Tekst RITM Saminna van den Bulk
Foto SM Eva Klijn, SGT Aaron Zwaal, SM Hille Hillinga
Voor en door collega’s
Bij Defensie loop je het risico schokkende gebeurtenissen mee te maken. Om mentale problemen op tijd te signaleren en laagdrempelige zorg te bieden, is er nu het Collegiaal Netwerk van de Koninklijke Landmacht (CNL). De mens staat centraal.
“CNL is een netwerk voor en door landmachters, waar je met elkaar kunt praten over potentieel schokkende ervaringen”, vertelt majoor Petra de Jonge, hoofd CNL. “Denk hierbij aan heftige ervaringen tijdens een uitzending, maar ook aan bedrijfsongevallen of zelfdoding op de kazerne.”
In de nasleep van zo’n ervaring zijn emotionele en fysieke reacties normaal. “Het natuurlijke, zelfherstellend vermogen van de mens wordt in zo'n situatie geactiveerd. Praten over deze reacties versterkt deze capaciteit. Het is een manier om collega's inzetbaar te houden en te voorkomen dat ons personeel lang met serieuze problemen rondloopt.”
‘Praten met een collega is laagdrempeliger’
Inschatten van trauma-risico
Binnen iedere eenheid krijgen collega’s in alle rangen en standen een scholing tot Collegiaal Netwerker. Het doel is 10 procent van de eenheid tot Collegiaal Netwerker opgeleid te krijgen. Inmiddels zijn er 150 medewerkers van de landmacht die de cursus hebben gevolgd. “Zij vormen de voelsprieten binnen een team”, legt De Jonge uit. “Praten met een collega is laagdrempelig. Het is iemand die je kent. Daardoor is het makkelijker je verhaal te doen.”
Geïnteresseerd?
Bij elke eenheid zijn inmiddels teamleiders aangesteld om het netwerk binnen de eenheid te coördineren. Het bureau Collegiaal Netwerk Land (CNL) verzorgt de opleiding tot Collegiaal Netwerker. Het bureau CNL is onderdeel van de Sectie G1 CLAS en valt onder het Personeelslogistiek Commando (PLC). Behoefte aan een gesprek met een Collegiaal Netwerker of zoek je informatie over hoe je Collegiaal Netwerker kunt worden? Mail dan naar: %Collegiaal Netwerk Land/ CLAS/ST CLAS/PLC/SIE G1
Bij een heftige gebeurtenis komt deze Collegiale Netwerker in actie met het Trauma Risico Management-protocol (TRiM). “Na 72 uur gaat de CN'er met betrokken collega’s in gesprek om te kijken hoe het met hen gaat.” Dat gesprek – uiteraard met een vertrouwelijk karakter – gaat niet enkel over de gebeurtenis zelf. “Tijdens dit gesprek passeren de belevingen van de afgelopen dagen de revue. We beginnen met de vraag hoe men die dag is begonnen, om in te schatten hoe diegene in de wedstrijd stond. Soms zie je dat de spreekwoordelijke emmer al zó vol zat, dat de gebeurtenis de bekende druppel is."
Hulp bij vinden van hulp
Als er sprake is van stagnatie van de verwerking ondersteunt en assisteert het CNL bij het zoeken naar en het vinden van professionele hulp of zorg. “Wij helpen diegene direct naar de juiste plek om het trauma te verwerken”, licht de majoor toe. Dit kan bij de Dienst Geestelijke Vorming, Bedrijfsmaatschappelijk Werk, maar ook bij de Militaire Gezondheidszorg zijn.
Juiste tools, juiste vragen
Naast Trauma Risico Management is het netwerk er om gedragsveranderingen te monitoren. “Stel, je ziet dat je collega zich de laatste weken anders gedraagt. Geïrriteerd, oogt vermoeid of toont verminderde concentratie. Dan kan men met een netwerker in gesprek. Collegiale steun en zorg kunnen het verschil al maken.” Zie het als een buddy plus-systeem, schetst De Jonge. “De netwerker beschikt over de juiste instrumenten en weet de juiste vragen te stellen om uit te vinden wat er speelt bij een collega. Zo kunnen we elkaar helpen.”