Tekst Evert Brouwer
Foto 1 GNC

1 GNC: klaar voor nog eens 25 jaar

Uit vrede geboren is het Duits-Nederlandse Legerkorps (1 GNC) 25 jaar later relevanter dan ooit. Binnen de NAVO en de EU geldt de wederzijdse integratie van landmachteenheden als lichtend voorbeeld van internationale samenwerking en heeft het hoofdkwartier uit Münster een uitstekende naam. Het zilveren ‘huwelijksfeest’ is onder de omstandigheden dan sober, de weg naar goud ligt wijd open. “We staan er goed voor en er is vertrouwen.”

Aanpassen is in al die jaren een tweede natuur geworden op het hoofdkwartier van 1 GNC, een van de 9 snel inzetbare headquarters van de NAVO. Met 4 taken (Legerkorps HQ volgens artikel 5 NAVO, Multi Corps HQ, NAVO Response Force Landcomponent HQ, Joint Task Force Land HQ) rouleren ze om het jaar. “Nu bereiden we ons voor op het leiden van de NAVO Joint Task Force (Land) in 2021”, zegt plaatsvervangend commandant generaal-majoor Gerard Koot.

25 jaar geleden waren premier Wim Kok en bondkanselier Helmut Kohl bij de oprichting.

‘Werken op legerkorpsniveau kennen we in Nederland niet meer’

Complex

Ook de komende jaren staat het Duits-Nederlandse legerkorps voor een transitie. “We hebben ons bewezen in diverse crisis response-operaties, zoals het leiden van de ISAF-operatie in 2003 en het leveren van het merendeel van het ISAF hoofdkwartier in 2008 en 2013. Dat betekent niet dat de organisatie klaar is. We moeten ons nu richten op de meest complexe taak: legerkorpshoofdkwartier binnen artikel 5 van de NAVO”, vertelt generaal Koot. “Je moet blijven werken aan verbetering. Jarenlang heeft ook dit HQ te maken gehad met vredesmissies. We zijn dé autoriteit van wat bekend staat als de comprehensive approach. De internationale ontwikkelingen vragen erom dat we ons ook weer richten op artikel 5 van het Noord-Atlantisch verdrag (een gewapende aanval tegen een of meerdere leden wordt beschouwd als een aanval tegen allen, red.). De meeste Nederlandse militairen hebben Afghanistan en Mali als referentiekader. Geen grootschalig conflict met de inzet van meerdere divisies over een afstand van honderden kilometers. Dat zie je in de oefeningen die we houden.”

Adjudant Dirk-Jan Kraan werkt al vanaf 1995 in Münster.

‘De meeste Nederlandse militairen hebben Afghanistan en Mali als referentiekader’

Vanaf 17 augustus tot 4 oktober draait de oefening: Steadfast Cobalt. De 2 ‘eigen’ eenheden van 1 GNC, het CIS-bataljon – gelegerd in Eibergen – en het Stafsupportbataljon uit Münster/Handorf, trainen onder NAVO-leiding op steenworp afstand van het hoofdkwartier in Münster. Beide zijn gevuld met 50% Duitse en 50% Nederlandse militairen en raken in het nieuws nogal eens ondergesneeuwd in het geweld van het Legerkorps. “We zijn zeer belangrijk voor het goed functioneren van het 1 GNC. Duitse en Nederlandse soldaten werken volledig geïntegreerd om het hoofdkwartier operationeel in te kunnen zetten”, weet adjudant Dirk-Jan Kraan. Hij werkt vanaf 1995 in Münster. “Toen was het best een cultuurschok. Wij zijn gewend dat de deuren van de staf openstaan, destijds zaten ze potdicht. We zijn nu volkomen op elkaar ingespeeld.”

Militairen van het hoofdkartier 1 GNC, met vooraan brigadeneraal Rob Querido.

Voertaal

In een kwart eeuw is er dus veel veranderd. Van 1 taak; bescherming van het NAVO-grondgebied, is 1 GNC uitgegroeid tot een expeditionair hoofdkwartier en een professioneel opleidings- en trainingsplatform – van alleen staven tot divisies en brigades – en ontwikkelaar van nieuwe concepten. 

“We staan op het punt om ons weer voor te bereiden op gevechtsmissies, waarin we ook nieuwe domeinen als cyber en space moeten integreren”, zegt chef-staf brigadegeneraal Rob Querido, bezig aan zijn vierde functie op het hoofdkwartier. 

Majoor Miloslav Kondler, Tsjechië, stafofficier planning

“We zitten in 1 kantoor met 4 nationaliteiten: een Italiaan, een Griek, een Nederlander en ik. Dat werkt heel goed samen. Ik heb, toen nog als luchtmachtofficier, in 2013 al internationale ervaring opgedaan in Afghanistan. Destijds met Kroaten, Hongaren en Amerikanen. Dat was in een operationele missie en daarom was 6 maanden wel genoeg. Nu ben ik voor 3 jaar uitgezonden, maar ik heb mijn gezin kunnen meenemen. Dat scheelt. Er is wel veel veranderd door corona. Er stonden oefeningen op het programma die zijn afgelast of zijn aangepast.”

