04

Dit artikel hoort bij: KMarMagazine 05

‘Beschoten worden vanaf de grond was het grootste risico’

Hoe handel je als marechaussee in het heetst van de strijd? In deze rubriek vertellen collega’s over een bijzonder moment tijdens de dienst. Een moment waarbij het er echt op aankomt.

Opperwachtmeester Raymond van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) zit thuis voor de buis als rond half 9 ’s avonds de telefoon gaat. ‘We tuigen een non-combatant evacuation operation op voor de Nederlanders in Soedan. De BSB levert een team van 6. Jij gaat mee als teamleider’, zegt de stem aan de andere kant. Rond de klok van 11 maakt Raymond een begin met het doorspreken van de taakverdeling. Logistieke collega’s in Soesterberg gaan meteen aan de slag met het klaarmaken van de benodigde uitrusting, zoals satellietcommunicatie, wapens en medische zaken. Gekozen wordt voor een lichte, minimale bepakking. Hoelang de operatie gaat duren, is onduidelijk. “We gingen uit van maximaal 2 weken”, aldus Raymond.

Wie waren bij de missie betrokken?

“De volgende ochtend was er op Vliegbasis Eindhoven een bespreking met de key players. Naast de commandanten van 2 C-130 Hercules-transportvliegtuigen waren dat de commandant van het mariniersdetachement en ik als vertegenwoordiger van de BSB. Het plan was om vanuit Aqaba in Jordanië een luchtbrug te openen op de Soedanese hoofdstad Khartoem om ongeveer 150 personen te evacueren. Taak van de mariniers was de beveiliging van de vliegtuigen en het opzetten van de verbindingen. In de avond van 19 april vertrok ons BSB-team met een A330 MRTT - een tank-transportvliegtuig uit de NAVO-pool - naar Aqaba. De Herculessen met de mariniers vertrokken enkele uren eerder.”

Het BSB-team met collega's van andere krijgsmachtdelen.
“We hebben fantastisch samengewerkt met de collega’s van de luchtmacht en van het Korps Mariniers.”

Hoe wilden jullie de evacuatie aanpakken?

“Vanaf Aqaba is het ongeveer 4 uur vliegen naar Khartoem. Ter plaatse wilden we niet langer dan noodzakelijk aan de grond staan. Wij wilden de evacués aan de poort van het vliegveld ophalen, fouilleren en ze naar de holding area brengen voor identificatie. Een proces dat we vorig jaar ook doorliepen tijdens de evacuatie van Nederlanders uit Kabul. Leden van het Snel Consulair Ondersteuningsteam, een speciaal team van Buitenlandse Zaken om wereldwijd Nederlanders in noodsituaties te helpen, konden dan de identificatie doen en bepalen wie er mee mocht. Het was ook onze taak de leden van dat team te beschermen en indien nodig te assisteren. We hadden vooraf met ze besproken hoe met dilemma’s om te gaan, mocht een evacué om welke reden niet mee mogen. Daarna zouden wij de evacués naar het vliegtuig begeleiden voor de vlucht naar Aqaba om ze daarvandaan met de A330 MRTT naar Eindhoven te vliegen.”

Welke risico’s werden onderkend?

“Op 20 april kwamen we ‘s nachts aan in Aqaba. We gingen meteen pitten en ‘s morgens vroeg liepen we onze uitrusting nog een keer na. We kwamen in een continue flow van briefings. Het wachten was op een kans om de evacués op te pikken. Het was zorgelijk dat er in de buurt hard werd gevochten. Beschoten worden tijdens de vlucht vanaf de grond schatten we in als het grootste risico. Zonder een staakt-het-vuren of ter zake doende afspraken was dat absoluut reëel. We besloten - in afwachting van een staakt-het-vuren - bij de eerste gelegenheid die zich zou voordoen naar Khartoem te vliegen. Toch duurde het nog tot 23 april voordat we daadwerkelijk de lucht in zouden gaan. Intussen hoorden we van Buitenlandse Zaken dat de situatie in Khartoem verslechterde. De hygiëne ging achteruit en er was weinig drinkwater. We hielden ook contact met andere landen die een evacuatieoperatie aan het opzetten waren en hoorden geruchten over een naderend staakt-het-vuren.“

2 BSB-ers pakken hun spullen om zich voor te bereiden op hun inzet.
De BSB-operators uit het team van Raymond controleren hun uitrusting.

Hoe verliep de missie verder?

