Tekst ritmeester Bianca Brasser
Foto sergeant Jasper Verolme

Een van de moeilijkste procedures van het werk van een vlieger werd onlangs door 300 squadron met Cougar-transporthelikopters geoefend op de Leusderheide. De Defensiekrant was erbij.

De perfecte timing. Daar gaat het om bij zandlandingen met helikopters. Een combinatie van juist aanvliegen, snelheid afnemen en zakken. De tijd dat de zandwolk het zicht van de vlieger volledig ontneemt, moet naar een minimum. De truc: de wolk zo lang mogelijk voorblijven.

Belangrijk voor een vlieger bij een landing is de stand van de helikopter ten opzichte van de grond en de richting van de neus. Dat weet de vlieger door ‘simpelweg’ naar buiten te kijken en een referentiepunt aan te houden. Bij een zandlanding gaat die vlieger niet op. Een zogenoemde ‘brown-out’ ontneemt het zicht en alle referentiepunten verdwijnen.

Tijdens de landing kan de heli ongemerkt draaien of kantelen. “Dat kan zo weinig zijn dat je in de helikopter niks voelt”, legt vlieger kapitein Rick uit. “Als je dit te lang niet doorhebt, kom je in de problemen. De heli verandert van plek of landt bijvoorbeeld op zijn staart.” Met een zandlanding raak je het zicht hoe dan ook een keer kwijt. “Onvermijdelijk, maar je wilt dat moment zo lang mogelijk uitstellen. Pas als de heli dichtbij de grond is en het moet zo snel mogelijk voorbij zijn.” 

Wie te snel vliegt, om de wolk achter zich te houden, gaat ongecontroleerd. Wie te langzaam vliegt, wordt ingehaald door de stofwolk. “Het gaat om de juiste timing”, vertelt Rick. De formule voor een perfecte zandlanding: “Gecontroleerd naderen en een constante afname van hoogte en snelheid, zodat je met geen of minimale voorwaartse snelheid landt.”

De vlieger krijgt hulp van de loadmaster. Hij of zij hangt uit de deur, houdt de onderkant en de staart van de helikopter in de gaten en brieft de bevindingen door: hoe de wolk zich ontwikkelt en waar die zich bevindt. Gaat het mis en ziet de vlieger te lang helemaal niks, dan moet de landing worden afgebroken. “Zodra je twijfelt, moeten je referentiepunten alweer tevoorschijn komen. Zo niet, dan moet de landing opnieuw.” 

Een oefening als deze wordt eens in de 1 à 2 jaar gedaan. “Omdat we overal moeten kunnen landen, ook op plekken waar zand opstuift. Denk bijvoorbeeld aan Afghanistan”, zegt  Rick. “De procedure in de sneeuw is overigens hetzelfde. De brown-out noemen we dan een white-out.”