Tekst Jack Oosthoek
Foto René Verleg
Thuisfrontcomité ‘instituut’ binnen landmacht
De precieze oprichtingsdatum van het Thuisfrontcomité van de landmacht is voor zover bekend onbekend. Die ligt ergens tussen 1993 en 1994, de periode van de oorlog op de Balkan en de vredesmacht United Nations Protection Force (UNPROFOR) die er de broze vrede bewaakt. Ouders en relaties van naar Bosnië gestuurde landmachtmilitairen richtten het Thuisfrontcomité op. Dit voorjaar vierde dat zijn 25-jarig jubileum.
Hij was er destijds niet bij betrokken, daarom kan hoofd bureau Thuisfrontaken van de landmacht majoor Peter Schipper alleen gissen naar de reden van de oprichting. “Waarschijnlijk zochten de families steun bij elkaar. Het was immers oorlog in Bosnië.” Wel weet Schipper dat het een privé-initiatief betrof. “Defensie regelde alleen de koffie en de vergaderzaal in de Frank van Bijnenkazerne in Apeldoorn.”
Bedrijfsmaatschappelijk werker
De eerste wapenfeiten van het Thuisfrontcomité zijn een telefooncirkel en regio-contactdagen. De cirkel is bedoeld om contact met de families thuis te maken. Iets loos? Dan brengen de ‘bellers’ de persoon in kwestie zo nodig in contact met hulpinstanties, bijvoorbeeld het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk van Defensie (DC BMW). In tegenstelling tot vroeger hebben de leden van de Telefooncirkel een opleiding tot bedrijfsmaatschappelijk werker gekregen van personeel van het DC BMW. “Daarin leren ze om geen hulpverlener te zijn, maar lotgenoot”, vertelt Schipper.
Op de regio-contactdagen informeert Defensie de thuisblijvers over de toestand in het uitzendgebied. Tegenwoordig heten ze thuisfrontcontactdagen en worden gehouden op het erf van de brigade waaronder de uitgezonden eenheid valt. De thuisfrontorganisatie beheert ook een eigen (besloten) facebookpagina. Op We@home staan berichten van en vóór het thuisfront, soms wel 50 tot 100 per dag. “Soms betreft het erg verdrietig nieuws. Ja, dan komt het échte leven voorbij”, verzucht Schipper.
Veel werk
Het uit 5 afdelingen bestaande Thuisfrontcomité draagt ook een steentje bij aan onder meer medaille-uitreikingen na een missie, het rond kerst uit te zenden groetenprogramma Missie Max, het kinderbivak voor kroost van uitgezonden personeel. Te veel om allemaal op te noemen. 75 vrijwilligers, familieleden of relaties van een uitgezonden militair, leiden de evenementen in goede banen. Zo fungeren ze als gastheer/-vrouw bij thuisfrontdagen of bijvoorbeeld als vliegveldcoördinator. Op de vliegbasis Eindhoven helpen ze dan mee om het soms emotionele afscheid van een uit te zenden eenheid soepel te laten verlopen. “Inderdaad, alles bij elkaar veel werk”, beaamt Schipper. “Ik hoop dat de hoeveelheid vrijwilligers niet kleiner wordt. Anders moeten we er misschien voor kiezen om minder evenementen te organiseren of betaalde krachten in te huren. Maar dan valt het gevoel van lotgenoten die elkaar begrijpen mogelijk weg. Inhuurkrachten zijn toch vreemde eenden in de bijt.”
‘Ik hoop dat de hoeveelheid vrijwilligers niet kleiner wordt’
Lager budget
25 jaar later is het door Defensie gesponsorde Thuisfrontcomité uitgegroeid tot een niet meer weg te denken instituut. Schipper ziet de toekomst ervan zonnig in. Tegelijkertijd twijfelt hij.Door het slinkend aantal missies (denk aan Mali), kan de ster van het comité verbleken. Met een lager budget kan die de doelstellingen dan misschien niet meer zo goed waarmaken. Schipper: “Een goed functionerende thuisfrontorganisatie is juist belangrijk voor het imago van Defensie.” Het zijn slechts overpeinzingen. Voorlopig geniet Schipper na van de ronkende jubileumfuif. “Het was een groot familiefeest. Maar de thuisfrontorganisatie is dan ook een grote familie.”