Vervoersorganisatie ondersteunt, oefent en coördineert tijdens Grand Quadriga
Met de terugkeer van het schip New Amsterdam, gisteren in de Eemshaven, rondde de Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO) de zogenoemde redeployment van Steadfast Defender af. Commandant kolonel Merlijn Heiligers kijkt tevreden terug. “Zulke grote volumes verplaatsen, op elkaar aansluiten en synchroniseren is uitdagend. Maar het is tegelijkertijd onze kracht.
Tekst: Michael Simon | Foto: Lex van Lieshout
4.500 manschappen en zo'n achthonderd voertuigen verplaatsen vanuit Nederland naar Litouwen en daarna weer terug. Grand Quadriga, onderdeel van de grootscheepse NAVO-oefening Steadfast Defender, deed een fors beroep op de DVVO, legt de commandant van de logistieke dienstverlener kolonel Merlijn Heiligers, uit. “Wij ondersteunen natuurlijk met enige regelmaat inzet en ontplooiing richting bijvoorbeeld Afghanistan, Irak en Mali. Maar qua oefening is dit wel een forse. Vooral omdat van veel verschillende vervoersmiddelen gebruik is gemaakt; van personenvervoer en wegtransport tot aan treinen en schepen. Dat vergde, in combinatie met de duur van de oefening, flink wat inspanning.”
Coördinerende rol
Bij de DVVO werken zo´n vierhonderd mensen. “Maar wij zijn, in tegenstelling tot wat velen denken, geen reguliere militaire eenheid”, legt Heiligers uit. “De DVVO plant en coördineert vooral en werkt in samengestelde teams met militaire eenheden en civiel-logistieke partners.”
‘Een soort broker die een coördinerende rol speelt´
Zo zijn er functionarissen van het National Movement Coordination Centre (NMCC) die plannen en MOVCON begeleidt in het veld het laden, lossen en de verplaatsingen. “Daarnaast hebben we een groep van vijf collega’s die zich bezighoudt met, strategisch, zeetransport. Ik zie ons meer als een soort broker die een coördinerende rol speelt in het geheel. Ik denk dat daardoor ongeveer twintig van onze mensen dagelijks met Steadfast Defender bezig waren. Op de heenweg met name met het vervoer over weg en spoor en op de terugweg vooral over zee en door de lucht.”
Steadfast Defender en (Grand) Quadriga
Negentigduizend militairen (waarvan 4.500 Nederlandse) uit 32 landen deden mee aan Steadfast Defender. De oefening ging uit van een Artikel 5-scenario; de aanval op een NAVO-lid. Steadfast Defender bestond uit verschillende oefeningen, waaronder het Duits-geleide Quadriga. Deze bestond op zijn beurt weer uit vier separate oefeningen waaronder Grand Quadriga.
Nederland deed aan deze laatstgenoemde mee met 13 Lichte Brigade, het Operationeel Ondersteuningscommando Land (OOCL) en het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC). Zij verplaatsten zich vanuit Nederland, via Duitsland en Polen naar Litouwen.
RoRo
Voor de redeployment over zee werd gebruik gemaakt van de civiel gehuurde New Amsterdam. Dit RoRo-schip (Roll-on-Roll-off) kan tot tweehonderd containers en driehonderd voertuigen, van gemiddeld zes meter lang, vervoeren.
´De complexiteit van de verplaatsing was een grote uitdaging´
Heiligers doet geen uitspraken over hoeveelheden die de New Amsterdam meenam. “Maar ik kan wel zeggen dat we het schip maximaal gebruikt hebben. Initieel gebruiken we het schip voor gereedstellingsoefeningen en ondersteuning voor inzet. Op het moment dat we het zelf niet inzetten, gebruiken we het voor onze NAVO-partners, die daar netjes compensatie voor betalen. En als we het daar niet voor gebruiken, zetten we ´m in de markt. Zo hebben we een business case om dit schip gebouwd, waarmee we het financieren en zelf kunnen gebruiken. Uiteraard zijn we qua planning en gebruik zelf leidend.”
Eigen doelen stellen
Het realiseren van schaalbaarheid was volgens kolonel Heiligers één van de grootste uitdagingen van Steadfast Defender. “We praten hier natuurlijk over grote volumes die tijdig op de juiste plek moeten zijn. Wat dat betreft zijn dit complexe verplaatsingen die goed op elkaar aansluiten en gesynchroniseerd moeten worden. Daar ligt de grootste uitdaging, maar daarin zit tegelijkertijd onze grootste kracht.”
“De oefening bewijst: wij kunnen meer dan we denken”
Brigadegeneraal Gert-Jan Kooij, commandant 13 Lichte Brigade kijkt met een goed gevoel terug op Steadfast Defender en specifieker Grand Quadriga. “De realistische capaciteiten die ingezet zijn en de onderlinge samenwerking maakten dit tot een zeer nuttige oefening.”
Kooij vervolgt: “We simuleerden niet, maar verplaatsten daadwerkelijk. We sliepen op parkeerplaatsen langs de weg en waren aanwezig in Polen en Litouwen. In deze landen is de dreiging van de oorlog veel voelbaarder. Een waardevolle ervaring voor onze mensen.” Gevraagd naar wat Grand Quadriga heeft opgeleverd, benoemt Kooij drie factoren. “We hebben geleerd dat wij als organisatie meer kunnen dan we denken. Zo´n grote operatie succesvol tot een goed einde brengen geeft een enorme boost.”
Dit brengt hem bij de tweede succesfactor: “De motivatie van onze mensen. We hebben in alle geledingen goede professionals die hun vak verstaan. Maar het daadwerkelijk samen oefenen motiveert. Ook als je dat doet en door Polen rijdt. Mensen zwaaiden onderweg, staken hun duim omhoog of maakten een vredesteken. Dat is voor de organisatie een beloning, maar ook voor de individuele militair.”
Factor drie hangt samen met de eerste twee: “We kunnen meer dan we denken, maar we kunnen het óók beter”, aldus Kooij. De oefening smaakt naar meer. “Dat was een leermoment”, zegt de generaal. “Door het te doen leer je het, dus we moeten dit zeker vaker oefenen. Met z´n allen erop uit en dit met elkaar doen, zeker in internationale context, is echt van groot belang.”
Serieuze inspanning
Zowel de deployment als de redeployment was voor de DVVO ook een mooie gelegenheid om zelf te oefenen op gestelde doelen. Heiligers: “Tijdens de deployment hadden we te maken met oefendoelstellingen van de operationele commando's (OPCO’S) en de eenheden. Daarin ondersteunden en faciliteerden wij. Op de terugweg hadden die eenheden hun doelstellingen behaald en probeerden wij zoveel mogelijk op een schip te zetten om terug te laten varen. Dat was voor ons een serieuze inspanning. Al met al een flinke meerwaarde: niet alleen ondersteunen, maar ook zelf oefenen.”