09

Dit artikel hoort bij: Landmacht 07

Afghanistan op vaandels en standaarden

Tekst KAP Jaap Wolting
Foto Nederlands Instituut voor Militaire Historie

Moedig, onderscheidend optreden

Koning Willem-Alexander kent 16 regimenten en korpsen van de Koninklijke Landmacht een vaandelopschrift toe omdat zij zich in de strijd in Afghanistan hebben onderscheiden. In deze rubriek brengt de redactie maandelijks een regiment of korps voor het voetlicht om achtergrond te geven over het hoe en waarom van zijn opschrift. Ditmaal: het Regiment Technische Troepen.

Waarom nu precies ‘Uruzgan 2006 – 2010’ op het vaandel?

In de periode 2002 – 2010 maakten militairen van het Regiment Technische Troepen deel uit van de International Security Assistance Force (ISAF), onder meer als onderdeel van de Nederlands-Australische Task Force Uruzgan (TFU) in de gelijknamige provincie. Het regiment leverde op de bases onderhouds- en herstelcapaciteit. Tijdens operaties buiten de poort werden voor herstel- en bergingssteun kleine Onderhouds- Diagnose- en Bergingsgroepen (ODB) ingedeeld bij manoeuvre-eenheden. Ploegen van de Explosieven Opruimingsdienst (EOD) waren belast met het ruimen van IED’s en het vernietigen van achtergebleven conventionele munitie. Voorts leverde het regiment eenmalig de kern van een Provincial Reconstruction Team.

Elke handeling kon dodelijk zijn

Het regiment onderscheidde zich van 2006 tot 2010 in Uruzgan door de inzet van EOD-ploegen, die door het ruimen van IED’s en het vernietigen van munitie een wezenlijke bijdrage leverden aan de bewegingsvrijheid van manoeuvre-eenheden en het herstel van momentum van lopende operaties. In die periode waren EOD-ploegen betrokken bij ongeveer 700 IED-incidenten.

Het besef dat elke handeling dodelijk kon zijn, zorgde voor voortdurende spanning bij de explosievenruimers. Tijdens en na de ontmanteling van IED-materiaal werd forensisch onderzoek gedaan, onder meer met het doel betere tegenmaatregelen te kunnen nemen. Door de inzet van de EOD-ploegen zijn slachtoffers voorkomen.

Het regiment onderscheidde zich tevens met de ODB-groepen door tijdens operaties wapensystemen en ander essentieel materieel te velde inzetbaar te houden, te herstellen of te bergen, zelfs onder vijandelijk vuur.

Belang vaandel en standaard

Het vaandel is de ‘vlag’ van een eenheid, geschonken door de koning of koningin. Erop staat de gestileerde eerste letter of het monogram van de naam van die vorst. De opschriften op vaandels worden altijd door de vorst toegekend. Vroeger namen de troepen de vaandels mee als ze ten strijde trokken. Tegenwoordig staan ze symbool voor saamhorigheid en trouw van de eenheid aan de vorst.

Bijdragen aan de strijd

Hieronder enkele illustraties van bijdragen aan de strijd in Afghanistan. De redactie heeft hiervoor geput uit gevechtsverslagen, persoonlijke verhalen en rapportages. Onderstaande voorbeelden zijn slechts fragmenten en vertellen niet het complete verhaal.

[…] “Direct na de explosie, ver voor ons in de colonne, werden we van twee kanten onder vuur genomen. De genie reed met een open MB en zocht daarom meteen te voet een veilige plek bij een quala. Ook wij verlieten ons EOD-voertuig en namen positie in in een droge greppel. Vuursteun van de pantserhouwitser bleek niet mogelijk omdat de vijand te dichtbij lag. Na een kwartier werd besloten de MB van de genie te verplaatsen omdat hij de weg blokkeerde. Omdat het voertuig op een open stuk stond kon het alleen benaderd worden door onze Patria. Nadat we onder vuurdekking de MB hadden weggehaald, konden we naar de plek waar de IED was afgegaan. We kregen te horen dat er luchtsteun aankwam en we slechts enkele minuten hadden om bewijsmateriaal van de IED te verzamelen. Het getroffen ANA-voertuig lag geheel uit elkaar. Van de IED vonden we diverse componenten die we meenamen. Nog tijdens het zoeken kregen we opdracht binnen vijf minuten weg te zijn omdat er vanuit de lucht doelen dichtbij gebombardeerd zouden worden. Onder vuur vertrokken we via de Tirin-rivier naar Tarin Kowt. ” […]

