02

Dit artikel hoort bij: Landmacht 09

Leopard gaat weer voorwaarts

Tekst kapitein Hanna Gillissen
Foto sergeant Cinthia Nijssen | video: sergeant-majoor Henry Westendorp

Meer kracht met tanks in Litouwen

Huzaar-1 Tyron: “Als ik aan de landmacht denk, denk ik aan tanks.”

In de Litouwse bossen gaat de battlegroup van 43 Gemechaniseerde Brigade weer samen voorwaarts met Leopard gevechtstanks. Om de Russen af te schrikken trainden zij tijdens de recente tweeweekse oefening Iron Wolf op hoog niveau met NAVO-bondgenoten. 

Koppies op scherp, vuur in de ogen, gaspedaal naar beneden en vinger aan de trekker. Tankchauffeur huzaar-1 Tyron heeft het naar zijn zin. De afgelopen dagen heeft de enhanced Forward Presence Battlegroup van de NAVO het verdedigende gevecht beoefend. Nu is het tijd voor de tegenaanval; terrein terugwinnen en de vijand weer over de landsgrens duwen. Tyron is er klaar voor: “Eindelijk doen waarvoor wij tankers zijn gemaakt: voorwaarts gaan!”

De vijand is tot staan gebracht. Tijd voor de tegenaanval.

Psychologisch effect

Vanuit een CV90 stuurt majoor Rutger de Nederlandse eenheid in het veld aan. “Het is mijn taak ervoor te zorgen dat compagnieën gezamenlijk vechten, dat de linie gesloten blijft en er geen gaten vallen. Ik analyseer de manoeuvres van de vijand en adviseer de Duitse commandant van de battlegroup.” Waarom deze certificeringsoefening belangrijk is? “Samen met de Duitsers, Noren en Tsjechen trainen we tijdens Iron Wolf onze skills en drills en laten we zien dat we op bataljonsniveau kunnen samenwerken als het erop aankomt”, legt de majoor uit. “Intussen zorgen we met onze aanwezigheid voor afschrikking, dragen we bij aan de veiligheid hier in de Baltische staten en Polen.”  

Dat de tank terug is, weliswaar geleased van de Duitsers, vindt de eskadronscommandant volledig terecht. “De keuze om ze weg te doen was financieel te begrijpen, maar niet vanuit militair oogpunt. We hebben de tank nodig als middel  om de vijand op te vangen, om slagkracht op het gevechtsveld te brengen. Maar ook als psychologisch effect. Een tank schrikt af. Dat we nu hier tijdens deze missie de tank weer als wapen kunnen inzetten, is een hoogtepunt. Natuurlijk wil je als militair het liefst je eigen spullen hebben, maar dit is op dit moment het hoogste haalbare. En de Duits-Nederlandse samenwerking is een mooie stap richting verdere militaire integratie tussen Europese landen.”

Majoor Rutger (links) overlegt in het veld met de Duitse commandant van de battlegroup.
Korporaal Mugen: “Schieten is het mooiste wat er is.”

De klap, de geur

Terwijl de Amerikaanse oefenvijand, bijgestaan door Spaanse en Litouwse militairen, bezig is met het inrichten van de verdediging, wordt aan de Leopardtanks nog het laatste onderhoud gepleegd. Tankschutter korporaal Mugen showt zijn ‘mini-kantoor’. Een stoeltje in een kleine ruimte, ongeschikt voor mensen met claustrofobie. Omringd door knoppen met Duitse termen erop. “Hier heb ik net twaalf uur lang gezeten, want we moesten een Amerikaanse M1 Abrams waarnemen. Dan gaat alles pijn doen. De commandant vlak achter me, had het koud buitenluiks, ik juist bloedheet met de kachel bij mijn voeten. We hebben geen airco helaas.”

Schieten vindt Mugen natuurlijk het mooiste wat er is.  “Als de lader klaar is met laden, gaat bij mij het lampje ‘feuer’ branden, dan weet ik dat we op scherp staan en kan ik vuren. De tank schudt dan alle kanten op. De klap, de geur, de adrenaline die vrijkomt… Net oud en nieuw.” In Litouwen zijn, ziet hij als een mooie ervaring. “We hebben veel trainingsmomenten, veel oefeningen gedraaid. Dit is het moment om te laten zien wat we kunnen. Tijdens een eerdere oefening hier schoten we met scherp en zijn er in twee dagen tijd 104 granaten doorheen gegaan.” Maakt het voor hem nog verschil dat we de tanks leasen? “Het maakt mijn werk niet minder mooi. Ik zit nu bijna drie jaar bij de Duits-Nederlandse eenheid. Het was even wennen aan de hiërarchie, wij zijn directer. Maar het Duits gaat me goed af. Ik heb gelukkig een talenknobbel.”

