Tekst KAP Jaap Wolting
Foto KAP Arend Visser, SGT Aaron Zwaal

Steun voor landmacht én marine

Het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) beschikt sinds 1 oktober over een dedicated Luchtverdedigingspeloton Stinger Man Portable Air Defence (MANPAD). Eenmaal operationeel levert de eenheid luchtverdediging aan hoogmobiele eenheden zoals 11 Luchtmobiele Brigade en het Korps Mariniers. Tevens kan het marineschepen beschermen tegen laagvliegende helikopters, vliegtuigen en grote drones.

Ok, maar wat dan als het Korps Commandotroepen straks om steun vraagt, of 17 Pantserinfanteriebataljon? “Je moet het zo zien: het DGLC is aangewezen als de one-stop-shop voor lucht- en raketverdediging”, aldus commandant 13 Luchtverdedigingsbatterij ‘Ypenburg’ majoor Wesley Dijkshoorn. “Afhankelijk van de luchtdreiging in een missiegebied bekijkt het DGLC wat we kunnen leveren en voor wie dat in de operatie relevant is.”

Het MANPAD-peloton is zeer mobiel en zowel in een joint als een combined omgeving flexibel inzetbaar. Bijkomend voordeel van de Stinger MANPAD is dat die in vergelijking met andere luchtverdedigingssystemen zeer snel ready to fire is. 

Vanaf 1 oktober beschikt het DGLC over een dedicated Luchtverdedigingspeloton Stinger Man Portable Air Defence.

MANPAD-peloton komt niet als complete verrassing

Geen dubbelrol meer

De kersverse eenheid komt niet helemaal uit de lucht vallen. Toen in 2012 de luchtverdedigingseenheden van 11 LMB en het Korps Mariniers (respectievelijk 11 Luchtverdedigingscompagnie ‘Samarinda’ en Tegen Luchtdoelen-peloton) werden opgeheven, kwamen de taken van deze 2 MANPAD-eenheden al in de Vredepeel terecht, zonder dat er functies of materieel werden overgeheveld.

Nieuw is wél dat dit speciale peloton dedicated MANPAD is en dus geen kostbare opleidings- en trainingstijd hoeft in te plannen voor het Army Ground Based Air Defence System; het optreden dat hun collega’s met de Stingers op de Fennek doen. Het peloton kan – in tegenstelling tot vroeger – al z’n energie steken in de nieuwe taken.

Het nieuwe peloton is dedicated MANPAD en zal zich niet meer bezighouden met het optreden met de Fennek (rechts in beeld tijdens een oefening van enige tijd geleden).

1 team, 3 taken

Dat zijn er 3: inzet ter bescherming van het Air Assault optreden (aangeklikt bij luchtmobiel), het amfibisch optreden (mariniers) en het maritiem optreden (vloot). Vloot? Ja, ook dat, want niet ieder schip heeft de beschikking over luchtverdedigingsmiddelen. Het schieten vanaf een dobberend platform is recent nog in de praktijk gebracht op Zr.Ms. Johan de Witt.

“Kijk je naar ervaring met luchtmobiel en de mariniers is die niet rijkelijk aanwezig maar we hebben er in ieder geval al wel aan gesnuffeld”, verklaart kapitein Kevin Houthuizen, commandant van het Stinger-element. “We hebben meerdere keren stand-by gestaan voor de NATO Response Force en in die periodes hebben we zowel in de luchtmobiele als de amfibische context al opgetreden.”

Recent schoten de luchtverdedigers nog Stingers vanaf de Zr.Ms. Johan de Witt.

‘Gesnuffeld aan optreden met luchtmobiel en mariniers’

Vulling, radar, voertuig

Houthuizen benadrukt echter dat er nog veel water door de Rijn moet stromen voor de eenheid Fully Operational Capable is. “Ten eerste stelt de personele vulling van het MANPAD-peloton mij voor een duivels dilemma. Mijn element heeft meerdere taken, maar de middelen zijn beperkt. De meest ervaren Stingerschutters en (plaatsvervangend) groepscommandanten zitten bijna allemaal in de andere 3 luchtverdedigingspelotons die met de Fennek optreden. Die kan ik alleen niet opeens allemaal in dat MANPAD-peloton stoppen. Dat probleem proberen we op te lossen door de DGLC-AMO te ondersteunen met instructiecapaciteit en door te blijven gaan met onze eigen actieve werving.

Ten tweede zit ik met de vervanging van de radar. Die is randvoorwaardelijk voor de maximale effectiviteit van de Stinger. Zonder radar kúnnen we wel opereren, maar dan zijn de mogelijkheden beperkter. Daarnaast wachten we op de uitlevering van zogenaamde handheld Link 16 terminals. Daarmee kunnen we het luchtbeeld wat door andere sensoren boven een missiegebied is opgebouwd, downloaden. Dit heeft een groot tactisch voordeel omdat we dan niets uitstralen in het elektromagnetisch spectrum en nagenoeg niet te detecteren zijn door de tegenstander.

In de derde plaats staan we niet vooraan in de rij bij de vervanging van de operationele wielvoertuigen. We willen heel graag een 12 KN Air Assault voertuig, zonder de MB met aanhanger waarmee we nu nog rijden. Dit voertuig is toegezegd, maar het hele project heeft vertraging opgelopen. Hierdoor zijn we genoodzaakt in de interim-periode terug te vallen op de oude manier van optreden. Als we trouwens opereren met de mariniers verplaatsen we met een Bandvagn-rupsvoertuig. Daarvoor moeten we ook nog ‘even’ worden opgeleid als chauffeur, bedienaar, boordschutter en voertuigcommandant.”

Tijdens de oefening Tobruq Legacy 2019 vlogen toestellen van NAVO-partners laag over zodat 13 Luchtverdedigingsbatterij de procedures voor Stingerschieten kon trainen.

‘Met Link 16 niet te detecteren door tegenstander’

Stap voor stap

Exemplarisch voor 13 Luchtverdedigingsbatterij ‘Ypenburg’ is dat het geen standaard KL-compagnie is. De eenheid is vele malen groter, de taakstelling is zo divers als een bataljon, en heeft ook nog eens heel veel materieel. Maar – en daar zit het addertje onder het gras voor het nieuwe peloton – de batterij heeft geen hoger verband dat de juiste context biedt voor het MANPAD-peloton.

“De te steunen eenheden moeten ons aan de hand meenemen”, verklaart Dijkshoorn. “Hoe werken die amfibische procedures met ons materiaal, hoe treed je op met helikopters? Wij weten het nog niet precies… Misschien moeten we gewoon eens met luchtmobiel mee naar Fort Hood om daar die inzichten en ervaring op te doen.

Daarnaast kunnen we ons niet tegelijkertijd richten op én de inzet met 11 Luchtmobiele Brigade én schepen van de marine én het Korps Mariniers. Daar moet de leiding van de landmacht een zwaartepunt in aanbrengen. Over de prioriteiten gaan we nog afspraken maken. Als we dat hebben gedaan, kunnen we ons gaan focussen op een opleidings- en trainingstraject.”

Het (gewenste) materiaal waar het Stinger-peloton straks mee zal optreden.