Tekst KAP Djenna Perreijn
Foto Mediacentrum Defensie, MAJ Sander Cruiming
Oefenen met alle denkbare middelen
Innoveren staat tegenwoordig met stip bovenaan in elk operationeel manifest. Defensie start het ene na het andere innovatieproject. Het Commando Landstrijdkrachten heeft er zelfs een speciale afdeling voor in het leven geroepen: Concept Development & Experimentation (CD&E). In deze rubriek belicht Landmacht bijzondere trajecten die deze sectie initieert of ondersteunt. Deze maand: synthetic wrapping.
Luchtsteun van een F-35 toevoegen aan een oefening in Bergen-Hohne. Bel jij Vliegbasis Leeuwarden om het te regelen? Samen trainen met alle gewenste wapenplatforms is duur en vaak onmogelijk. In de toekomst is dat wellicht anders. Met het concept synthetic wrapping breid je een oefening uit door fysieke middelen virtueel toe te voegen: helikopters, drones, CV90’s, vrachtwagens of zelfs een compleet bataljon.
Hoe? Door netwerkkoppelingen tussen simulatoren. Dat is geen sciencefiction; de simulatoren heeft de krijgsmacht al. Met de juiste verbindingen kan een vlieger deelnemen aan een oefening door plaats te nemen in de simulator. De Joint Terminal Attack Controller (JTAC) in het veld houdt contact. “Die doet nu vaak niet mee omdat er geen vliegtuigen beschikbaar zijn. Maar door simulatie wordt de oefening voor zowel de vlieger als JTAC waardevoller”, vertelt simulator-expert majoor Sander Cruiming, Stafofficier Kennis, Innovatie en Regie bij het Simulatiecentrum Landoptreden.
‘Het maximale uit oefenen te velde halen’
Leger stagiairs
Dat is volgens Cruiming direct de grote winst van synthetic wrapping: verschillende ketens kunnen beter én samen trainen. “Zoals luchtverdediging, vuursteun en operationele staf. Door aan een bataljonsoefening 2 virtuele bataljons toe te voegen, kun je het naar brigadeniveau tillen. De bataljonscommandant in het veld houdt radiocontact met zijn collega, die vanachter de computer zijn virtuele eenheid aanstuurt. Beiden bekijken op de digitale kaart alle middelen. Of er echte of virtuele pantservoertuigen rondrijden, maakt niet uit.”
Om gebruik te maken van synthetic wrapping moet Defensie oefenterreinen digitaliseren. “Met hulp van satellietbeelden duurt dat afhankelijk van de grootte van het terrein een half jaar. Voorheen betekende het veel handwerk en kregen we hulp van een leger aan stagiairs. Maar het digitaliseren wordt steeds verder geautomatiseerd en gaat dus sneller.” De majoor is overtuigd van de investering. “Oefenen te velde is ontzettend duur. Denk aan terreinhuur, vervoer, brandstof, voeding en oefentoelages; al met al kost het miljoenen. Dan wil je ook het maximale eruit halen.”
‘Met synthetic wrapping zijn de tijden van ‘denk er maar luchtsteun bij’ voorbij’
Virtuele wereld
Eenheden in het veld zullen volgens Cruiming met het nieuwe concept merken dat oefeningen realistischer worden. “Doordat het nu vaak niet mogelijk is met alle assets te trainen, oefenen eenheden gescheiden en zien ze elkaar pas in missiegebied. Als de nood voor luchtsteun er daadwerkelijk is.”
Het belangrijkste aan het concept is volgens de simulatorexpert dan ook dat de virtuele wereld perfect overeenkomt met het echte terrein. “Door de voortschrijdende techniek worden simulatoren steeds beter en lijkt het levensecht. Met synthetic wrapping zijn de tijden van ‘denk er maar luchtsteun bij’, voorbij.”
Oefenen op afstand
De techniek heeft zich in oktober bewezen tijdens de internationale oefening Bold Quest onder leiding van de US Joint Staff J6-Fires Division. Majoor Cruiming: “In plaats van af te reizen naar de VS logden we vanuit Amersfoort in via het NAVO-netwerk. Zo konden we Amerikaanse simulatoren gebruiken en allerlei assets toevoegen, zoals Franse Mirage-straaljagers.”
Toekomst
Ook de Britten hebben aangetoond dat het systeem trainingen een kwaliteitsimpuls geeft. Engeland is het eerste land dat de netwerkkoppelingen volledig heeft aangekocht bij een Brits bedrijf. “De verslagen uit oefenterreinen in Kenia, Canada en natuurlijk Engeland zijn veelbelovend. Dit is de toekomst.”
Maar hoe ver weg is die toekomst voor het Nederlandse leger? “De techniek is er. Simulatiecentrum Landoptreden moet nog wel beslissen aan welke elementen van het systeem behoefte is; CV90's, F35's, Leopards, of allemaal? Daarover ben ik in gesprek met onder meer Staf CLAS. Ik denk dat we de netwerkkoppelingen binnen enkele jaren kunnen implementeren.”