Tekst Jack Oosthoek
Foto Mediacentrum Defensie
‘Er moet nog heel wat gerepareerd worden’
Het Europees Parlement heeft ingestemd met de oprichting van het Europees Defensie Fonds (EDF) dat de samenwerking tussen krijgsmachten onderling en met de defensie-industrie wil verbeteren. De oproep aan Europese bedrijven luidt nu om voorstellen te lanceren voor nieuwe militaire projecten en het vergroten van de samenwerking.
De Defensiekrant sprak met de Nederlandse vertegenwoordiger van het EDF, kapitein ter zee Bart Escher.
1. Wat is het Europees Defensiefonds?
“Het EDF is opgericht vanwege de veranderingen in de wereld die Europa min of meer dwingen tot zelfstandiger optreden. Al dan niet in samenwerking met de lidstaten. We moeten minder afhankelijk worden van hulp van bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Ook industrieel wil Europa de afhankelijkheid van anderen verminderen. Dat vraagt om een ander beleid voor krijgsmachten en industrie. Samenwerking levert meer slimme ideeën op, betere kennis en innovatie en het is financieel voordeliger. Ook kan het de interoperabiliteit tussen krijgsmachten verbeteren. Radiosystemen bijvoorbeeld moet je op elkaar kunnen aansluiten.”
‘We moeten minder afhankelijk worden van hulp van de Verenigde Staten’
2. Wat heeft het EDF sinds de oprichting bereikt?
“Nadat er in 2017 voor het eerst over werd gesproken, is gestart met het opdoen van ervaring. Ook deden de landen van de Europese Unie, waaronder Nederland, met kennisinstituten als TNO, onderzoek naar de ontwikkeling van onbemande systemen, artificial intelligence en kwantumtechnologie (onderlinge beïnvloeding van atomaire deeltjes). In 2019 kwam de verdere ontwikkeling van defensiecapaciteit erbij. Bijvoorbeeld met het project Seadefence, waarin de technologie van het toekomstig marineschip centraal staat. Zeven scheepswerven doen eraan mee. Nu ervaring is opgedaan en het Europees Parlement zijn goedkeuring heeft gegeven, start het EDF waarvoor Europa 8 miljard euro opzij heeft gezet.”
‘Bedrijven mogen zelf ook met ideeën komen, dat bevordert de innovatie’
3. De EDF krijgt het de komende maanden druk, nietwaar?
“Ja. De industrie is deze maand, via een officiële publicatie, opgeroepen om consortia te vormen en met oplossingen te komen om de capaciteit van de Europese defensieorganisaties te vergroten. In ons land gebeurt dit samen met de 'Gouden Driehoek' met het ministerie van Economische Zaken, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en de Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid.
Naast bijvoorbeeld chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreiging (CBRN) en command en control, draait het om projecten voor informatievoorziening, sensoren, space, duurzaamheid, simulatietechnieken en trainingen. Bedrijven mogen zelf ook met ideeën komen, dat bevordert de innovatie. Wanneer de voorstellen in december binnen zijn, selecteert de Europese Commissie ze op geschiktheid.”
‘Ik verwacht dat de volgende commissie met het EDF doorgaat’
4. Wat is er te zeggen over de toekomst van het EDF?
“Elk jaar zal de Europese Commissie kennisinstituten en bedrijven oproepen om via internationale samenwerking aan defensieprojecten mee te doen. Nederland heeft zich er hard voor gemaakt dat het EDF ook toegankelijk is voor het midden- en kleinbedrijf. Dit kan evenals grote ondernemingen een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van innovatief defensiemateriaal. Het Europees Defensie Fonds loopt tot en met 2027. Dan eindigt het regeerakkoord van de huidige Europese Commissie en die wil niet over zijn graf heen regeren. Ik verwacht echter dat de volgende commissie ermee doorgaat, hopelijk met een groter budget. Het EDF is een goede weg naar grotere Europese zelfstandigheid, meer samenwerking op defensiegebied en meer waar voor je geld, ofwel meer bang for the buck. Er moet namelijk nog heel wat gerepareerd worden aan Defensie.”