De Amerikaanse oefenvijand in de verdediging.
Onderhoud, en de laatste briefing voor de aanval.

Zelfvertrouwen groeit

Dan breekt de dag van de aanval aan. De battlegroup heeft opdracht van zuid naar noord het gebied in te nemen. Een diep dreunend geluid klinkt als de tanks uit het bosrand opdoemen. Zand vliegt meters hoog op. De grond trilt. Een vlucht vogels weet niet hoe snel ze weg moet komen. Iedereen gaat opzij voor zestig ton staal. Voorwaarts, waarnemen, schieten. De geur van dennen en mos wordt verdrongen door de geur van kruit. CV90’s volgen, infanteristen stijgen uit en naderen de vijand vanuit het bos.

Gezamenlijk ten strijde om de vijand terug de landgrens over te duwen.

Dit is het mooiste moment voor majoor Rutger. Gemechaniseerde eenheden samen zien optreden, voorwaarts zien gaan, geeft een onbeschrijflijk gevoel van kracht. Het is het complete pakket, met de infanterie en de genie. De een kan niet zonder de ander. Tanks vormen een van de onmisbare schakels en zijn voor mij het mooiste materieel dat de landmacht heeft. Een tank is altijd vooraan waar de actie is. Als een Leopard langsrijdt, trilt de grond en weet je dat er iets aankomt waar je rekening mee moet houden.”

Tankbestuurder Tyron kent dat gevoel van binnenuit. “Als je in een tank zit, ervaar je een lichte vorm van onsterfelijkheid, je zelfvertrouwen groeit. Je hebt het gevoel dat niemand je pijn kan doen. Zo’n grote oefening als deze betekent heel veel wachten. Maar als we dan in een gevecht zitten, zijn we de verveling en vermoeidheid in één klap vergeten en heeft iedereen een big smile op z’n gezicht.”

Check de clip!

Tank is terug

Door bezuinigingen verkocht de landmacht ruim 10 jaar geleden het gros van haar tanks, maar kwam daar na de annexatie van de Krim door Rusland op terug. Nederland least nu 18 tanks van het Duitse leger. Sinds 2017 staat Tankbataljon 414, bestaande uit 4 eskadrons waarvan 1 Nederlands, onder bevel van 43 Gemechaniseerde Brigade. 43 valt weer onder de Duitse 1e Pantserdivisie.

Tijdens Iron Wolf stonden de tankers in de spotlights. Maar bij de oefening waren veel meer collega’s betrokken, 2 vertellen over hun bijdrage:

Infanteristen en voertuigen synchroniseren’

Eerste luitenant Jakov, uitgestegen pelotonscommandant

“Aan de ene kant voertuigen die aanvallen, aan de andere kant uitgestegen infanteristen die de aanval inzetten. Dit scenario kwam meerdere keren terug deze oefening om zo de vijand te verrassen. Wij kunnen gecombineerd met de CV90’s optrekken, maar ook zelfstandig optreden. Hier in Litouwen hebben we in het veld meer oefenmogelijkheden. Het pantserinfanteriegevecht is ingewikkelder dan het tankgevecht. Tanks vormen voornamelijk een vuist op de open vlakte. Wij moeten telkens het optreden van de infanteristen en de voertuigen synchroniseren, wat voor mij als leidinggevende een uitdaging is  Ik vind het mooi om mijn mensen hier te zien groeien. Vijandcontact is natuurlijk waar je altijd op hoopt tijdens een oefening. Lekker agressief eroverheen gaan. Dat is onze core business. Hiervoor zijn wij op aarde.”

‘Combinatie luchtsteun zeldzaam’

Korporaal-1 Nick, Fennek-chauffeur bij het Fire Support Team (FST)

 “Met onze lucht- en grondgebonden vuursteun, pantserhouwitsers en 120 mm mortieren, hebben we tijdens deze oefening veel tanks van de vijand uitgeschakeld. We hebben als team, zes mensen verdeeld over twee Fenneks echt impact kunnen maken. We proberen info over het terrein en de vijand in te winnen, we communiceren met de drones en vliegtuigen in de lucht en we adviseren de commandant. Een complex samenspel. Het is zeldzaam dat er bij een gemechaniseerde oefening luchtsteun present is. Die combinatie zouden we eigenlijk vaker moeten trainen. Hoe groter een oefening, hoe meer wachten. Maar omdat wij communiceren met de commandant weten we waarom dat scheelt. En een echt scenario is ook niet alleen knallen, dus het is wel realistisch. De Fennek is stil en laag, maar heeft als nadeel dat je snel vast zit in de modder. Gelukkig hebben we een eigen lier. Want als we de berging om hulp vragen, komen we op de fotomuur in de bar in Rukla te hangen. Tot nu toe zijn we die dans ontsprongen en dat willen we graag zo houden.”