Tekst RITM Arthur van Beveren
Foto SGT Aaron Zwaal en archief Defensie

Andere blik op battle space

Hoewel de essentie van oorlog voeren niet is veranderd, is de omgeving waarbinnen de landmacht opereert de afgelopen jaren complexer geworden. In een wereld waarin aanvallen virtueel plaatsvinden en de tegenstander niet altijd een natiestaat is, moet de landmacht meebewegen. Het ontwikkeltraject onder de noemer ‘Informatiegestuurd Optreden (IGO)’ moet daar de komende jaren voor gaan zorgen.

Informatiegestuurd Optreden gaat een beroep doen op de denkwijze van iedere militair, legt luitenant-kolonel Ronald Smit uit: “Het begint er mee dat een commandant zich bewust is dat zijn battle space groter is dan alleen het tastbare. Dat kinetische slagkracht niet het antwoord op alles is, maar dat manoeuvreren met een mix van middelen belangrijk is.” Met die mix doelt de overste niet alleen op de inzet van middelen in de fysieke dimensie (het traditionele slagveld), maar ook in de virtuele en cognitieve dimensie. 

Overste Smit: “De commandant moet meer bewust worden dat zijn battle space groter is dan enkel het tastbare.”

‘Paralellen met ontwikkelingen in de maatschappij’

Luitenant-kolonel Ronald Smit.

Informatie centraal

Overste Smit schreef samen met majoor Ken van Meir en een divers schrijfteam de CLAS-visie ‘Informatiegestuurd Optreden’. Majoor van Meir: “Je kunt een parallel trekken met ontwikkelingen in de maatschappij. We hebben het industriële tijdperk achter de rug. Inmiddels staat informatie centraal. Kijk naar de grote invloed van techbedrijven als Google en Facebook. Data en informatie hebben steeds meer invloed op hoe wij als mensen handelen. Daar wil je dus meer grip op krijgen, ook in je tactische operatie.”

Majoor Ken van Meir.
Hedendaagse en toekomstige conflicten vereisen andere middelen om ook in de cognitieve en virtuele dimensie te kunnen manoeuvreren.

Beïnvloeding

Opponenten proberen Nederlandse belangen te schaden met beïnvloedingstechnieken zonder daarbij direct de militaire confrontatie aan te gaan. Hierdoor bevinden we ons in een permanente staat van competitie, zoals de schrijvers van de visie het noemen. Majoor Van Meir: “In deze cognitieve dimensie – waar dit soort beïnvloeding veelal in plaatsvindt – gaat het om het gedrag van mensen en hoe je gedrag het effectiefst kan beïnvloeden. Uiteraard houden we ons hierbij altijd aan het mandaat en ethische kaders. Wel moeten we ons continue afvragen wat de meest effectieve methode is om onze militaire doelstellingen te behalen.”

Het gevechtsveld wordt steeds complexer, het gevecht wordt niet meer hoofdzakelijk in de fysieke dimensie gevoerd.

Andere competenties

Overste Smit: “We zijn over het algemeen goed in staat om te opereren in de fysieke dimensie. Dat zijn we gewend, zo worden we opgeleid. Bij die andere 2 dimensies merken we dat onze potentiële tegenstanders zich hier razendsnel in ontwikkelen en wij achterblijven. Juist daar moeten we ons verder ontwikkelen zodat we ook via die dimensies onze militaire doelstellingen kunnen bereiken. De reflex is dan al snel: spullen kopen. Maar die zijn maar voor een klein deel de oplossing van het probleem. Ook je kennis, kunde, vaardigheden en concepten moeten meegroeien.”

‘Potentiële tegenstanders ontwikkelen zich razendsnel’

Moeten toekomstige militairen met een specialisme wel in vaste dienst?

Verandering

Tijdens gesprekken met collega’s over het onderwerp merkten de schrijvers dat mensen de urgentie snappen maar dat een deel van de organisatie niet is opgegroeid met andere, deels nieuwe, capaciteiten en technieken die een essentiële rol hebben in hedendaagse en toekomstige militaire operaties. “Het is in de komende tijd vooral van belang om mensen mee te krijgen in deze noodzakelijke verandering”, aldus overste Smit. 

C-LAS presenteert visie

Hoe moet de landmacht zich gaan ontwikkelen richting Information Manoeuvre? Binnenkort presenteert C-LAS zijn visie Informatiegestuurd Optreden, waar het onderwerp verder wordt uitgediept. De volgende stap is het uitwerken in concrete plannen die moeten leiden tot de juiste mensen, manieren en middelen op elk niveau. Daarmee wordt een verandering in gang gezet waardoor de landmacht ook in de nabije toekomst relevant en succesvol blijft.