Tekst kapitein Jessica Bode
Foto archief Mediacentrum Defensie

Rapport Algemene Rekenkamer niet zo zwart-wit als gesteld

'We hebben wel andere, pijnlijke, keuzes gemaakt'

Defensie heeft de afgelopen tien jaar wel degelijk de opgelegde bezuinigingsmaatregelen gehaald. Bovendien concludeert de Algemene Rekenkamer dat de krijgsmacht haar financieel beheer op orde heeft. De begroting is al jaren sluitend. Toch stelt datzelfde onafhankelijke orgaan deze week in een rapport dat de krijgsmacht niet aan haar bezuinigingsdoelstelling heeft voldaan. 

“Het verhaal ligt echt genuanceerder dan gepresenteerd”, begint Hoofddirecteur Financiën en Control Ellen Bien. “Tussen 2011 en 2018 moest Defensie bijna één miljard euro bezuinigen. Daar is vooraf voor vastgesteld hoe dat bereikt kon worden. Die één miljard euro hebben we wel degelijk gehaald, alleen niet precies op de manier die we aanvankelijk voor ogen hadden.”

De hoofddirecteur geeft aan dat het vanwege het veranderende dreigingsbeeld in de wereld niet verstandig bleek om alle originele plannen door te voeren. “Maar we hebben wel andere, pijnlijke, keuzes gemaakt. En dankzij die keuzes bleven we in staat om zo goed mogelijk onze grondwettelijke taken uit te voeren.”

'Als we de Cougar echt zouden afstoten, hadden we jarenlang onvoldoende helikoptercapaciteit'

Maar waar gaat het de Algemene Rekenkamer dan precies om? Welke voorbeelden haalt het orgaan aan in haar onderzoek?

Afstoten Cougar-transporthelikopter

Eén van de geplande doelstellingen, waarvan de Rekenkamer stelt dat die niet is bereikt, gaat over het afstoten van zeventien Cougar-transporthelikopters. Dat zou negentig miljoen euro zou opleveren. “Maar gaandeweg kwamen we erachter dat de opvolger, de NH90, later geleverd zou worden dan gepland”, benadrukt Bien. “Als we de Cougar echt hadden afgestoten, hadden we jarenlang onvoldoende helikoptercapaciteit gehad. Dus hebben we andere keuzes gemaakt, waarmee wel hetzelfde geld is bespaard. Overigens komt de Rekenkamer zelf tot de conclusie dat de Cougars afgelopen jaar prima van pas kwamen toen er in Noord-Brabant en Limburg natuurbranden waren.”

Verkoop Leopard-gevechtstanks

Een andere bezuinigingsmaatregel die de Rekenkamer aankaart heeft te maken met de verkoop van de 116 gevechtstanks. Defensie verkocht ze aan Finland en Duitsland en least sindsdien achttien stuks van de Duitsers. Zo blijft de kennis en kunde over de tank bewaard, wat weer ten goede komt bij eventuele aanschaf van nieuwe exemplaren. 

Het orgaan stelt nu dat de kosten voor de aanschaf van nieuwe tanks bijna acht keer hoger zijn, dan de kosten voor een midlife update van de oude tanks. “Dat is onjuist. Het opknappen van een oude Leopard wordt vergeleken met de aanschaf van nieuwe, hypermoderne tanks. Klopt, die zijn duurder. Maar ook geavanceerder en gaan minstens dertig jaar mee in plaats van maximaal vijftien. Bovendien is het besluit om daadwerkelijk nieuwe tanks aan te schaffen nog niet genomen.” 

Tegenvallende verkoopopbrengsten

De Algemene Rekenkamer snijdt in het rapport ook aan dat de verkoopopbrengsten voor defensiematerieel tegenvallen. De reden daarvoor bleek een lagere verkoopprijs, dan van tevoren geschat. “Het is heel moeilijk om de waarde van dit soort materieel goed in te schatten, want er is geen grote markt voor. Daarnaast mogen we ons materieel ook niet zo maar aan de hoogst biedende verkopen”, verduidelijkt Bien. “Daar zitten heel duidelijke exportrestricties op.”

De marinierskazerne

In het rapport concludeert de Rekenkamer dat de verhuizing van de marinierskazerne een kleine één miljard euro meer kost, dan in 2012 aan de Tweede Kamer is voorgesteld. “Maar ze vergelijkt zaken die rekenkundig niet kloppen”, reageert Bien. “Zo wordt in dat miljard ook de compensatie van 670 miljoen meegerekend die de gemeente Vlissingen heeft gekregen voor een nieuw justitie­- en gevangeniscomplex, als alternatief voor de kazerne. Daar staan weer maatschappelijke baten tegenover. Daarnaast wordt gerekend met twee prijspeilen en wordt niet meegenomen dat we ook MARSOF in de nieuwe kazerne gaan huisvesten. Dat was in Vlissingen niet aan de orde. 

Afstoten mijnenjagers

Uit besparingsoogpunt heeft Defensie in 2011 vier mijnenjagers afgestoten, waarvan de waarde en verkoopbaarheid uiteindelijk erg laag bleken. Daarom werden de schepen in 2018 weer aan de marine teruggegeven, zodat die ze van (schaarse) onderdelen kon ontdoen. De Rekenkamer stelt nu dat Defensie een offshore-bevoorradingsschip least van een private partij, als extra mijnenjaagcapaciteit. “Maar dit zijn twee losstaande zaken”, begint Bien. “De GeoSea die wordt geleast is een nieuwe ontwikkeling uit de Defensienota 2018 en is niet bedoeld om in te zetten als een mijnenjager. Het kan in theorie overigens wel. De GeoSea is een faciliterend platform, waarmee de marine ervaring opdoet met onbemande mijnenjaagsystemen. Dat moet worden gedaan, omdat we met België een nieuwe mijnenbestrijdingsvloot gaan opzetten.”

Boetekleed

Voor één van de punten uit het Rekenkamerrapport trekt Defensie het boetekleed aan; de informatiehuishouding. “Die moet op orde”, erkent Bien. “We hebben de Tweede Kamer wel degelijk geïnformeerd over de voorgenomen bezuinigingen en steeds de wijzigingen in onze plannen toegelicht. Anders kun je niet geautoriseerd worden voor uitgaven. Het Parlement heeft ook ieder jaar die begroting goedgekeurd en de Auditdienst Rijk ook elk jaar de verantwoording. Maar de manier waarop we dat hebben gedaan kan in de toekomst beter."