[…] “Majoor Jan gaf me via de radio opvallend rustig opdracht naar voren te gaan om de Patria die een mobility-kill had, te gaan bergen. Ik ging snel onder pantser en reed met het bergingsvoertuig, de Buffel, het gevecht in. De inmiddels verlaten Patria stond helemaal vooraan, de bemanning was inmiddels in veiligheid gebracht door de EOD. Al lagen we zwaar onder vuur, Rick stapte koelbloedig uit om een kabel aan het voertuig te bevestigen. Toen we de Patria probeerden te verplaatsen zag ik dat de strengen uit de kabel sprongen. Ik kwam een stukje uit het luik om goed waar te kunnen nemen en meteen vlogen de kogels om mijn oren. Tegelijk viel er een mortiergranaat voor de Buffel.” […]

[…] “In de Ops in Deh Rawod kwam het bericht binnen dat een patrouille van Franse militairen en ANA een IED had gevonden ten noorden van Takeyh, in de mond van de Tangivallei. Eenheid 1.6 werd getasked de IED veilig te stellen. Aangekomen bij de locatie bleek een gedeelte al zichtbaar, een blauwe wasteil. De ruiming vlotte zeer snel, met inachtneming van alle veiligheidsmaatregelen. Het bleek een bom te zijn die zou zijn afgegaan als er iemand op gestapt was. Een antipersoneelsmijn, slagsnoer en 25 liter aan zelfgemaakte explosieven.” […]

[…] “Wij zetten ons bergingsvoertuig, de YPR 806, naast die van de YPR die was getroffen door een mortiergranaat en gingen gelijk aan de slag. Het bleek een lekke aansluiting van de retourleiding te zijn en dat onderdeel hadden we natuurlijk niet bij ons. Met een stukje vulkaniserende tape tussen de wartel en de leiding hadden we de boel na een paar minuten weer dicht. Het vijandige mortierstuk werd intussen met behulp van Close Air Support uitgeschakeld door de Aussies. De OPC had schaafplekken door rondvliegend grind, de boordschutter een scherf in zijn jukbeen en bij de chauffeur stond een scherf recht in z’n bril.” […]

[…] “Ik moest de laatste driehonderd meter te voet afleggen. Gelukkig hing er op dat moment een Apache boven ons. Op het moment dat die kist dekkingsvuur afgaf, zette ik het op een lopen. Ik heb van mijn leven nog nooit zo snel gerend. Ik hoorde de kogels langs me fluiten en bij mijn voeten zag ik opspattend zand van de inslagen. Toen ik bij de cabine van de geschaarde truck aankwam zag ik dat deze was doorzeefd met kogels waardoor de brandstof in straaltjes uit de tank stroomde. Heel even schoot de gedachte door mijn hoofd dat het allemaal voorbij zou zijn als de wagen vlam zou vatten. Meteen daarna ging ik zo snel mogelijk aan het werk. Uiteindelijk wist ik de truck naar de berm te rijden en kon ik dekking zoeken achter een Fennek, waar ik hielp bij de behandeling van de gewonde Afghaanse chauffeur die in zijn hoofd was geschoten.” […]

Gewond maar niet verslagen

Twee militairen van het Regiment Technische Troepen hebben het Draaginsigne Gewonden ontvangen. Aan een militair van het regiment is het Kruis van Verdienste verleend. Tientallen regimentsleden kregen vanwege operaties in Afghanistan het gevechtsinsigne.

Historie Regiment Technische Troepen

De traditie van het Regiment Technische Troepen (RTT) ligt besloten in de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene. In Congleton (UK) werd op 20 maart 1941 als onderdeel van de brigade het ‘Light Aid Detachment’ opgericht; een kleine zelfstandige hersteleenheid. Al snel werd dit omgezet in een veel zwaarder ‘Independent Workshop Detachment’ dat reparaties tot het huidige 3e echelon kon uitvoeren én beschikte over speciale werkplaatswagens. Na de ontbinding van de brigade kon men een 4e-lijns werkplaats van de Canadezen in Eindhoven overnemen. Deze vormde de basis voor de Centrale Werkplaats op de Kromhoutkazerne en de uitbouw van het RTT.

De eenheden van het regiment zijn 11 Herstelcompagnie LMB, 13 Herstelcompagnie, 43 Herstelcompagnie en de Explosieven Opruiming Dienst Defensie. Verder zijn veel leden van het regiment geplaatst bij de Defensie Materieel Organisatie en bij het Materieel Logistieke Commando van Staf CLAS. Het vaandel van het Regiment Technische Troepen werd op 25 maart 1994 toegekend door Koningin Beatrix.