Tekst RITM Charlotte Snel
Foto SGT Aaron Zwaal | Video: SM Ruud Mol
Wisseling van de wacht in Litouwen
Het werk voor de militairen van de Charlie-compagnie van 17 Pantserinfanteriebataljon in Litouwen zit er bijna op. 6 maanden lang maakten zij deel uit van de NAVO-battlegroup in Litouwen, de zogeheten enhanced Forward Presence (eFP). De militairen van 17 Painfbat zetten zich 24/7 voor én achter de schermen in om de Nederlandse inzet in het oosten succesvol te laten verlopen. Wie zijn ‘zij’ en wat houdt ze bezig?
Gert-Jan, majoor | Aalmoezenier
“Als aalmoezenier word je in Litouwen met open armen ontvangen. De meeste gelovigen hier zijn rooms-katholiek en die overeenkomst verbindt enorm. Op straat spreken mensen me regelmatig aan. Juist door het kruisje op mijn pak en baret. We hebben een soort zelfde bloedgroep, dat wekt meteen vertrouwen. Naast mijn reguliere werkzaamheden als geestelijk verzorger op de kazerne, laat ik daarom actief mijn gezicht zien in de gemeenschap. Bij verschillende kerken, die hier op zondag écht nog vol zitten, praat ik tijdens de preek over de NAVO-missie. Niet als een soort reclamebord, maar wel als bruggenbouwer om meer begrip en inzicht in ons werk te geven. De katholieke kerk is daar in wezen een makkelijk instrument voor. Als mensen dan naar je toe komen en je bedanken voor onze aanwezigheid hier; voor het feit dat wij weer een toekomst geven aan hun kinderen... Ja, dat geeft mij wel kippenvel.”
Joey, wachtmeester-1 | Commandant Mortiergroep
“We hebben afgelopen jaren keihard gewerkt om op een bepaald niveau te komen. Dat mocht zeker beloond worden met een missie. Afgelopen weken hadden we onze handen vol aan een Joint Fires Integration-oefening waarin we samen met collega’s uit de eFP-battlegroups in Estland, Letland en Polen trainden. Amerikanen, Britten, Spanjaarden, Slovenen... Alles liep hier rond. Dan kun je stappen maken. We zijn redelijk vrij om onze oefeningen te plannen en in te richten, daar maak ik hier zeker gebruik van. Daarnaast werken we op naar de brigadeoefening Iron Wolf, volgende maand. Eenmaal thuis gaat een deel van de club uit elkaar en verspreidt zich over andere groepen. Met deze brede ervaring op zak kunnen zij in het bedrijf zeker verder.”
Merien, kapitein | Strategic Communications Advisor
“Hoewel het overgrote deel van de Litouwse bevolking pro-NAVO is, heersen er ook misverstanden. Mede veroorzaakt door onjuiste berichtgeving van Russische kant. Samen met de ambassade zet ik mij in om het draagvlak voor de NAVO, eFP en de militairen onder de lokale bevolking te vergroten. Als je wegduikt achter de hekken van een kazerne, lukt dat niet. Door bepaalde initiatieven te ontplooien, proberen wij uit te leggen dat we hier sámen met het Litouwse leger optrekken en de NAVO veel meer is dan de 1.200 militairen die hier actief zijn. De afgelopen maanden ben ik bij meerdere projecten betrokken geweest. We geven bijvoorbeeld lessen op middelbare scholen, ondersteunen maatschappelijke initiatieven en organiseren een soort lokale ‘landmachtdagen’. In contact komen en blijven met de bevolking is juist hier belangrijk.”
Wouter, tweede luitenant | Pelotonscommandant Boxerpeloton
“Vervelen? Daar hebben we weinig tijd voor. In het eerste deel van de inzet focusten we ons vooral op de training van onze eigen club. Nu kijken we steeds meer naar buiten; wat kunnen we van elkaar leren binnen de eFP-battlegroup? Als pelotonscommandant zit ik vrijwel wekelijks met internationale collega’s om de tafel. Interessant om te horen hoe zij naar commandovoering en inzet van bepaalde middelen kijken. Andersom gebeurt hetzelfde. Die integratie is, zeker voor de junior leaders, belangrijk. Op het moment plannen we een oefening waarin we samen met 411 Pantsergeniecompagnie een offensieve actie op een brug uitvoeren. Weliswaar een Nederlands feestje, maar ik hoor graag wat de ‘buren’ ervan denken. Van de 6 maanden oefenen wij minstens de helft. Uniek dat dit zo veel, vaak en in deze opzet kan.”
Mart, tweede luitenant | Medisch planner
“De naam zegt het al; ik plan alle medische inzet tijdens deze missie. Voor iedere inzet, ieder initiatief is medische ondersteuning nodig. Als de Duitsers bijvoorbeeld een hardloopevenement willen organiseren, probeer ik erachter te komen wat de risico’s zijn. Wanneer is het, op wat voor terrein, hoe groot is de kans op blessures? Uiteindelijk maak ik een planning en bepaal hoeveel medische middelen er ingezet moeten worden. Aan de andere kant hebben we hier een internationale medische compagnie die ook wil trainen. De dagen zonder inzet plan ik regelmatig gezamenlijke oefeningen in. Duitsers, Tsjechen, Noren, wij. Alles door elkaar. Soms praten we in steenkolenengels, maar we komen er altijd wel uit. Als ik het zo opsom, houd ik iedereen aardig bezig… Dat is goed, toch?”
Wouter, kapitein | Compagniescommandant
“6 maanden is een lange periode. Als je daar niet goed mee omgaat, zal je het ook zeker zo ervaren. Ik wil de tijd hier benutten om beter te worden; met z’n allen. De mogelijkheden hier zijn er in Nederland niet, vooral op het gebied van internationale samenwerking. Ook buiten de grote oefeningen zijn we daar constant mee bezig. Voorbeeld: de Litouwse collega’s schaffen de Boxer ook aan. Onze kennis kunnen wij met hen delen. Andersom zijn zij bekend met het terrein hier. Daarover willen wij meer weten. Hetzelfde geldt voor de Tsjechen, Duitsers en Noren. Iedereen heeft wel íets wat hij inbrengt. Ik probeer met een open vizier in deze missie te staan. Er ligt veel kennis voor het oprapen. De tijd dat we aan de oostelijke grens Nederland verdedigen is voorbij. De dreiging is concreet; we moeten hier nú zijn. We trainen voor het slechtste en hopen op het beste. We moeten in ons achterhoofd houden waarom we hier zitten en dat als een kans zien. Dít kost het om veilig te zijn én te blijven.”
270 Nederlanders in eFP
Nederland draagt bij aan de versterkte militaire aanwezigheid in Litouwen, de zogeheten enhanced Forward Presence (eFP). Het betreft 270 militairen voor een multinationale battlegroup. Het bataljon waarvan Nederland met Duitsland, Tsjechië en Noorwegen deel uitmaakt, staat onder Duitse leiding en is gestationeerd in Rukla. De militaire versterking aan de Europese oostgrens telt 4 multinationale bataljons. Behalve in Litouwen opereren ze in Estland, Letland en Polen. Half juli worden de militairen uit Oirschot afgewisseld door de Alfa-compagnie, eveneens van 17 Pantserinfanteriebataljon. Tot ziens. In het Litouws: viso gero!