Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto Communicatie 11LMB
Multinationale Green Griffin is serious business
Ouderwets pakte 11 Luchtmobiele Brigade onlangs uit in het Duitse laagland. De eenheid sloeg tijdens de oefening Green Griffin de handen ineen met de Duitse Division Schnelle Kräfte (DSK) en een Roemeense gemechaniseerde brigade. Het luchtoptreden kwam van het Defensie Helikopter Commando (DHC) en de Duitse en Amerikaanse bondgenoten. Het leidde tot een indrukwekkend geheel van ruim 1.000 militairen en 20 operationele helikopters. “Dit was serious business”, aldus oefenleider luitenant-kolonel Ed Mustert. Met voldoening kijkt hij terug op Green Griffin.
Voor de grote multinationale oefening ontplooiden de eenheden zich op locaties in Fassberg, Nienburg, Klietz, Altengrabow en Lehnin. Het objectief: trainen in het hoogste geweldsspectrum binnen een hybride scenario. Met de nadruk op interoperabiliteit, helikopteroptreden en het beproeven van de geneeskundige en logistieke keten, inclusief het optuigen van een Forward Air Refueling Point (FARP).
‘Als Nederland zijn we te klein geworden’
Sparren in groter verband
“Green Griffin bestond voor ons uit 3 elementen”, aldus overste Mustert. “De eerste doelstelling was de certificering van 11 Infanteriebataljon (air assault, niveau 5) en van 11 Verkenningscompagnie (uitgestegen verkenning, niveau 4). Daarnaast was het een belangrijke training voor de logistieke keten, zowel voor de geneeskundige afvoer- als de logistieke bevoorradingsketen. Ten slotte ging het om trainen van optreden in bi- en multinationaal verband en werken aan onze interoperabiliteit. Steeds vaker blijkt dat we op dit niveau alleen nog kunnen sparren in groter verband. Want als Nederland zijn we te klein geworden”.
‘Het was geen appeltje-eitje, want je zit gewoon in het veld’
Fysieke verwijdering
“Hoe de oefening verliep is moeilijk te vangen in een paar regels”, stelt Mustert. “Wel kan ik zeggen dat 90 á 95 procent van wat we wilden doen, is gelukt.” Het weer zat volgens de overste ook grotendeels mee; belangrijk als je met helikopters werkt. Een grote uitdaging was wel dat de luchtcomponent in Fassberg was neergestreken, terwijl de landcomponent de tenten had opgezet in Klietz, op anderhalf uur rijden. “Hoe vind je elkaar dan toch voor de juiste afstemming? Dat lukt alleen als je beschikt over de juiste mensen en verbindingsmiddelen. Voordeel was dat bij beide componenten mensen van de andere partij in de staf waren opgenomen. Het was geen appeltje-eitje, want je zit gewoon in het veld, maar met schotelantennes en andere middelen brachten we de verbindingen via de militaire kanalen wel tot stand, inclusief beeld.”
Serieuze operatie
Niet alleen de communicatie speelde volgens Mustert een cruciale rol bij het soepele verloop van Green Griffin. Als ander belangrijk element noemt hij de beschikbaarheid van 20 air frames. “Toen ik anderhalf jaar geleden begon in mijn functie als hoofd Sectie G3 binnen de brigadestaf, had ik 2 doelstellingen: 11LMB moet weer oefenen binnen het hoogste geweldsspectrum en dat dient te gebeuren met een reëel aantal middelen.”
Tot zijn grote genoegen kwamen die 2 doelstellingen samen in Green Griffin. Belangrijk voor de beleving van de rode baretten! “Je hebt ook een groot aantal kisten nodig wanneer je een serieuze operatie wilt uitvoeren. Dit was dan ook serious business. Dan realiseer je je: zo voer je dus een air assault uit! Met 20 helikopters en een pick-up zone ter grootte van 5 voetbal velden. Dat is even wat anders dan oefenen op de Arnhemse Hei met 1 heli.”
‘We kunnen heel goed meedoen op dit niveau’
DHC 301 Squadron-commandant luitenant-kolonel Martijn Kleiberg was tijdens Green Griffin de baas van het Nederlandse detachement. Los van 4 Apache gevechtshelikopters die Nederland leverde, ondersteunde de VS met 4 Apaches, 4 Black Hawks en 4 Chinook transporthelikopters. Duitsland was ten slotte nog goed voor 4 NH90 transporthelikopters.
Binnen het scenario voerden Kleibergs air frames 2 grote missies uit. De eerste bestond uit 3 kleinere raids, de tweede was de grote air assault. “Ondanks dat we elkaar als nieuw samengestelde internationale eenheid bij aanvang nog niet kenden, ging de samenwerking heel goed. In nog geen week tijd werden gezamenlijke procedures niet alleen uitgevoerd, maar ook verbeterd. We konden volgens planning de troepen naar binnen brengen, op tijd refuelen en dan nog extra troepen invliegen.”
Door corona-beperkingen konden er anderhalf jaar lang geen grote ‘groene’ oefeningen plaatsvinden, aldus Kleiberg. “Deze was meteen erg geslaagd. Naast grote missies konden vele kleine trainingsmissies worden gevlogen. De grote missies waren inhoudelijk sterk. Doordat in het scenario veel werd opgespeeld, werden onze procedures en interoperabiliteit goed op de proef gesteld. Ook bleek dat we inhoudelijk heel goed kunnen meedoen op dit niveau. Bij de grote air assault hadden wij als Nederland de leiding. Voor ons strakke planningsproces kregen we veel complimenten."