07

Dit artikel hoort bij: Landmacht 04

Luchtverdedigers in Mali

Tekst KAP Jaap Wolting
Foto Bundeswehr

Altijd oog voor detail

In het februarinummer vertelden we dat een tweetal Nederlanders van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando de luchtdreiging op Camp Castor nauwgezet in de gaten houdt… en alarm slaat indien nodig! Vorige maand legden we al contact met luitenant Bram en deze keer belden we Robin, de enige Nederlandse wachtmeester in Gao.

“Ik houd continu het luchtbeeld in de gaten. Dag in, dag uit. Wat dus vooral pittig is, is mijn focus behouden. Ik kan het me niet veroorloven een paar minuten te verslappen om met een collega te ouwehoeren. De dreigingen waar ik voor waak kondigen zich niet netjes aan, waardoor mijn blik altijd gericht moet zijn op het scherm voor me.”

Vroegtijdig alarmeren

Het luchtverdedigingssysteem waar de 2 Nederlanders samen met de Duitsers van Flugabwehrraketengruppe 61 uit Todendorf mee werken heet MANTIS: Modular, Automatic and Network capable Targeting & Interception System.
Op Camp Castor is het ontplooid in de Sense & Warn-configuratie en gebruikt het geen vuurkracht. Door vroegtijdig te detecteren kan het personeel op het kamp echter wel tijdig dekking zoeken bij bijvoorbeeld inkomend mortiervuur.
Het DGLC levert per rotatie 2 personeelsleden voor de vuurleidingscentrale. De opdracht: zo snel mogelijk alarmeren bij indirect fire

‘Er was binnen mijn batterij veel animo voor deze functie’

Minimale kansen

Er gaat per rotatie maar 1 Nederlandse onderofficier naar Gao. Waarom uitgerekend Robin dan naar Mali werd gestuurd? “Binnen onze batterij was er logischerwijs veel animo om de schaarse functies op Camp Castor te mogen vervullen”, aldus de bescheiden wachtmeester. “Als luchtverdedigingseenheid zijn er de afgelopen jaren geen kansen geweest om met de hele batterij een missie te draaien. De Patriots zijn een paar jaar geleden nog naar Turkije geweest maar bij 13 Luchtverdedigingsbatterij moeten we het echt hebben van de individuele uitzendingen. En ook die kansen zijn bepaald niet overvloedig. Waarom ik deze rotatie mocht draaien? Dat zou je mijn commandant moeten vragen.”

Wachtmeester Robin houdt in de vuurleidingscentrale het luchtbeeld in de gaten. Op de rechterfoto de Duitse wapens waarover hij in Mali beschikt: de G36 en het pistool P8, beide Heckler & Koch.

‘Werk als enige Nederlander in een compleet Duits team’

Robin en Bram voor een van de vele Nederlandse ‘items’ op Camp Castor die herinneren aan de tijd dat er veel meer landgenoten op het kamp zaten.

Wezenlijk verschil tussen krijgsmachten

Al zaten Robin en Bram in hetzelfde opwerktraject en reisden ze samen naar Mali, ze werken in andere shifts. Robin is dan dus ook de enige Nederlander in een verder compleet Duitse Mannschaft. En dat was aan het begin zeker even wennen: “De gewoontes, procedures en omgangsnormen bij de collega’s van de Bundeswehr zijn anders dan bij ons. Wat dat betreft bemerk ik hier een wezenlijk verschil tussen onze krijgsmachten. Niet dat het storend is trouwens, maar het valt wel op. Formeel gedoe, zeg maar. Gelukkig wordt het ons als Nederlanders snel vergeven dat we niet alle ins & outs kennen en is sowieso de sfeer binnen ons peloton heel erg goed.”

‘We werken en ontspannen in kleine bubbels’

Take-away dankzij corona

Goddank, want COVID-19 verplicht de militairen op Camp Castor om te werken én ontspannen in eigen, kleine bubbels. “Ik heb dus heel weinig contact met de mensen buiten mijn peloton”, verklaart Robin. “Als er geen coronacrisis geweest zou zijn was dat totaal anders want de mogelijkheden hier zijn legio. Er is een grote bar, er zijn winkeltjes en er bestaat zelfs een Smokers Club om gezellig samen een sigaar te roken. Nu mag je alleen dingen bestellen en ophalen. Het enige voordeel van corona is het feit dat we op ons gemak kunnen eten wanneer het ons uitkomt. We hoeven niet in een lange rij voor de eetzaal te staan en halen ons prakkie op als take-away.”

Robin verricht werkzaamheden aan het luchtverdedigingssysteem MANTIS.

Onvoorwaardelijke steun

Wat ze er thuis van vinden dat Robin is uitgezonden? “Mijn broertje is als pantsergenist eerder op missie geweest, dus voor mijn ouders is dit niets nieuws. Mijn zoontje van 7 vond het vooral aan het begin erg lastig. Gelukkig is het tegenwoordig heel makkelijk om naar huis te bellen zodat ik hem de uitzending kan laten meebeleven. Mijn vriendin kan goed omgaan met de situatie, maar vindt het uiteraard vervelend dat ik maandenlang weg ben. Ze wist echter vanaf de start van onze relatie dat ik graag een missie wilde draaien en steunt me onvoorwaardelijk. En dat is chill, want daardoor kan ik me hier volledig op mijn taak binnen het MANTIS-peloton focussen.”