Landmacht in nieuw evenwicht

In mijn column van juni heb ik aangegeven dat de materiële gereedheid één van mijn zorgpunten is. Naast de materiële gereedheid is ook de vulling van onze organisatie met gekwalificeerd en opgeleid personeel een belangrijk aandachtspunt. Vooral wat betreft de opleiding van manschappen en onderofficieren is het noodzakelijk dat er maatregelen worden genomen. Teveel leerlingen maken de opleiding niet af. Dit is een complex probleem dat niet met één eenvoudige maatregel op te lossen is. Er zijn meerdere schakels in het gehele opleidingstraject van manschappen en onderofficieren die aandacht behoeven. We kijken dan ook nadrukkelijk naar de hele keten, van VeVa tot plaatsing bij de eenheid.

Ik zie dat de instructiecapaciteit van de KMS aandacht behoeft. De instructiecapaciteit blijkt nu onvoldoende, wat leidt tot extra druk op de instructeurs en tot uitval van leerlingen. Daarnaast is de onderofficiersopleiding ook korter geworden. Hierdoor kan aan onze jonge onderofficieren niet meer de bagage worden mee gegeven die ze verdienen. Binnen het project ‘Landmacht in nieuw evenwicht’ kijken we naar de tekortkomingen in het opleidingstraject en worden verbeteringen voorgesteld. Wij zullen de verbetervoorstellen èn de uitvoerbaarheid ervan kritisch beoordelen. Voor mij staat echter vast dat we dit probleem moeten oplossen, omdat er anders te weinig goed opgeleide manschappen en onderofficieren instromen en we de Landmacht dus uithollen. Niets doen is geen optie! Ik verwacht in het eerste kwartaal van 2017 zicht te hebben op hoe we dit probleem verder gaan aanpakken.

Een maatregel die inmiddels is genomen om de uitval van manschappen te voorkomen, is het ongedaan maken van de opleidingsverkorting voor manschappen, afkomstig van de VeVa-opleiding. De VeVa-leerlingen lopen als onderdeel van hun opleiding stages bij het Leerbedrijf Defensie, wat hen op dit moment een verkorting op de initiële opleiding oplevert. Deze verkorting leidt in de praktijk echter, vanwege de hogere opleidingsdruk, tot een hogere uitval. Om de uitval omlaag te brengen maken we vanaf 1 januari 2017 geen onderscheid meer tussen voormalig VeVa-leerlingen en de zogenoemde ‘spijkerbroeken’. De verwachting is dat er hierdoor meer manschappen opgeleid op functie kunnen komen. En het wordt ook allemaal wat simpeler om te plannen: er is nog maar één AMO. Eenvoud is niet voor niets één van de grondbeginselen van ons militaire optreden.

Als laatste wil ik nog iets zeggen over de mogelijkheid voor manschappen om door te stromen naar de KMS. Op dit moment hoor ik vaak de klacht dat er geen doorstroomruimte zou zijn naar de KMS. Dat is echt onjuist. Manschappen die voldoen aan de gestelde eisen kunnen doorstromen naar de KMS. Sterker nog, ik juich het toe dat deze ervaren militairen onderofficier willen worden. Voor iedereen is een plaats op de KMS, maar de persoonlijk gewenste indeling bij een wapen of dienstvak is natuurlijk afhankelijk van de ruimte binnen de wapens en dienstvakken. 

Luitenant-generaal Leo Beulen

Commandant Landstrijdkrachten