05

Dit artikel hoort bij: Landmacht 08

Mijn Uitrusting – groepscommandant DIM-peloton

Tekst KAP Jaap Wolting
Foto Jarno Kraayvanger

Iedereen heeft zijn eigen uitrusting. Enig idee wat collega’s met zich meezeulen? Welke ‘gereedschappen’ voor hen onmisbaar zijn? Maandelijks vertelt een landmachter over de essentiële benodigdheden waarmee hij zijn opdrachten uitvoert. Ditmaal sergeant-1 Rob Tempelaars, OPC van het Detectie-, Identificatie- en Monitoringpeloton.

Met behulp van een speciaal uitgeruste Fuchs gaan de CBRN-specialisten op zoek naar de aard en omvang van besmettingen. Waar de meeste militairen het liefst hard wegrennen wanneer duidelijk is dat er een chemische, biologische, radiologische of nucleaire dreiging is, gaat het DIM-peloton juist voorwaarts. Sommige spullen die ze dragen, vind je nergens anders binnen de landmacht. Kijk maar eens mee: 

Chemische detectoren

Chemische De TruDefender en First Defender. Deze uiterst nauwkeurige en door niets of niemand te foppen ‘hulpjes’ kijken met ramanlaser en infrarood naar atoombindingen om daarmee de vingerafdruk van een aangetroffen stof te bepalen. Voorbeelden zijn VX, mosterdgas of doodnormale alcohol.

Radio

Groepscommunicatiemiddel met de mogelijkheid tot het streamen van video. Speciaal ontworpen voor de CBRN-specialisten, inclusief keelmicrofoon zodat ‘ie makkelijk onder het masker past. Heeft een extra grote drukknop zodat ze hem ook kunnen bedienen terwijl ze een beschermend pak dragen.

AP4C en CAM

Deze gasdetectoren zuigen omgevingslucht op door middel van ion mobility spectrometry en herkennen delen die ook in gevaarlijke stoffen kunnen voorkomen. De nauwkeurigheid is minder hoog dan die van de Trudefender en de First Defender. De volgorde bij CBRN is alarmeren, detecteren, identificeren. Deze gasdetectoren spelen een rol bij stap 2.

Identifinder R400

Een handheld device dat uren meegaat. Meet gammastraling en kan bronnen zowel opsporen als identificeren. Komt met een usb-stick voor het verplaatsen van de meetresultaten naar een laptop. Rapportage en verslaglegging is erg belangrijk binnen dit vakgebied.

Pomp

Zuigt lucht aan door een steriele filter, waarna de besmetting uit datzelfde filter geëxtraheerd kan worden. Daar wordt vervolgens een vloeistofmonster van gemaakt, dat de specialisten opsturen naar de Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) in Rijswijk.

Ademlucht

Negen liter in combinatie met driehonderd bar, dus goed voor in totaal 2.700 liter lucht. Omdat het systeem wordt aangedreven door een motortje en de lucht daardoor het pak in wordt geblazen, voelen de gebruikers weinig ademweerstand. Op de eerste plaats kost het dus weinig moeite om adem te halen, en ten tweede koelt de lucht het pak vanbinnen ook nog eens een beetje.

Sergeant-1 Rob Tempelaars

OPC DIM-peloton

414 CBRN-Verdedigingscompagnie, 41 Pantsergeniebataljon, 13 Lichte Brigade

“Het is heel makkelijk om aan te tonen dat er wél iets is. Andersom is veel moeilijker. Wanneer durf ik mijn masker af te zetten, en daarmee de rest van Defensie ook? Als onderofficier heb je hier heel veel verantwoordelijkheid. Je moet advies geven over iets waar niemand iets van snapt, en soms ook niet wil snappen. En dan gaat het ook nog vaak om de gezondheid van duizenden burgers.

Je snapt dus dat ik een bepaalde nauwkeurigheid vraag van mijn collega’s. Zie ik dat niet terug, dan hebben ze een uitdaging. In principe zouden ze zelfstandig met een groep aan moeten kunnen klikken bij een bataljon, en hoog in de staf advies geven omtrent de dreiging in het missiegebied.

Het mooiste blijft toch wel de internationale samenwerking. We zijn maar een kleine gemeenschap. Groeiende wellicht, maar toch klein. Ik heb contact met Britten en Noren, ben op oefening geweest in Oostenrijk, Canada en Tsjechië en heb cursussen gedraaid in Zweden, Italië en Duitsland. Is gaaf hoor.

En ik durf met droge ogen te beweren dat we het als Nederland best goed doen. Qua materiaal kunnen we absoluut nog grote stappen zetten, maar qua kennis en vaardigheden doen we lekker mee. Ik denk dat andere landen op het gebied van zelfstandig handelen iets van ons kunnen leren. Die Nederlandse onderofficiersmentaliteit van meedenken in effecten is toch in zekere zin wel bijzonder. De Duitsers gaan met een grote groep hoogopgeleide mensen voorwaarts. Wij houden het met die vier man in die Fuchs simpel.”