Tekst KAP Arjen de Boer
Foto Hans Roggen, SM Gerben van Es, privécollectie Peer Donkers

Landmachtadjudant Peer Donkers blikt terug op tropenjaren

Bijna 5 jaar vertaalde landmachtadjudant Peer Donkers (59) de rauwe werkelijkheid van de werkvloer naar de defensietop. “In al die jaren heb ik het belang van de onderofficieren verdedigd”, aldus Donkers die binnenkort het stokje overdraagt.

“Defensie zat in een wervelstorm toen ik landmachtadjudant werd. Dat was 2014. De bezuinigingen waren in volle gang; overal werd op geknepen inclusief munitie. Opleidingen werden uitgekleed en mensen ontslagen. Maar dat heeft me niet tegengehouden om deze baan te nemen. Als landmachtadjudant sta je voor de belangen van onderofficieren en manschappen. Ook in moeilijke tijden.”

Als het moet, vliegt de landmachtadjudant de halve wereld over om met collega’s te praten. Recent ging Donkers nog in Mali langs, vlak voor het einde van de missie.

Rauwe werkelijkheid

“Er was veel tegenwind, daar moet je tegen kunnen. Ik probeerde op de werkvloer bijvoorbeeld uit te leggen waarom er weinig munitie was. Maar dat viel bijna niet uit te leggen. Die mannen zijn professionals, logisch dat ze kritisch zijn als niks meer kan. Dat doet iets met mensen. Die rauwe werkelijkheid kaartte ik vervolgens bij de landmachttop aan en dan werd er zeker naar mij geluisterd.”

Alarmerend tekort aanpakken

“In al die jaren heb ik het belang van de onderofficieren verdedigd. Of dat is gelukt is aan anderen om te beoordelen. Maar als ik ergens trots op ben, is het de kwaliteitsslag die we hebben gemaakt op de Koninklijke Militaire School (KMS, hét opleidingsinstituut voor onderofficieren; red.). Op die kwaliteit was vanwege bezuinigingen flink ingeteerd, met alle gevolgen van dien. Cursisten vielen uit vanwege de hoge studiedruk, want er moest meer in minder tijd. Later bleek ook dat afgestudeerde collega’s door de verminderde kwaliteit van de opleiding niet capabel genoeg waren om hun werk goed te doen. Daar heb ik toen actie op ondernomen en nu zien we voorzichtig de eerste positieve effecten. De KMS is tot de nok gevuld. Er zijn officieel 500 opleidingsplaatsen, maar nu zijn er 630 cursisten. Zo moeten we het tekort aan onderofficieren wegwerken. Want dat gebrek is schrikbarend. Op een totaal van grofweg 7.000 onderofficieren, zijn er ruim 900 lege plekken. Dat is alarmerend en te voelen in de haarvaten van de organisatie. Maar de inhaalrace zal nog jaren duren.”

Vertrekkend landmachtadjudant Donkers is nuchter: “Je bent nooit klaar, maar niemand is onmisbaar.”

Gemiste kans

“Er is wel iets waar ik spijt van heb. Bij mijn aantreden zei ik dat ik werk zou maken van de vorming van onderofficieren. Daar viel en valt nog flink wat aan te verbeteren. Vorming is een belangrijk onderdeel van onze organisatie: waarom zijn we militair, hoe moeten we ons gedragen? Hoe leven we naar onze kernwaarden Moed, Toewijding en Veerkracht?

Dat komt tijdens de initiële opleidingen aan bod, maar zakt daarna weg omdat de focus bij de operatie komt te liggen. Toch is vorming ook dan nog belangrijk, bijvoorbeeld om excessen zoals pesten en ontgroeningsrituelen te voorkomen. Precies die gedragingen waardoor Defensie de afgelopen jaren in het nieuws is gekomen.

Maar dat onderwerp heb ik dus jammer genoeg een beetje laten liggen. De dagelijkse gang van zaken nam al snel de overhand. Dit is ook meteen het advies aan mijn opvolger adjudant Ad Koevoets: maak werk van de vorming. Daar hebben die mannen en vrouwen baat bij.”

Donkers ging minimaal 1 dag per week op werkbezoek bij eenheden in het land. Maar ook officiële gelegenheden als Veteranendag stonden op de agenda.

3 jaar bijtekenen

“Er is dus nog genoeg werk. Je bent nooit klaar, maar niemand is onmisbaar. Na de overdracht op 6 juni zou ik met Functioneel Leeftijdsontslag gaan. Maar dat liep anders, want ik blijf nog even. Een tijd geleden werd ik benaderd of ik de stafadjudant van de hoofddirecteur Personeel wil worden, in Den Haag. Hij wil ook meer geluid van de werkvloer horen. Daar heb ik niet lang over nagedacht en heb voor 3 jaar bijgetekend. Mijn vrouw heeft er geen probleem mee. Zij maakte zich al zorgen wat ik met al die vrije tijd zou gaan doen. Mijn hobby’s zijn duiken en motorrijden, dat doe je niet dagen achter elkaar. Nee, ik vind mezelf nog te jong om thuis op de bank te hangen. Dat komt nog wel, maar nu eerst een korte vakantie. 2 weken duiken op de Malediven.”