07

Dit artikel hoort bij: Landmacht 08

Afghanistan op vaandels

Tekst KAP Jaap Wolting
Foto Nederlands Instituut voor Militaire Historie

Moedig, onderscheidend optreden

Koning Willem-Alexander kent 16 regimenten en korpsen van de Koninklijke Landmacht een vaandelopschrift toe omdat zij zich in de strijd in Afghanistan hebben onderscheiden. Landmacht brengt maandelijks een regiment of korps voor het voetlicht om achtergrond te geven over het hoe en waarom van zijn opschrift. Ditmaal: het Regiment Infanterie Johan Willem Friso.

Waarom nu precies ‘Noord-Kandahar en Uruzgan 2006’ op het vaandel?

In de periode 2004 – 2010 maakten militairen van het Regiment Infanterie Johan Willem Friso (RI JWF) deel uit van de International Security Assistance Force, onder meer als onderdeel van de Nederlands-Australische Task Force Uruzgan (TFU) en de daaraan voorafgaande Deployment Task Force. In de periode van december 2007 tot maart 2008 leidde het regiment Battle Group 5.

Verdediging tegen vijandelijke aanvallen

Militairen van het RI JWF onderscheidden zich tijdens de Deployment Task Force bij een operatie met special forces om opstandelingen in de Baluchi-vallei uit te schakelen. In de tweede helft van 2006 onderscheidden gevechtseenheden van het regiment zich bij meerdere vijandcontacten tijdens geplande operaties of vanwege zelfmoordaanslagen, hinderlagen en aanslagen met lED’s. JWF-ers onderscheidden zich voorts in 2006 bij de verdediging tegen vijandelijke aanvallen op Forward Operating Base ‘Martello’ in Noord-Kandahar.

Belang vaandel en standaard

Het vaandel is de ‘vlag’ van een eenheid, geschonken door de koning. Erop staat de gestileerde eerste letter of het monogram van de naam van die vorst. Als de vlag is bevestigd aan een lange stok, heet het een vaandel. Eenheden te paard kregen een kleinere vlag met een korte stok: de standaard. De opschriften op vaandels worden altijd door de vorst toegekend. Vroeger namen de troepen de vaandels mee als ze ten strijde trokken. Tegenwoordig staan ze symbool voor saamhorigheid en trouw van de eenheid aan de vorst.

De opschriften op het vaandel van het RI JWF zijn ‘Tiendaagse Veldtocht 1831’, ‘Citadel van Antwerpen 1832’ en ‘Java en Sumatra 1946 - 1949’.

Bijdragen aan de strijd

Hieronder enkele illustraties van bijdragen aan de strijd in Afghanistan. De redactie heeft hiervoor geput uit gevechtsverslagen, rapportages en Task Force Uruzgan (drs. J.M.H. Groen, 2012). Onderstaande voorbeelden zijn slechts fragmenten en vertellen niet het complete verhaal. De gebruikte rangen komen overeen met de rangen die de infanteristen hadden toen ze op uitzending waren.

[…] De eenheid, bestaande uit 3 x YPR met 25 mm kanon, 4 x Patria met .50, een MB met 2 MAG’s op een affuit en 2 gewondentransportvoertuigen, verplaatste door een rivierbedding toen ze van meerdere kanten onder vuur werd genomen met RPG’s. Op een afstand van 50 tot 150 meter werden raketgranaten op ze afgevuurd. Een van de YPR’s werd hierdoor uitgeschakeld waarbij de chauffeur zwaargewond raakte. Onder vuurdekking betrokken de voorste infanteriegevechtsvoertuigen posities op een hoger gelegen terreindeel. De gewondentransportvoertuigen verplaatsten naar een gedekte positie. De commandant zelf nam met zijn Patria een positie in vanwaar hij het gevecht kon leiden. De voertuigcommandant van de getroffen YPR controleerde ondertussen de toestand van personeel en voertuig. De chauffeur bleek, zoals gezegd, zwaargewond. Na melding hiervan parkeerde de OPC zijn voertuig naast de getroffen YPR. Onder vuur verliet hij zijn voertuig om samen met de genoemde voertuigcommandant de gewonde chauffeur naar het voertuig van de OPC te brengen. Een andere chauffeur wist de YPR weer aan de praat te krijgen en reed deze uit de hinderlaag. […]

