04

Dit artikel hoort bij: Landmacht 01

Afghanistan op vaandels

Tekst KAP Jaap Wolting
Foto Nederlands Instituut voor Militaire Historie, SM Gerben van Es

Moedig, onderscheidend optreden

Koning Willem-Alexander kent 16 regimenten en korpsen van de Koninklijke Landmacht een vaandelopschrift toe omdat zij zich in de strijd in Afghanistan hebben onderscheiden. In deze rubriek brengt de redactie maandelijks een regiment of korps voor het voetlicht om achtergrond te geven over het hoe en waarom van zijn opschrift. Ditmaal: het Regiment Stoottroepen Prins Bernhard.

Waarom nu precies ‘Uruzgan 2007’ op het vaandel?

In de periode 2002 – 2010 maakten militairen van het Regiment Stoottroepen Prins Bernhard (RSPB) deel uit van de International Security Assistance Force (ISAF), eerst in Kaboel, later vooral als onderdeel van de Nederlands-Australische Task Force Uruzgan (TFU).

Veel vijandcontact

Het RSPB leverde bijdragen op bataljons-, compagnies-, en pelotonsniveau aan de battle group (BG) van de TFU. Van augustus tot december 2007 en van november 2009 tot maart 2010 leidde het regiment de BG. Gevechtseenheden van het RSPB waren vaak betrokken bij vijandcontact tijdens geplande operaties, maar ook vanwege zelfmoordaanslagen, hinderlagen en aanslagen met IED’s.

De militairen van het regiment onderscheidden zich in 2007 in Uruzgan door tijdens BG3 en BG4 vaak, langdurig en grootschalig in gevecht te zijn geweest. De gevechtscontacten startten omstreeks april tijdens de aanloop naar het vijandelijke offensief tegen het bestuurscentrum van het district Chora. In juni volgden gevechten in dit gebied, met naar schatting honderden vijandelijke strijders. Ook in de maanden daarna werd wederom gestreden in dezelfde omgeving. In het najaar van 2007 volgden operaties tegen vijandelijke strijders in de Baluchi-vallei en Deh Rawod.

Het RSPB leverde bijdragen op bataljons-, compagnies-, en pelotonsniveau aan de battle group van de TFU.

Belang vaandel en standaard

Het vaandel is de ‘vlag’ van een eenheid, geschonken door de koning. Erop staat de gestileerde eerste letter of het monogram van de naam van die vorst. Als de vlag is bevestigd aan een lange stok, heet het een vaandel. Eenheden te paard kregen een kleinere vlag met een korte stok: de standaard. De opschriften op vaandels worden altijd door de vorst toegekend. Vroeger namen de troepen de vaandels mee als ze ten strijde trokken. Tegenwoordig staan ze symbool voor saamhorigheid, en trouw van de eenheid aan de vorst. Foto: Dennis Boom.

Bijdragen aan de strijd

Hieronder enkele illustraties van bijdragen aan de strijd die tot een opschrift voor het RSPB leidden. De redactie heeft hiervoor uit (gevechts)verslagen en rapportages geput. Onderstaande zijn slechts voorbeelden en vertellen niet het complete verhaal.

Dennis, BG4, operatie Spin Ghar

[…] “Na een tijdje werd de patrouille met een terugstootloze vuurmond beschoten. Onze tegenstanders gebruikten hiervoor gladde buizen waaruit ze 82-mm granaten gericht konden afvuren. Dit keer zaten de Afghaanse tegenstanders op een hoger gelegen positie in de bergen, waar zij vervolgens door een Apache werden aangegrepen. Hierbij sneuvelde een van de tegenstanders. Na deze TIC ging de patrouille nogmaals verder voorwaarts, waarbij er wederom een gevecht ontstond.” […]

De militairen van het regiment onderscheidden zich in 2007 in Uruzgan door tijdens BG3 en BG4 vaak, langdurig en grootschalig in gevecht te zijn geweest.

Erik, BG3, Chora

[…] “Er was continu sprake van vijandelijk vuur: van KKW-beschietingen tot mortiervuur en beschietingen met RPG’s. Ik heb vanwege het mortiervuur dat steeds dichterbij kwam, mijn open voertuigen opstellingen laten innemen die meer in de achterrand lagen. Gezien de hoeveelheid vijandelijk vuur was dit veiliger. De bemanning van deze voertuigen had van daaruit goede waarnemingsmogelijkheden in het gebied. De CC stond daar met zijn FAC-er. Zij konden goed de locaties zien van waaruit de tegenstander vuurde. Ik had door deze positie van de open voertuigen eveneens een vrije en beveiligde route naar mijn achterrand. Ik kon het pantser van onze voertuigen in de voorrand, de Bushmasters en Patria’s, mooi in het gevecht met de Taliban uitbuiten. Ik kon met deze voertuigen het gevechtscontact zoeken en aangaan.” […] 

