04

Dit artikel hoort bij: Landmacht 01

‘Jullie hadden hier moeten blijven’

Tekst KAP Jaap Wolting
Foto Noël van Bemmel, Marten de Boer | video: Marten de Boer

In de periode dat duizenden Nederlandse militairen in Uruzgan opereerden, spendeerde Marten de Boer er namens Buitenlandse Zaken miljoenen aan projecten als meisjesscholen en asfaltwegen. De diplomaat leefde 1 jaar in Tarin Kowt, 4 jaar in Kaboel. Eind 2020 was hij voor het eerst sinds 10 jaar weer terug in de provincie waar Nederland zoveel investeerde, zoveel offers bracht ook. “Negatieve verhalen van journalisten en wetenschappers die de afgelopen jaren in Uruzgan zijn geweest doen totaal geen recht aan onze inzet.”

Hoe was het om weer in Afghanistan te zijn?

“Heel bijzonder. Ik zei altijd al tegen m’n vrouw dat ik een keer terug zou gaan, mits het veilig zou zijn. Op uitnodiging van de Volkskrant ben ik samen met Noël van Bemmel het avontuur aangegaan. De gastvrijheid van de mensen was hartverwarmend. Toen bekend werd dat ik terug zou keren, kreeg ik allerlei Whatsappjes van oude bekenden uit Afghanistan. Ik werd al verwelkomd voordat ik überhaupt in het vliegtuig zat. En dat nadat ik er 10 jaar niet geweest was. Eenmaal in Afghanistan sprak ik onder meer uitgebreid met oud-gouverneur Mounib die nu in Kaboel een politieke partij leidt. Uit zijn hoofd noemde hij zomaar ineens allerlei namen van Nederlandse militairen. Hij was erg benieuwd naar wat ze momenteel allemaal deden en had goede herinneringen aan de Nederlandse inzet in Uruzgan.”

Arme Afghanen worden door het Human Resource Development Program aan gereedschap geholpen om hun vaardigheden te benutten en zodoende geld te kunnen verdienen.
Kinderen bij de 230 meter lange keermuur in Spin Masjid die in maart 2010 werd opgeleverd.

Hoe kijkt de bevolking van Uruzgan terug op de periode waarin Nederlandse militairen aanwezig waren in hun provincie?

“Heel positief. Sommige mensen die ik sprak leken welhaast nostalgische gevoelens te hebben, gaven aan dat het er veilig zou zijn als wij gebleven waren. Iemand zei letterlijk tegen me dat Uruzgan in die periode een vredig paradijs was. Moet je nagaan hoe groot het verschil in perceptie kan zijn! Al is het alweer lang geleden dat we er als Nederland vertrokken, ze spraken toch de hoop uit dat we in de toekomst terugkeren.

Daarnaast hebben ze heel goed in de gaten dat de vele tientallen internationale organisaties en non-gouvernementele organisaties nooit voet aan de grond hadden kunnen krijgen als Nederlandse militairen niet zo aanwezig waren geweest in de regio. 

Op dit moment is de Taliban weer veel aanwezig. Dat heeft meerdere oorzaken. Een daarvan is de strijd tussen verschillende stammen om de functie van belangrijkste politiecommandant in de regio. Daardoor ontstaat een machtsvacuüm waar de Taliban dankbaar gebruik van maakt.”

De Timoschool in Shah Mansoor, gebouwd ter nagedachtenis aan de in Afghanistan omgekomen Timo Smeehuijzen, is zwaar beschadigd na aanvallen van de Taliban.
Afghaanse mannen relaxen in de nabijheid van de Garamab Manda-brug.

Nederland heeft veel geïnvesteerd in Uruzgan. Wat is daar nog van zichtbaar?

“Van zowel de hardware als de software is van alles aanwezig. Qua hardware doel ik dan bijvoorbeeld op de gebouwen die met Nederlandse hulp uit de grond zijn gestampt. Qua software moet je denken aan door ons opgeleide locals. Binnen de gezondheidszorg werken 2 keer zoveel mensen als in 2010. Het aantal kinderen dat onderwijs geniet is toegenomen. Er zijn veel instituten ontstaan. De technische school in Tarin Kowt (TK), die Nederland betaald heeft, is volop in gebruik. Toen ik er was heb ik zo’n 150 leerlingen gevraagd waar ze vandaan kwamen. Ze bleken uit alle delen van de provincie te komen, van Deh Rawod en Gizab tot Khas Uruzgan. Dat is een goed teken want zonder degelijk onderwijs kun je niet zomaar naar de technische school. Daarnaast zijn er nog talloze onderwijsinstellingen ontstaan in TK, wat me positief verraste. 

De stad zelf is enorm vergroot door de bouw van een nieuw ziekenhuis, kantoren en flats. Als je vroeger vanuit Kamp Holland naar TK reed had je eerst een tijd niets dan barre grond. Nu is het volgebouwd tot aan Kamp Holland. 

Dan een heel ander aspect, en wel op het gebied van landbouw. De Task Force Uruzgan steunde een grote actie om met hulp van Afghaanse non-gouvernementele organisaties in de gehele provincie voor 50.000 gezinnen gecertificeerde tarwe, zaad en kunstmest te bezorgen. Veel militairen zullen zich deze onderneming nog wel herinneren want Defensie bood hulp bij vervoer, overladen en distributie. Ook checkte de TFU of de mest niet voor IED’s gebruikt kon worden. Momenteel ligt de graanoogst per hectare in Uruzgan 20% boven het landelijk gemiddelde!”