“Toen er een staakt-het-vuren van 72 uur leek te komen, kwamen meer landen in beweging. De Fransen en Amerikanen gingen ook richting Soedan om onderdanen op te pikken. Voor ons was dit een perfecte gelegenheid om ook die kant op te gaan. Natuurlijk kunnen we veel zelf, maar als je in een onbekend land elkaar kunt helpen, sta je sterker. In de avond van 23 april kwam er voor ons een slot. We vertrokken, maar kregen vervolgens te horen dat we niet mochten landen. Onverrichterzake keerden we terug naar Aqaba. Het tweede toestel dat eerder bijna leeg achter ons aan was gevlogen, kreeg wel toestemming om te landen. De Duitsers op het vliegveld waren zo behulpzaam om te helpen een clubje Nederlandse diplomaten en dito paspoorthouders aan boord van dit toestel te brengen. Terug in Aqaba aten we wat, prepareerden we opnieuw onze spullen en vlogen we weer terug naar Khartoem. Landen bleek nu geen probleem te zijn.”

Een nachtopname van het BSB-team.
Tot in de nacht van 24 april bleef het team van Raymond op de luchthaven van Khartoem.

Hoe werden de evacués in de massa herkend?

“Eenmaal aan de grond begon het BSB-werk. Midden op de betonplaat richtten we onze OPS-Room in en brachten we de satellietcommunicatie in stelling. Toen kwam het binnenhalen van de evacués. Daarvoor hadden we 1 uur ground time. We holden naar de verschillende ingangen van het vliegveld en riepen: ‘Zijn er Nederlanders?’ Die haalden we uit de massa. We ondersteunden collega’s van het Snel Consulair Ondersteuningsteam daar waar we konden. Daarna liepen we met de evacués naar een holding area verderop. Daarvandaan brachten we ze naar het vliegtuig, dat kort daarna opsteeg. Met slechts 20 a 30 Nederlandse evacués was de vlucht verre van vol. Er was ruimte om nog 10 Zweden mee te nemen. Die waren heel blij. Wij bleven samen met het ondersteuningsteam en een marinier-verbindelaar achter. Vlucht nummer 3 kwam enkele uren later aan. In de tijd tussen de vluchten gingen we verder met het verzamelen van evacués. Identificeren ging makkelijker doordat zij via de ambassade hadden vernomen dat ze een oranje kledingstuk moesten dragen. Gaandeweg de evacuatie werd het steeds moeilijker om de juiste personen te identificeren. Aangezien niet altijd de documenten aanwezig waren of de papieren niet compleet. Ook moesten er mensen na de check worden teruggestuurd, omdat ze niet aan de voorwaarden voldeden.”

Wanneer gingen jullie weer terug naar Aqaba?

“Tot in de nacht van 24 april zijn we op het vliegveld van Khartoem gebleven om met de derde vlucht terug naar Jordanië te vliegen. Hier was het douchen, eten en weer terug naar Khartoem. Bij aankomst holden we weer naar de gates om Nederlanders te verzamelen. Op de 27e vonden er weer 3 vluchten plaats. Zodra die waren vertrokken, was het voor ons regelen en ritselen geblazen om ons werk zo goed mogelijk uit te kunnen blijven voeren. Van de commandant van het Soedanese regeringsleger mochten we zijn voertuig lenen om daarmee ouderen en moeders met baby’s over het vliegveld te transporteren. Zaterdag de 29e was de zevende en laatste vlucht en slaagden we er in nog 60 passagiers mee te nemen. Onder hen 42 mensen die voor de Amerikaanse ambassade hadden gewerkt.”

Een voertuig met een BSB-er die een kind uit de wagen tilt.
“Van de commandant van het Soedanese regeringsleger mochten we zijn voertuig lenen om daarmee ouderen en moeders met baby’s over het vliegveld te transporteren.”

Hoe kijk je op de missie terug?

“Terugkijkend op de missie kan ik zeggen dat er keihard is gewerkt en dat we met creativiteit in korte tijd zoveel mogelijk mensen wisten te verzamelen. Met dank aan de luchtmacht en mariniers, met wie we fantastisch hebben samengewerkt. In crisisgebieden zijn wij als BSB verantwoordelijk voor de beveiligingstaak. Maar de ervaring leert dat we ter plaatse veel meer doen. Die combinatie van zelfstandigheid en ervaring is wat de BSB typeert: klein team, grote meerwaarde.”

Aantallen evacués

In totaal zijn er vanaf 24 april tot en met 29 april 2023 ten minste 160 Nederlanders geëvacueerd uit Soedan, meer dan 85 van hen met de vliegtuigen van de luchtmacht. Andere Nederlanders konden meevliegen met vluchten van andere Europese landen. Op de Nederlandse vluchten zijn ook circa 130 evacués meegenomen van 18 andere nationaliteiten.

2 bsb-ers in een vliegtuig

Ben of ken jij een collega die iets bijzonders heeft meegemaakt tijdens de dienst? Een moment waarbij ‘het erop aankwam’? Laat het ons weten via kmarmagazine@mindef.nl.

Tekst: André Twigt | Foto’s: sergeant Jasper Verolme en de BSB