Stellan, BG4, Deh Rawod

[…] “Op de overwatch die betrokken zou worden, werden nog eens 3 IED’s gevonden. Ongelooflijk! Het peloton had vervolgens door het ruimen zoveel tijd verloren dat het niet meer naar de overkant kon. De IED’s gaven ons trouwens het vermoeden dat we aan de overkant niet welkom waren. Deze patrouille was tegelijkertijd de laatste poging om Dizak te bereiken, want hierna was dit door de vijanddruk niet meer mogelijk. Naar het zuiden, richting Tsekzay, kon ik nog wel rijden, maar dat had meer te maken met de schrale omgeving en relatieve onbewoonbaarheid van het gebied. In dit gebied viel niets te halen. Wanneer ik te ver naar het noorden in de buurt van Chutu ging, kwam het peloton in een TIC. Nog wat later was alles noord van de Tiri Rud in handen van de Taliban. Iedere patrouille die de compagnie in dit gebied deed, was eigenlijk een gevechtspatrouille.” […]

Gevechtseenheden van het regiment waren vaak betrokken bij vijandcontact tijdens geplande operaties, maar ook vanwege zelfmoordaanslagen, hinderlagen en aanslagen met IED’s.

[…] “Ik zat zelf op dat moment even op de rand van mijn bed met de rokende loop van mijn wapen tussen mijn benen. Het voelde allemaal onwerkelijk aan. Ik zag het leesboek dat ik eergisteren nog rustig had gelezen naast mijn bed liggen. Wat een contrast! Ik had vandaag al mijn munitie opgeschoten. Ik had achterin een Bushmaster gezeten waarin 2.000 hulzen op de bodemplaat lagen. Het peloton had 170 volle patroonhouders leeggeschoten. Dat zijn 3.400 patronen. Zo hard was er geknokt en zo veel munitie op de vijand afgevuurd. Ongelooflijk. Toch stond het peloton op tijd voor de volgende taak gereed.” […]

Militairen van het Regiment Stoottroepen Prins Bernhard maakten ten tijde van ISAF onder meer deel uit van de Nederlands-Australische Task Force Uruzgan (TFU). Foto: sectie Communicatie 13 Infbat RSPB.

[…] “De buitenstaander moet niet vergeten dat de handgranaten ons om de oren vlogen. Verschillende mannen hebben op 10 meter een aanstormende Afghaan neergeschoten, waarbij ze de rode mist van het uitschot aan de achterkant van de vijand zagen, waarna ze de tegenstander als een plumpudding in elkaar zagen zakken. Daarna ging mijn soldaat zelf verder met zijn eigen sprong om een nieuwe, veilige positie in het gevecht te bereiken. Dat was het niveau van het gevecht dat het peloton had beleefd: het was hij of ik!” […]

Tijdens de strijd in Afghanistan sneuvelden 2 leden van het Regiment Stoottroepen Prins Bernhard. Meerdere Stoters raakten gewond.

Hoogste offer

In Afghanistan zijn 2 leden van het regiment gesneuveld: sergeant-majoor Jos Leunissen en soldaat der eerste klasse Tim Hoogland. Meerdere Stoters zijn gewond geraakt, waarvan er 3 het Draaginsigne Gewonden hebben ontvangen. 5 Stoters hebben dapperheidsonderscheidingen gekregen: 3 Bronzen Kruizen en 2 Kruizen van Verdienste. Ook zijn er ongeveer 200 gevechtsinsignes uitgereikt aan leden van het RSPB, evenals een Sculptuur Operationeel Optreden met Zilveren Erekoord en een NATO Meritorious Service Medal.  

Er zijn ongeveer 200 gevechtsinsignes uitgereikt aan leden van het RSPB. 

Historie Regiment Stoottroepen Prins Bernhard

Het RSPB komt voort uit de Binnenlandse Strijdkrachten (B.S.). Prins Bernard gaf op 21 september 1944 (als bevelhebber der Nederlandse Strijdkrachten) opdracht de gewapende verzetsgroepen in de bevrijde gedeelten van Noord-Brabant en Limburg om te vormen tot reguliere gevechtseenheden van de B.S. Deze datum wordt daarom gezien als officiële oprichtingsdatum van het regiment.

Meerdere bataljons van het regiment werden uitgezonden naar voormalig Nederlands-Indië. Bij de reorganisatie van 1957 werd 41 Infanteriebataljon ingedeeld bij het regiment. Dit bataljon werd in 1962 uitgezonden naar Nederlands Nieuw-Guinea. In 1964 werd het omgedoopt tot 41 Pantserinfanteriebataljon. Dit bleef zo tot 1994 toen het regiment aan 13 Infanteriebataljon Luchtmobiel werd gekoppeld. 11 Mortiercompagnie Luchtmobiel was eveneens verbonden met de Stoottroepen. Op 29 juni 2002 werd de naam van prins Bernhard verbonden aan het regiment. 

De opschriften op het vaandel zijn Noord-Brabant en Limburg 1944-1945, West- en Midden-Java 1946-1949, Midden-Sumatra 1947-1949. Het Verzetsherdenkingskruis werd in 1982 aan het vaandel gehecht.