Tekst KAP Jaap Wolting
Foto MCD, KPL Wessel, privéarchief, OOCL
Gouden kansen bij eFP
Al meer dan vier jaar levert onze landmacht in Litouwen een bijdrage aan de enhanced Forward Presence(eFP) van de NAVO. Inmiddels traint rotatie nummer tien – geleverd door 43 Gemechaniseerde Brigade – volle bak in internationaal verband.
Het Duits-Nederlandse 414 Pantserbataljon vormt de kern en werkt samen met Noorse, Tsjechische, Luxemburgse en Belgische eenheden op naar Iron Wolf. Deze belangrijkste oefening van het jaar laat de NAVO-partners nog beter op elkaar ingespeeld raken. Met Leopard-tanks, CV-90’s, Boxers en ander zwaar materieel wordt terecht gesproken over de zwaarst uitgeruste Nederlandse rotatie tot nu toe.
“Wij geven een duidelijk signaal af: als NAVO steunen we onze partners bij directe en indirecte dreiging”, aldus luitenant-kolonel Timo de Borst, plaatsvervangend commandant van de Battlegroup. “Tegelijkertijd pakken we een gouden kans om de internationale interoperabiliteit uit te bouwen, verder te ontwikkelen en wegbezuinigde kennis en verloren materieel weer terug te brengen waar het thuishoort: in de gereedschapskist van de Koninklijke Landmacht.”
Opening MTSC Role 2 Basic
Tijdens een bijzonder bataljonsappel is op 1 september het Medical Training & Simulation Centre (MTSC) geopend bij 400 Geneeskundig Bataljon. Hiermee ontstaat in Ermelo een bijzonder trainingsmiddel voor het beoefenen van combat operaties.
De operationele geneeskundige keten staat hiermee aan de vooravond van de doorontwikkeling van de Role 2 Basic naar een robuust, flexibel en snel inzetbaar middel dat het gevecht kan volgen en ondersteunen. De MTSC biedt de mogelijkheid ‘to train as you fight’. Daarnaast kan nu nog beter de samenwerking worden gezocht met andere (geneeskundige) onderdelen van de krijgsmacht. Door elkaar op te zoeken is het nu mogelijk een volledigere geneeskundige afvoerketen te beoefenen.
Landmachter maakt indruk in Engeland
Luitenant-kolonel David Claus is dit jaar de beste internationale student aan de Defence Academy of the United Kingdom. Zijn scriptie voor de master Defence Studies (die hij gelijktijdig deed aan het gerenommeerde Kings College in London) werd gewaardeerd als beste van dit studiejaar.
In een multinationale setting begonnen 258 militairen en burgers in september 2020 aan hun studie aan de Advanced Command and Staff Course (ACSC) in Shrivenham. Dit geldt als een tegenhanger van de Nederlandse Hogere Defensie Vorming. Zowel de landmacht als de marine stellen jaarlijks ieder een Nederlandse deelnemer in staat om deze studie te volgen. David Claus startte vorig jaar namens de landmacht.
Het grote internationale deelnemerspercentage maakt deel uit van de Britse samenwerkingsstrategie met partnerlanden. Daarnaast zorgt de diversiteit de deelnemers een breder perspectief op de behandelde onderwerpen. De Nederlandse studenten kunnen naast de ACSC een studie volgen aan het gerenommeerde Kings College. Daarin blonk overste Claus, inmiddels werkzaam als uitwisselingsofficier bij het hoofdkwartier van de Britse landmacht in Andover, dus uit. Zijn scriptie ging over Rusland en in hoeverre het Russische leger heeft geïnnoveerd of juist aangepast.
Genisten van toegevoegde waarde op Haïti
Sergeant René van de Geniecompagnie van 11 Luchtmobiele Brigade heeft de afgelopen weken hulp verleend op het door een zware aardbeving getroffen Haïti. Normaalgesproken is de rode baret samen met 7 geniecollega’s aangeklikt bij de Compagnie in de West op Curaçao. Hij vertelt:
“We waren ons aan het voorbereiden op een oefening op Bonaire toen we de voorwaarschuwing kregen. Dat werd vervolgens een notice to move van 2 uur. Op 20 augustus vertrokken we met Zr.Ms. Holland naar Haïti, uiteraard met onze speciale genie-uitrusting, inclusief kettingzagen, springstof en inmeetapparatuur. Dit met het oog op het begaanbaar maken van wegen, die geblokkeerd konden zijn door bijvoorbeeld rotsblokken, masten of bomen. We deden ons werk vooral vanaf het schip. Het was mooi dat we ook opgeleid zijn om met de heli te werken; zo waren we ook van toegevoegde waarde. We maakten terrein geschikt als landing zones en zorgden dat ladingen hulpgoederen, vooral tienduizenden liters water, goed aan de grond werden gezet.
Ik was onder de indruk van het land en de mensen. Ze reageerden heel vriendelijk op ons. De taalbarrière was wel een probleem. Zij spreken vooral Creools en Frans. Gelukkig konden we wel contacten leggen met enkele mensen die goed Engels spraken. Voor mijzelf was dit optreden een heel goede ervaring. Ook mooi om met een samengestelde eenheid te werken; met helikopter en mariniers en dan ook nog vanaf een schip.” Zr.Ms. Holland is afgelopen vrijdag teruggekeerd in de haven van Willemstad, Curaçao.