‘Nu zijn we volkomen op elkaar ingespeeld’

Majoor Kondler (midden) in overleg met zijn collega’s. Wel op gepaste afstand.

Partners

Van Duits-Nederlandse samenwerking is het naar integratie gegaan en dat loopt prima. “Het is echt uniek binnen de NAVO”, vindt generaal Querido. “Voor zowel Duitsland als Nederland is het een heel belangrijke stap geweest in 1995”, vult generaal Koot aan. “Door 1 GNC behouden we de kennis van het werken op legerkorpsniveau en spelen we een relevante rol binnen NAVO. Door de bezuinigingen destijds, ook ingegeven door de situatie in Europa, zou die verloren zijn gegaan. Het is mooi dat ook andere landen zich bij dit hoofdkwartier hebben aangesloten.”

Het hoofdkwartier ligt aan de rand van de oude stad van Münster.

Immers, zo rond de eeuwwisseling gaven andere landen aan te willen deelnemen in het aanvankelijk bi-nationale hoofdkwartier. Het zijn er inmiddels 12. Maar niet alleen landen. Dit jaar is het ook nog eens het 10-jarig jubileum voor het comprehensive approach-netwerk van (54) organisaties buiten Defensie. Jaarlijks is er een seminar waar 1 GNC en de actieve partners bij elkaar komen en samenwerken om bijdrages aan daadwerkelijke crises in de wereld te ontwikkelen.

‘Eigenlijk is dit het walhalla voor de militair’

Kapitein Erik Dop, Nederland, stafofficier logistiek

 “Ik heb echt geluk gehad, want er zijn maar weinig functies in mijn rang. Toen ik werd voorgedragen waren we er thuis snel uit. Onze kinderen zijn nog heel jong. Het internationaal karakter sprak me enorm aan: ieder land neemt zijn eigen dynamiek mee. Dat is niet de enige ervaring waarvan ik de rest van mijn leven van profiteer. Het werken en denken op het niveau van een legerkorps kennen we in Nederland al lang niet meer. Daar train je hier wel voor. Tijdens Trident Juncture (NAVO-oefening in 2018, red.) hadden we 7 brigades in het voorterrein liggen. Dat was bizar. Dan heb je logistiek wel een uitdaging.”

Adjudant André Koot.

Levendig

Maakt dat het werk moeilijker? “Nee”, vindt bijvoorbeeld Corps sergeant-majoor adjudant André Koot, de vertegenwoordiger van onderofficieren en korporaals. Vanzelfsprekend heb je met 12 landen in een hoofdkwartier ook 12 verschillende militaire en nationale culturen. Neem de Nederlandse openheid en directheid tegenover meer ingetogenheid en het verhullend taalgebruik van een ander land. Adjudant Koot is ‘de smeerolie tussen alle lagen en nationaliteiten’, zoals hij zelf zegt. “Het maakt de boel alleen maar levendiger. Mijn eigen functie vind je niet terug bij sommige landen, waaronder Duitsland. Daar moet je dan goed op inspelen, zeker in de rol als onderofficier naast de (Duitse) commandant. Maar ook ik heb mijn leiderschapsstijl anders ingericht dan in Nederland. Je kunt hier een commandant beter iets vriendelijk vragen (ask. red.). Alleen als het echt dringend is, zet ik er een ‘t’ voor (task = opdracht, red.).”

Generaal-majoor Gerard Koot.

Walhalla

Het werkt, constateren de beide generaals. “Het is niet voor niets dat 1 GNC goed gevuld is wat personeel betreft en voor onze plannen is meestal ook geld”, constateert de chef-staf. Generaal Koot valt hem bij: “Eigenlijk is dit het walhalla voor de militair. We hebben niet zoals de bataljons en brigades in Nederland een wervingsinspanning en hoeven ons ook niet af te vragen: hoe houden we ze binnen? We zijn alleen bezig met onze operationele taken. Dit is voor ons allebei – we kwamen samen in 1981 op de KMA op – een geweldige afronding van onze carrière.”

Luitenant-generaal Martin Wijnen, commandant Landstrijdkrachten:

“1 GNC heeft de weg geëffend naar de diepe integratie van de Nederlandse en Duitse landmacht. Die maakt Nederland en Duitsland qua internationale militaire samenwerking tot voorbeeld voor vele andere landen in Europa. Dit zou een soort van traject naar de verdere ontwikkeling van de Europese landmachten binnen de NAVO kunnen vormen.

Ik denk dat 1 GNC op het gebied van de comprehensive approach een behoorlijke naam en faam heeft opgebouwd. In het netwerk zitten inmiddels talloze gouvernementele, maar vooral ook non-gouvernementele organisaties. Een heel actief netwerk, waarvan 1 GNC de spil vormt en de activiteiten coördineert, stimuleert en aankaart.”

C-LAS luitenant-generaal Martin Wijnen bezocht onlangs 1 GNC.