 […] Op tijdstip 1228Z vielen de eerste 3 mortiergranaten, waarschijnlijk 81 mm. Ze gebruikten 3 schoten voor het inschieten op onze positie. Deze werden gevolgd door uitwerkingsvuur; binnen 2 minuten schoten ze 10 granaten op ons. Terwijl we buiten bereik probeerden te komen viel een granaat zo dicht bij ons voertuig dat 2 van mijn mannen lichtgewond raakten door granaatscherven. De chauffeur boven zijn oog en de schutter in zijn kaak. […] Tijdens het in positie komen kregen we via de ICOM-chat (radioverkeer, red.) door dat ze weer waarneming hadden op onze nadering. Een spotter die over de chat aangaf dat hij met een brommer verplaatste, probeerde het mortier weer op doel te praten. Nadat wij visueel in combinatie met audio na meerdere radiocontacten een PID (positive identification, red,) verkregen, schakelden wij de spotter uit. De mortierpositie werd uitgeschakeld met Close Air Support. Nadat over de ICOM-chat bleek dat er mogelijk verweer zou worden georganiseerd, voerden we geen battle damage assessment uit maar vertrokken we naar het rendezvous point in de wadi. […]

[…] 2 dagen later ging er een Australische patrouille van TF 637.1 uit om te bepalen of de Taliban daar nog steeds (eerder die week waren Amerikanen er in een hinderlaag gereden) aanwezig waren. Na ICOM-chat te hebben opgepikt – welke aangaf dat er Taliban aan het verplaatsen was – zocht de patrouille contact. Het resultaat was PID op 4 strijders aan de rand van Surk Murghab. Toen TF 637.1 contact aanging ontstond er een vuurgevecht. 3 strijders werden uitgeschakeld door de Australiërs en 1 door de schutter van mijn voertuig 4A die in de overwatch stond. Deze enkele tegenstander vormde een directe bedreiging vanuit een gedekte positie voor TF 637.1. 4A had via de radio toestemming gevraagd en gekregen. Hierna werd overgegaan tot het schot met een 25 mm-patroon op een afstand van ongeveer 1.500 meter. ICOM-chat uit de omgeving bevestigde achteraf dat er 3 Talibanstrijders en 1 Talibancommandant waren uitgeschakeld. […]

[…] Kort voor het invallen van de duisternis barstte de aanval op Forward Operating Base Martello los. De Bravo-groep haalde onder vijandelijk vuur de uitrusting en betrok de gevechtsopstellingen in de loopgraaf bij de hoofdpoort. De boordschutter probeerde zijn 25 mm-kanon in bedrijf te stellen, maar vanwege het ontbreken van hydraulische druk lukte dat niet. Hierop besloot hij zijn schuttersluik te openen, zichzelf bloot te stellen aan het vijandelijke vuur en op zicht het kanon handmatig te bedienen. Ook het personeel in de uitgestegen gevechtsopstellingen bracht met alle beschikbare middelen vuur uit op de vijand. […]

Gitzwarte bladzijde

Tijdens de operatie Kapcha As vond in de nacht van 12 januari 2008 een blue-on-blue incident plaats. Hierbij werd eerst korporaal Aldert Poortema getroffen. Soldaat der eerste klasse Wesley Schol probeerde zijn gewonde collega in veiligheid te brengen maar werd ook neergeschoten. Beide mannen brachten in Afghanistan het hoogste offer.

Onderscheidingen

4 JWF-ers ontvingen het Kruis van Verdienste. Soldaat der eerste klasse Wesley Schol is een van hen. Hij ontving de onderscheiding postuum, tevens werd hem de NATO Meritorious Service Medal toegekend. Ongeveer 300 JWF-ers hebben voor hun acties gevechtsinsignes ontvangen. Van de gewond geraakte regimentsleden ontvingen er 4 het Draaginsigne Gewonden. 

Historie Regiment Infanterie Johan Willem Friso

Prins Johan Willem Friso (1687-1711) behoorde tot de Friese tak van het geslacht Nassau en was stadhouder van Friesland en Groningen. In zijn korte leven speelde hij een opmerkelijke rol als troepencommandant. De naam van de prins werd in 1950 aan het regiment verbonden, omdat het de traditie voortzette van 2 infanterie-eenheden die hun thuisbasis in de noordelijke provincies hadden. 

Het regiment is gekoppeld aan 44 Pantserinfanteriebataljon, dat van 1979 tot 1983 deel uitmaakte van UNIFIL, de VN-vredesmacht in Zuid-Libanon. Een compagnie zette deze deelname daarna nog 2 jaar voort. Een nieuwe organisatiestructuur van de krijgsmacht in 1992 leidde tot het mobilisabel stellen van het bataljon. De traditie van JWF ging over naar 43 Pantserinfanteriebataljon, dat 2 jaar later uit de organisatie verdween. 

Door een herschikking van de gevechtskracht werd 44 Painfbat in 1999 weer paraat gesteld en keerde JWF terug, net als het vaandel. Op dit moment zijn naast 44 Painfbat ook de Staf- en stafcompagnie 43 Mechbrig en de Koninklijke Militaire Kapel JWF aan het regiment gekoppeld. Het oudste stamonderdeel van JWF werd opgericht in 1577. Daardoor geldt het als het oudste infanterieregiment van het Nederlandse leger.

Het bijzondere aan het regimentsembleem is dat het als enige een prinsenkroon voert. Bij de andere regimenten en korpsen die een kroon voeren is dat de koninklijke kroon.