Tekst Evert Brouwer
Foto KPL-1 Brian Vonk
Deltacompagnie 44 Painfbat laat zich (niet) zien
De witte was wappert vrolijk in de westenwind bij het Groningse Warfhuizen als twee Fennek verkenningsvoertuigen behoedzaam passeren. Zo’n vijftig militairen van de Deltacompagnie 44 Pantserinfanteriebataljon Johan Willem Friso zorgen voor reuring in Het Hogeland. “Gewoon weer eens een ouderwetse strookoefening. Dat is ook goed voor onze zichtbaarheid als landmacht”, zegt compagniescommandant kapitein Peter.
Eigenlijk is dat nu precies wat de deelnemers, het verkennings- en het antitankpeloton, niet willen: zichtbaar zijn. “Maar”, stelt sergeant Ricky, “daar ontkom je hier bijna niet aan. Het vlakke en open terrein biedt weinig mogelijkheden om ongezien te naderen. Voor ons als antitankers is het dan weer een voordeel, het doel is gemakkelijker te bepalen.” Geruisloos gaat het in Warfhuizen trouwens ook al niet, want terwijl de Fenneks zich opstellen, beginnen de klokken van de eeuwenoude Kluizenarij te luiden.
Uitlenen
Rural Ratel, zo heet de kleinschalige niveau-3 oefening voor verkenners en antitankers. “We zijn hier op dit moment zeker niet volledig. Mijn mortieren bijvoorbeeld zijn uitgeleend aan de Charliecompagnie, die zich opwerkt voor de enhanced Forward Presence in Litouwen”, zegt kapitein Peter.
Smalle wegen, brede tegenliggers
Het oefengebied ligt tussen Zoutkamp en Delfzijl, waarbij tijdens drie dagen mobiel en een dag te voet de pelotons op elkaar ingespeeld raken. Het is voor alle deelnemers een goede oefening in het landelijk gebied. Neem de chauffeurs, die in de dorpen over smalle wegen rijden en rekening moeten houden met brede tegenliggers. Voor de verkenners is het ook nog eens de eerste voorbereiding in aanloop naar de befaamde militaire competitie Cambrian Patrol in het Verenigd Koninkrijk.
‘We zien ze wel vaker hier’
Onverstoorbaar
De jonge militairen passeren in plaatsen zoals het ruim duizend jaar oude dorpje Maarhuizen, Winsum en Wehe-Den Hoorn een flink aantal historische objecten. Zoals de goed bewaarde Luchtwachttoren 7O1, icoon der Koude Oorlog, toen Nederland rekening hield met een Russische inval. In een aantal huizen schuift de vitrage opzij om te kijken waar het geronk vandaan komt. Maar de meesten laten de oefening voor wat-ie is, lopen en fietsen onverstoorbaar door. “We zien ze wel vaker hier”, zegt een van hen.
Een bomenrij voorkomt een Spike-schot
Spektakel op het erf
Waar de militairen ook het terrein oprijden, de begroeting is vriendelijk. Zo ook bij akkerbouwer Peter IJzebrand Werkman in Winsum. Hij zit net aan de lunch en slaat het spektakel op zijn erf met genoegen gade. “Een mooi schouwspel”, zegt hij. “Ik vind ‘t prima dat het leger van mijn terrein gebruik maakt en hier oefent. Dat moet ook doorgaan en is hard nodig in deze tijd.”
Op zijn erf hebben sergeant Joey en korporaal Jamy de vijand – gevormd door de staf van de compagnie – in zicht, op twee kilometer afstand. Een bomenrij voorkomt echter een probleemloos schot met de draadgeleide Spike. “Dus wat kun je doen om ervoor te zorgen dat je het doel wel kunt aanvallen?”, vraagt sergeant-majoor operaties (SMO) Sietse. “Misschien met de .50 vuren? Of vuursteun aanvragen? Maar hoe weet je dan welke kant het voertuig opgaat?”
Het zijn dé leermomenten van Rural Ratel. “Het is de bedoeling dat je ook weer niet te veel stuurt, maar dat ze uiteindelijk met een goed verhaal komen richting commandant”, legt de SMO uit.
Succes
Het snode plan slaagt. Sergeant Joey zorgt er via de verbinding voor dat de geïmproviseerde artillerie het voertuig uit de bomenrij krijgt. “Hij gaat van links naar rechts. Lock en vuur”, roept korporaal Jamy van achter zijn Spike. Dat er niet echt wordt geschoten, merkt niet alleen de bevolking. De dartelende hazen en in de verte een groep herten, spelen lustig door. Even onverstoorbaar als de Groningers zelf.