Tekst KAP Arjen de Boer
Foto SM Gerben van Es
Landmachters constructief bezig na orkaan
Kort na de verwoestende orkaan Matthew stuurde Nederland marineschepen naar Haïti. Aan boord zaten ook genisten van de landmacht. “Breng even 2 nieuwe golfplaten.”
Met een meetlint in de hand en een kritisch oog inspecteren sergeant-1 Frank Jonker en zijn mannen de pier bij de Haïtiaanse havenstad Jérémie. De stalen pijlers en het geraamte van de constructie zijn aangetast door het zeewater. Een deel van de dikke betonplaten is als een cracker kapot gedrukt door de metershoge golven die tijdens de orkaan Matthew op de pier inbeukten.
Improviseren in rampgebied
Op de achtergrond biedt de stad een triest decor van verwrongen golfplaten en ingestorte huizen. De orkaan heeft hier verwoestend toegeslagen. “Dan is goed te zien hoe krachtig de natuur is”, zegt soldaat-1 Elroy Dijk. Het is dus maar de vraag of de pier sterk genoeg is voor schepen om goederen te lossen en voor de vrachtwagens die de spullen verder moeten vervoeren naar de ruïnes van Jérémie en andere getroffen gebieden.
Genie deelt ook hulpgoederen uit
Draagvermogen
“We meten de bovenkant, lengte en breedte van de pier en kijken ook naar de dikte en de staat van de pilaren”, legt Jonker uit. “Zo kunnen we het draagvermogen van de pier berekenen. Hoe meer pijlers, hoe sterker.” De genisten geven de pier een voldoende en zijn blij te horen dat enkele dagen later het transportschip Zr. Ms. Pelikaan goederen heeft gelost op deze locatie.
“Dat geeft voldoening”, aldus Jonker. “We kunnen tijdens deze missie echt iets betekenen voor de bevolking. We hebben tot nu toe 2 pieren gemeten, het dak van een ziekenzaal gerepareerd, hulpgoederen uitgedeeld en de boel beveiligd.”
Hulp spreiden
De genisten van 111 Pantsergeniecompagnie zijn met z’n vijven aan boord van het patrouilleschip Zr. Ms. Holland dat óók naar het rampgebied is gestuurd. Op de Pelikaan zitten 5 collega's die ook tijdelijk onderdeel uitmaken van de compagnie in de West. De 2 ploegen werken afzonderlijk van elkaar omdat de schepen niet samen opvaren. Op deze manier kunnen ze meer plaatsen helpen, is het idee. Zo hebben de mannen van de ‘Peli’ elders geholpen bij de restauratie van een dokterspost.
Ziekenzaal
In het ziekenhuis van de stad Les Cayes ziet directeur dr. Joseph Yves Domercant een toestroom van patiënten. “Maar ik heb niet genoeg ruimte”, zegt hij tijdens een rondleiding. Dus kijken en meten de genisten, ze nemen foto’s van een ziekenzaal en overleggen.
Op de bedden ligt een dikke laag stof, de vloer is besmeurd met opgedroogde modder. Hier lagen ruim een half jaar geleden nog patiënten, blijkt uit een formulier op een tussenwand. Maar het dak lekt, de plafondplaten zijn beschimmeld en kromgetrokken. Het wordt een klus die soldaat-1 Dijk bij zal blijven.
Werk geeft voldoening
Handen uit de mouwen
Een paar dagen later zijn de 5 genisten, samen met technische collega’s van de marine, terug in het ziekenhuis. Een vrachtwagen vervoert balken, houten platen en golfplaten voor het dak. In de zinderende Caribische zon repareren de mannen het dak; de hoge luchtvochtigheidsgraad maakt het werk zwaar. “Breng even 2 nieuwe golfplaten”, klinkt het van boven. Het zweet druppelt ze aan alle kant van het gezicht. Wie zich heeft ‘dichtgesmeerd’ met factor 50 gaat stuk.
Soms te weinig tijd
Ze gebruiken 8 glimmende golfplaten om het dak te repareren. “Het liefst had ik dat hele dak vervangen, inclusief de plafondplaten binnen. Daar was helaas geen tijd voor”, vertelt Dijk. “Maar ik ben blij dat we met onze handen echt wat hebben kunnen doen. Die extra ziekenzaal heeft toch mooi een dak dat niet meer lekt.”
*De hulpmissie duurde tot en met 26 oktober. De landmachtcollega’s zijn inmiddels weer op post.
Zonder medic geen missie
Sergeant-1 Nadine van der Kamp maakt een rondje langs de verschillende afdelingen van het ziekenhuis in Les Cayes. De eerste hulp ligt stampvol mensen, onder wie een man met een gebroken onderbeen. “Ongeluk met een brommer”, zegt hij met een van pijn vertrokken gezicht.
Op de röntgenfoto is de breuk duidelijk te zien, en hij hoopt dat Van der Kamp hem komt helpen. “Maar ik kan hier niet veel betekenen”, zegt de algemeen militair verpleegkundige (amv-er). “Wat deze patiënten hebben, is voor mij als verpleegkundige te complex.”
Wat eventueel wel mogelijk zou zijn, is medicatie toedienen. “Maar ook dat gaat hier niet. Veel medicijnen die in dit ziekenhuis worden verstrekt, zijn over de datum. Dan mag ik ze absoluut niet toedienen. Het is frustrerend dat je zo weinig voor deze mensen kunt doen.”
Het is echter niet zo dat de sergeant duimen heeft zitten draaien. Vlak voor de missie officieel van start ging, hebben de sergeant en haar collega’s voorlichting gegeven over malaria en andere ziektes in deze regio. Ook verzorgden ze een korte opfriscursus ZHKH, mochten er aan land mensen gewond raken.
Sterker nog, zonder Van der Kamp en haar medische marinecollega’s zou deze missie er niet zijn. Militairen mogen zonder amv-er niet aan land om Haïtianen te helpen. Als iemand gewond raakt moet er namelijk binnen 15 minuten een amv-er ter plaatse zijn voor medische hulp.