Tekst Robert den Hartog
Foto TLNT Victor van der Griendt
‘Duidelijkheid voor iedereen’
Het zonnetje boven de Legerplaats bij Oldebroek symboliseert het humeur van kolonel Paul Hoefsloot (cdt VuursteunCommando) en luitenant-kolonel Rob ten Horn (cdt 41 Afdeling Artillerie). Defensie investeert weer in de vuursteunketen. Volgens beide heren is er nog een lange weg te gaan, maar ze omarmen de ontwikkelingen van harte.
Even terug in de tijd. Ten tijde van de Koude Oorlog beleefde de vuursteun haar hoogtijdagen. Voor de val van de Muur beschikte de landmacht over 10 artillerie-afdelingen (circa 4.000 man), waarvan 5 mobilisabel. Toen de vijand verdween, nam de aandacht voor het specialisme af. Na een aantal bezuinigingsronden bleven er op het dieptepunt slechts 3 losse vuursteunbatterijen over (circa 230 man). De ommekeer begon in 2014. Door de ontwikkelingen aan de oostgrens van het NAVO-grondgebied kwam er extra geld beschikbaar voor Defensie. Een deel daarvan ging naar het VustCo.
Toen de vijand verdween, nam de aandacht voor het specialisme af
41 Afdeling Artillerie
“De focus is terug”, leggen Hoefsloot en Ten Horn uit. Ze doelen daarmee op de onlangs opgerichte 41 Afdeling Artillerie. “We kunnen nu als afdeling eindelijk weer een team op de mat brengen en een complete brigade ondersteunen.” De afdelingsstaf neemt de planning en operationele aansturing voor haar rekening. “Deze taak was eerst belegd bij staf VustCo, maar die was gelijktijdig ook verantwoordelijk voor de Vuursteunschool en het Artillerie Schietkamp. De vuursteunbatterijen deed de staf er – met alle goede wil van de wereld – bij.”
“We zijn echt weer een eenheid met een eigen gezicht. Dat schept duidelijkheid voor iedereen”, vervolgt Ten Horn. Het herstel van de vuursteun is in volle gang. Dat kost echter tijd. Hoefsloot: “We zijn blij met het geld en de mogelijkheden, maar niet alles is met een druk op de knop in orde te maken.”