Een sfeerbeeld langs de weg, net buiten Tarin Kowt.

Hoe heeft Uruzgan zich tussen 2010 en 2020 ontwikkeld?

“Al is het qua conservatisme nog steeds het Staphorst van Afghanistan, ze hebben er wel veel ontwikkeling doorgemaakt. Er zijn meer mensen werkzaam in de zorg, er zijn meer klinieken, onderwijs wordt toegelaten. Wel is het meisjesonderwijs blijven steken. Het oude denken zit er toch bij velen echt nog wel in, helaas. 

Maar ik heb ook een prachtig voorbeeld van Gulali Mohammadi, een jonge vrouw die met Nederlands geld is opgeleid als vroedvrouw en nu als 27-jarige volksvertegenwoordiger in Kaboel opkomt voor de mensen in TK. Ze is de jongste parlementariër van het land. 

Met hulp van de Verenigde Naties worden watertorens neergezet met leidingen naar 500 huishoudens. Nederland is een van de partijen die meebetaalt, dus onze vlag wappert er nog steeds. En overal zie je zonnepanelen die de bevolking van stroom voorzien. In mijn tijd deed een Nederlandse Afghaan in die panelen, maar die zal inmiddels wel concurrentie hebben gekregen. Toen we vanuit TK naar Deh Rawod reden, passeerden we hele velden vol. In de stad zelf is het superveilig. Rond de bazaar en alle winkels bruist het van de activiteit. Eenmaal buiten de stad rijd je op een gegeven moment wel tegen blokkades van de politie aan. De Taliban heeft immers een groot deel van de provincie in handen.”

Marten de Boer bij Gulali Mohammadi, parlementslid Uruzgan, thuis in Kaboel.
Het door Nederland gefinancierde afwateringskanaal in Maiden Shamali Gharb, 228 meter lang, opgeleverd in 2015.

Wat is er in 10 jaar tijd in TK niét veranderd?

“Ook al zijn nu bijna alle straten geasfalteerd en is het niet meer zo’n stoffige bende als toen Nederlandse militairen er dagelijks reden, de binnenstad is onveranderd. De winkels zijn nog precies hetzelfde. Laagbouw, alles schots en scheef en trappetjes het dak op. Al is het veel drukker dan 10 jaar geleden, de uitstraling is nog steeds exact hetzelfde.” 

Marten de Boer schoot zelf wat bewegende beelden tijdens een rit door TK. Check de clip!

Veel militairen die in Afghanistan gediend hebben denken dat Uruzgan weer terug is bij af. Deelt u die mening?

“Neen. Ondanks het feit dat de provincie zeer geïsoleerd is, is het in de vaart der volkeren meegegaan. Het bestuur was 10 jaar geleden belabberd. Zelfs als analfabeet kon je zeer hoge functies krijgen. Dat wordt nu niet meer geaccepteerd. Een bacheloropleiding is tegenwoordig een must. De stimulans om onderwijs te volgen is zeer hoog en de kwaliteit van het bestuur is daardoor veel beter. Rond TK staan inmiddels meerdere overheidsgebouwen. Allemaal voorzien van wifi. Ook zeer belangrijk: in TK werken niet alleen mensen uit de regio. Ook Afghanen uit andere delen van het land zijn bereid gevonden naar Uruzgan te verhuizen om er een bestaan op te bouwen.

De geïntegreerde Nederlandse inspanning van Defensie, Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking heeft een aardig effect gesorteerd, durf ik na mijn laatste bezoek te concluderen. Wat nog wél steeds een probleem is, is dat er over het algemeen weinig vertrouwen is in de overheid. Dat heeft tijd nodig.” 

De Wanou-brug, net voor de asfaltweg naar Chora begint.
Een winkelstraat in het centrum van Tarin Kowt.

Wat heeft tijdens uw laatste bezoek de meeste indruk gemaakt?

“Toen ik jaren geleden in Afghanistan werkte kreeg ik af en toe het idee dat men het allemaal wel goed vond. Tijdens mijn laatste bezoek ontmoette ik Afghanen met ambitie die echt probeerden om stappen te zetten, het verschil te maken. Ik sprak Mohtab Mohamadi, de vrouwelijke directeur van een door Nederland en Australië gerenoveerde meisjesschool. Samen met 22 andere vrouwen maakt ze deel uit van een actiegroep met als doel misstanden tegen vrouwen tegen te gaan. Krijgt zij er lucht van dat een te jong meisje voor veel geld uitgehuwelijkt dreigt te worden aan een oude man meldt ze zich bij de provinciale gouverneur en zorgt ze dat ze airtime krijgt op de radio. Een verbazingwekkend verhaal.”

Nederlandse militairen hebben jarenlang deel uitgemaakt van het straatbeeld in Uruzgan. Is daar iets van blijven hangen?

“Tijdens mijn bezoek ben ik bij 3 politieposten geweest en heb ik met eigen ogen gezien hoe die agenten optraden. De beveiliging was altijd in goede handen, ze wisten wat ze moesten doen en er heerste discipline. Wat me opviel was dat de agenten vriendelijk werden geaccepteerd door de bevolking. Volgens mij heeft dat grotendeels te maken met de erfenis van de Nederlanders. Een bepaalde uitstraling, de wijze van optreden naar de bevolking toe had iets weg van onze eigen hearts and minds-strategie.”