar na dato geen rol meer speelt. “Ik denk er niet vaker aan dan bijvoorbeeld mijn schooltijd. Nee, met de Amerikaan heb ik nooit meer contact gehad. Het was een korte maar krachtige vriendschap van een uur. Maar ik zou hem best nog weleens willen ontmoeten.”

 

‘De vredemissie haalde niets uit’

Heel anders

Edwin, vandaag de dag projectleider in de luxe jachtbouw, toont zich blij met zijn dapperheidsonderscheiding. “Drie jaar geleden al wist ik dat er iets liep over een onderscheiding omdat we toen getuigenverklaringen moesten afleggen. Ik dacht: ‘Als er wat komt, komt er wat’. Overigens is de club van toen intussen weer bij elkaar in een WhatsApp-groep, wat iets zegt over de kameraadschap in het leger. In de burgermaatschappij is dat echt heel anders.” Edwin heeft echter geen spijt van zijn dienstverlating, al mist hij die kameraadschap en het werk soms wel. “Ik stond er niet meer achter. De vredemissie in Afghanistan haalde niets uit. Nederland had er in mijn ogen ook niets te zoeken. Maar militair zijn is en blijft een mooi beroep.” 

Opnieuw lopen ze in een hinderlaag

Onderdrukken en weglokken

Dat zullen de sergeant-majoors Roel en Danny en sergeant b.d. Sander van het KCT ook vinden. In 2007 werken ze in Uruzgan in de Special Forces Task Force Viper. Het is 18 juni wanneer hun ploeg de door de vijand beheerste Balluchi-vallei intrekt. De Nederlandse Battle Group in Chora is in gevecht verwikkeld. Aan de Special Forces Task Group Viper de taak om de vijand te onderdrukken en weg te lokken uit de bedreigde sector van de Battle Group. Roel, Danny en Sander hebben zich samen met drie collega’s vrijwillig opgegeven voor de actie. “Als Nederlandse eenheden in het nauw zitten schiet je elkaar te hulp. We hadden de opdracht om de Taliban aan te grijpen en te binden om zo de druk bij de Battle Group weg te nemen”, vertellen de drie. 

Commando’s in de startblokken voor een actie in Afghanistan. “Als Nederlandse eenheden in het nauw zitten, schiet je elkaar te hulp.”

‘Als wij niet gaan, wie dan wel…?’

Splinters en glasscherfjes

Terwijl ze de Green Zone naderen komen ze halverwege onder vuur te liggen. “Plotseling stonden we in een stofwolk van kogels. Als eerste reactie renden we voorwaarts over een open terrein richting een herdershutje. Daarop werden RPG’s geschoten, waardoor we er snel weg moesten.” Sander roept air support op. Een Britse Harrier gooit air bust-bommen op de locatie van de vijand. “Dit betekende danger close aangezien het allemaal op dermate korte afstand was”, leggen de drie uit. Daarna dringen de Nederlandse operators de Green Zone binnen voor een verkenning. Opnieuw lopen ze in een hinderlaag. Een kogel treft de kijker op het wapen van de groepscommandant, waardoor er splinters en glasscherfjes in zijn gezicht terechtkomen. De toegesnelde medic spoelt een gekwetst oog van de ploegcommandant uit waarna die weer inzetbaar is.

Vertrouwen in het team

De drie vinden de dapperheidsonderscheidingen een mooi gebaar. “Hoewel de actie slecht had kunnen aflopen, leefde bij ons constant de gedachte dat we de klus gingen fiksen. We hadden vertrouwen in het team en iedereen stond voor elkaar klaar. Ach, er hebben zoveel méér mensen hun steentje bijgedragen aan de missie in Afghanistan.” 

Welke onderscheidingen?

De volgende onderscheidingen werden op de Van Ghentkazerne uitgereikt: het Bronzen Kruis, het Kruis van Verdienste en het Vliegerkruis. De decorandi waren (oud)-militairen van vrijwel alle krijgsmachtdelen die in de Indische Oceaan, Afghanistan en Cambodja in zware en uitdagende omstandigheden moed toonden. Ze kregen het eerbewijs onder het oog van familie, vrienden en collega’s opgespeld door minister Kajsa Ollongren en Commandant der Strijdkrachten generaal Onno Eichelsheim.